Helmut Lotti: 'Ik liep alsof de duivel me op de hielen zat'
De Belgische zanger Helmut Lotti scoorde talloze hitalbums, maar is pas echt gelukkig als hij loopt in de Ardennen. Hij wordt onrustig als hij het niet doet: 'Na twee dagen zegt Marieke dan: "Zou je niet even gaan lopen?"'
Dirk-Jan van Dijk

Helmut Lotti (1969) is al meer dan dertig jaar een bekende stem in België en Nederland. Zijn doorbraak kwam via de Soundmixshow in 1989, en sindsdien verkende hij zowat elk muziekgenre: van Elvis en klassiek tot aan metal en latino. Maar wie denkt dat hij alleen op het podium zijn energie kwijt kan, vergist zich. Thuis, in de rust van de Ardennen, vindt Lotti zijn balans in het hardlopen. Geen prestatiedruk, geen stopwatch. Gewoon lekker naar buiten, de natuur in.
Van sprint naar hartslag
Hardlopen doet Lotti al sinds zijn kindertijd. 'Rond mijn elfde begon ik ermee. Als ik naar de kruidenier ging voor snoep, een halve kilometer verder, sprintte ik dat hele stuk.' Toch is zijn loopstijl met de jaren veranderd. 'Vroeger liep ik alsof de duivel me op de hielen zat. Nu let ik op mijn hartslag en probeer onder de 135 te blijven.' Die verandering kwam na een schrikbarende lactaattest: nul basisconditie. 'Ik ben bij een trainingsgroep gegaan en heb geleerd rustiger te lopen. Als ik op mijn gemak loop, ruikt mijn zweet naar niks.'
Rust en routine
Lotti loopt het liefst in de ochtend, op een nuchtere maag. 'Twee glazen water of een kop koffie en dan vertrek ik. Achteraf voel ik me energieker en minder stijf.' Hij loopt drie tot vier keer per week, afstanden tussen de zes en twaalf kilometer. Een vast ritueel gaat eraan vooraf. 'Ik stretch altijd, kuiten, hamstrings, bilspieren. En ik warm mijn enkels op. Soms doe ik squats op één been.' Door knieklachten traint hij soms binnen op een crosstrainer of roeimachine.
Lopen in het wild
De natuur is essentieel voor zijn loopervaring. 'Ik draag trailschoenen van Scott, want ik loop nooit op de weg. Alleen in de natuur. Rond mijn huis hoor ik vogels, dassen, uilen. Dat is wat ik wil horen.' Daarom loopt hij ook alleen. 'Met anderen gaan ze vaak zeveren. Ik wil in stilte lopen.' Zelfs het weer houdt hem niet tegen. “In de regen loop ik ook. En als het warm is, ga ik vroeg.' Zijn fiets blijft vaker binnen. 'Ik haat het om mijn fiets schoon te maken.”
Cijfers en gevoel
Hoewel hij recreatief loopt, blijft Lotti gefascineerd door data. 'Ik hou van cijfertjes. Ik check mijn hartslag, cadans, hoogtemeters. Hoe lang hou ik hetzelfde tempo vol bij een lage hartslag?' Zijn VO2-max is 48. 'Niet super, maar ook niet slecht.' De ambitie van vroeger is vervangen door wijsheid. Toch kriebelt het soms. 'Dan vraag ik me af hoe snel ik nu nog tien kilometer zou kunnen lopen. Ik denk rond de twaalf kilometer per uur.' Maar vooral, het lopen moet goed voelen. 'Lopen is geen opgave. Het is iets waar ik van geniet.'
Verslaafd aan loopgeluk
Door zijn drukke bestaan als zanger, schiet het lopen er af en toe in als hij op tournee is. Zijn partner Marieke weet dat feilloos te peilen aan de onrust in zijn lijf. Beter dan hijzelf. 'Op concertdagen loop ik ook niet meer. Vroeger kon ik alles: 200 kilometer fietsen en dan ’s avonds optreden. Nu hou ik mijn energie liever bij me. Op tournee komt het weleens voor dat ik een week niet gelopen heb. Na twee dagen zegt Marieke dan: “Zou je niet even gaan lopen?” Zij voelt aan me dat ik onrustig word als ik niet loop. En ze heeft altijd gelijk. Na een kwartier lopen, ben ik weer gelukkig.’
Dit artikel is een ingekorte versie van het volledige interview met Helmut Lotti, dat eerder verscheen in Runner’s World magazine. Wil je meer verhalen van bekende en inspirerende lopers? Neem dan een abonnement.
Volg je Runner's World al op Instagram, TikTok, Strava en Facebook?