5 tips voor het vasthouden van je tempo

In onze reeks marathontips, gaat het nu echt beginnen: de eerste zware kilometers halverwege de marathon.

Het is voor velen een onbekende wereld waar ze binnen stappen. Je begint inmiddels al je benen te voelen, maar je moet nog een heel eind. Tijd om de hoofdzaak nog eens na te lopen: het geplande tempo en je tussentijden.

Het loslaten van de juiste snelheid is vaak slechts een kwestie van een gebrek aan concentratie. Als je niet te snel bent vertrokken, is er geen enkele reden om nu het tempo al te laten zakken.

Focus

Let dus op alle zaken die je kunnen helpen om het juiste tempo te lopen. Kijk bijvoorbeeld elke kilometer op je klokje en bereken je tussentijden. Dat geeft je ook een heldere focus en houdt je mentaal scherp.

Denk verder in kleine stukjes: richt je bijvoorbeeld op de kilometers die je nog moet afleggen tot de volgende drinkpost (niet tot de finish). Zo blijft het geheel goed behapbaar.

Over eten gesproken: zorg dat je zeker voldoende koolhydraten binnenkrijgt, want niet alleen je spieren varen daar wel bij, maar ook je hersenen. Neem zoveel in als je maag kan verdragen.

Onbehagen

Stel je vooraf ook in op je eerste forse terugslag, variërend van enig onbehagen tot ware pijn. Veel van die zaken verdwijnen weer als vanzelf, terwijl evengoed ook de runner’s high in deze fase kan gaan optreden. Dan zweef je, maar in een grote, drukke stadsmarathon overkomt je dat toch minder snel.

Dwing jezelf ondertussen een gelijkmatig tempo te lopen. Voor toppers geldt verder de vuistregel dat ze pas bij de derde vreemde lichaamsreactie het tempo iets laten vieren. Doen jouw benen al pijn? Parkeer die gedachte even in een ladekastje. Pas bij meer dan twee klachten kun je overwegen je snelheid te verlagen. Op naar de laatste tien kilometer.