Sportschoolangst: hoe kom je ervan af?

'Ik voel me als een casinoboterham tussen de speltbroodjes: ik ben hier niet op mijn plek en iedereen ziet het.'

© Foto: Getty

GettyImages-605387017.jpg

Voor de deur van de sportschool kijk ik nog één keer in mijn tas of ik alles wel bij me heb. Waterfles, handdoek, slotje voor het kluisje en mijn pasje. Het is er allemaal. De goede moed die ik mezelf thuis nog heb ingepraat maakt ruimte voor een zenuwachtig gevoel. Terwijl ik de baliemedewerker begroet meen ik aan zijn gezicht te zien dat hij doorheeft dat ik me niet op mijn gemak voel. In één oogopslag zie ik dat de hoek waar ik mijn oefeningen wil gaan doen gesloten is wegens een groepsles. Paniek, want daar gaat mijn plan. Maar ik ben al binnen, ik ben al gezien, dus weggaan is geen optie. Sportschoolangst: fully activated.

Over sportschoolangst

De sociale paniek die de sportschool in me losmaakt is buiten proportie. Van binnenkomst tot vertrek voel ik me een verstekeling, een vreemde eend in de bijt. Ik voel me als een casinoboterham tussen de speltbroodjes: ik ben hier niet op mijn plek en iedereen ziet het en lacht er om. Althans, zo gaat het in mijn gedachte.

Sporten vind ik belangrijk, en na het stoppen met voetbal leek de sportschool om de hoek de beste optie. Het afsluiten van een abonnement: zo gepiept. Het daadwerkelijk gaan: een opgave van jewelste. Maar wat is dan precies die angst? Ik ben bang dat mensen zien dat ik niet goed weet hoe iets moet, ik ben bang dat mensen mij raar vinden, dat ik in de weg loop, een apparaat verkeerd gebruik of anderen onderling laat lachen. Resultaat? Na binnenkomst toch maar snel de loopband op, dan weet je tenminste zeker dat je niet voor schut staat.

Afgelopen januari (ja ja, nieuw jaar nieuwe voornemens en zo) besloot ik na de zoveelste sportschoolafschrijving op mijn bankrekening dat het tijd was voor verandering. Die sportschoolangst moet weg. Ook ik moet met een trots gevoel naar buiten kunnen lopen na een goede training. Een paar maanden investeren heeft inmiddels veel veranderd, maar dat ging niet zonder aandacht te besteden aan de volgende punten.

Gedeelde smart

Allereerst, zorg dat je niet alleen naar binnen hoeft. Samen trainen maakte dat ik veel minder bezig was met de mening van andere sporters. Vraag eens in je omgeving naar mensen die een keertje mee willen. Kies je hierin voor iemand met veel sportschoolervaring en -zelfvertrouwen? Dan kan hij of zij jou helpen met het leren van wat nieuwe oefeningen. Zo weet je zeker dat je je de keer erna, als je weer alleen de zaal binnenstapt, niet langer die dumbelldummie hoeft te voelen. Kies je iemand met hetzelfde probleem als jij? Zie het dan een kans om samen de angst te overwinnen. Samen iets nieuws proberen is een stuk minder eng, ook al weten jullie niet precies hoe iets moet.

Zorg voor de juiste kleding

Wellicht een beetje oppervlakkig, maar zeker van invloed, was de kleding die ik droeg. Wanneer je je al onzeker voelt en je stapt binnen in je oude kloffie kan ik je vertellen dat je levensgeluk pittig wat punten zakt op het moment dat je omringd wordt door gasten in mooie shirts en vrouwen in strakke leggings. Dat oude voetbalbroekje met een verwassen shirt valt op, en niet op de manier zoals zoals je wil. Met een kleine investering in wat nieuwe kleding en een degelijk paar sportschoenen paste ik meteen in het hele plaatje. Resultaat: Net zo ongelukkig en ongemakkelijk. Maar qua outfit hoorde ik er helemaal bij.

Stel jezelf een doel

Een ander heel belangrijk hulpmiddel in deze strijd tegen jezelf, is het stellen van een doel. ‘Meer willen sporten’ klinkt heerlijk, en daar gaat het mis. De positiviteit van dit voornemen nestelt zich in je hoofd en geeft je instant het gevoel al beter bezig te zijn. Maar in de praktijk zit je nog steeds op de donderdagavond op de bank, ‘want sporten kan ook heus later deze week wel een keer’. Door het stellen van een doel daag je jezelf niet alleen uit, het geeft je ook houvast en een stok achter de deur om te blijven gaan.

Ik sprak met mezelf af om minimaal tien keer naar de gym te gaan in januari. Voor de fanatieke sportschoolbezoekers onder ons: inderdaad, helemaal niet heel indrukwekkend. Maar voor mij - die normaal gesproken niet meer dan 4 keer per maand de discipline kon opbrengen - een hele opgave. De tien keer was veel en ik heb mezelf en mijn stomme challenge menig dagen vervloekt. Maar ik ben wel gegaan. Ook op de dagen dat ik een lange werkdag had of wanneer ik moe was. Met elke keer die ik van mijn lijstje streepte nam het zelfvertrouwen een heel klein beetje toe.

Van squatstress naar squatsucces

En tot slot misschien wel de allerbelangrijkste tip: regelmaat vinden. Ik zag in zelfstandig sporten geen plezier. Het spelelement ontbrak en ik vond het saai. Naarmate ik regelmatiger ging, besefte ik me dat ik er heel anders naar moet kijken. De sportschool is wel degelijk een wedstrijd, een wedstrijd tegen jezelf. Door vaker te gaan merk je dat je lichaam sterker wordt, dat je meer kunt tillen, meer herhalingen kunt doen of het langer volhoudt.

Een training afsluiten met een extra set ten opzichte van de vorige keer geeft een kick, je hebt gewonnen van jezelf. Langzaam maar zeker maakt squatstress plek voor squatsucces. Deze succesbeleving voedt de motivatie voor de sessie erna: kan je je lichaam dan nog iets verder pushen? Het kost misschien wat schoppen onder je kont, maar als het balletje gaat rollen wordt het leuk. Gun jezelf het plezier van progressie boeken.

Of ik me ooit echt thuis ga voelen in de sportschool? Nee, ik denk het niet. Ik blijf geïntimideerd door de boze gezichten van grote mannen die honderden kilo’s tillen en de strakke blik van de fanatieke sporters die precies weten wat ze doen. Wel heb ik er plezier in gekregen en voel ik me redelijk zelfverzekerd. De loopband is er enkel nog voor een korte warming-up, daarna is het tijd voor andere, nieuwe oefeningen. Ik verstop me niet langer in de kleedkamer om de tijd tot een acceptabel vertrek te doden. Het begroeten van de baliemedewerker gaat nu met een glimlach en de klok boven de halterschijven lijkt sneller te tikken dan voorheen. Geef niet toe aan de angst, maar probeer hem te doorbreken. Het is groter in je hoofd dan in de realiteit, echt waar. Werk er aan en bewaar die knikkende knieën voor het voldaan naar buiten lopen na een zware training.

Door: Men's Health


Wil jij twee keer per week de beste looptips, motiverende artikelen en fijne winacties ontvangen? Schrijf je dan nu in voor onze nieuwsbrief!