Hardloper Amelia Boone over haar eetstoornis
Ultraloper Amelia Boone worstelde twintig jaar met anorexia. Met haar onthulling ontstond er een platform waar hardlopers konden leren om op een andere manier het gesprek over deze aandoening aan te gaan.
© JAKE STANGEL

Tot op de dag dat Amelia Boone, die zowel ultralopen als obstaclerunning beoefende, op ‘publiceren’ klikte om haar blog wereldkundig te maken, was ze vol twijfel of ze het wel zou doen. De blog bracht meteen veel teweeg in de duursportwereld en houdt de gemoederen nog altijd bezig.
‘Ik had zoiets van, waarom doe ik dit? Ik ben er nog lang niet helemaal van hersteld’, vertelde ze later aan Runner’s World.
Ook nadat ze haar bericht online had gezet, bleef ze kritisch op haar eigen motivatie om die zeer persoonlijke ervaringen zo breed te delen. Uiteindelijk, gaf Boone aan, was opluchting het overheersende gevoel nadat ze haar twintigjarige worsteling met anorexia openbaar had gemaakt. ‘Het voelt echt alsof je een vest van 100 kilo van je afschudt’, zei ze.
Nu hoefde ze niet langer een belangrijk deel van haar leven geheim te houden. Met de publicatie van haar blog maakte ze een einde aan wat ze haar ‘periode van selectieve kwetsbaarheid’ noemde. Eindelijk kon ze de waarheid – haar waarheid – vertellen over de oorzaken van de herhaalde stressfracturen waar ze mee te maken kreeg.
‘Ik voelde een enorme schaamte, en aanhoudende schuldgevoelens, omdat ik als geen ander wist waarom ik vier keer tegen een stressfractuur aanliep’, zei ze.
Natuurlijk kan ze niet helemaal zeker zijn van de oorzaak van deze fracturen, maar ze vermoedt sterk dat het iets te maken heeft met het zogenoemde RED-S (relative energy deficit in sport), een relatief tekort aan energie bij sportbeoefenaars. Er is dan sprake van een discrepantie tussen energie-inname en energieverbruik. In ieder geval speelde het volgens haar een belangrijke rol: ‘Ik deed alles wat mogelijk was, en toch kreeg ik herhaaldelijk nieuwe fracturen.’
Een bijkomend voordeel van haar publieke ‘coming out’ is dat ze anderen die met soortgelijke problemen worstelden de gelegenheid gaf hun eigen verhaal daarin te herkennen, en ermee te vergelijken. Ze zien in Boone een atlete die haar kracht toonde, niet door te doen alsof ze anorexia overwonnen heeft, maar door moedig genoeg te zijn om toe te geven dat ze er nog steeds mee aan het worstelen is.
Doorbreek de stilte - en begin een gesprek
Slechts een paar mensen wisten van Boone’s aandoening en haar beslissing, om in april van dit jaar in behandeling te gaan. Ze onderging die gedeeltelijk intern in het ziekenhuis bij Opal Food & Body Wisdom, een instituut dat is opgericht door Kara Bazzi, een therapeut die zelf een eetstoornis had toen ze langeafstandsloper was.
Op het moment dat Boone haar blog publiceerde, had ze al tienduizenden fans en volgers op sociale media. Voor elk van hen kwam haar onthulling als een complete verrassing. Boone wilde ook gedurende haar behandeling, en tijdens haar weg naar herstel, de situatie voor zichzelf houden.
‘Ik wilde er vele jaren geleden al over praten. Nooit voelde het echter als het juiste moment’, zei ze. ‘Ik wilde er niet over praten, omdat ik het gevoel had dat ik onvoldoende mijn best deed om ervan te herstellen.’
De eerste keer dat ze in behandeling werd genomen was inclusief een opname in een ziekenhuis. Geruime tijd erna werd ze opnieuw in behandeling genomen, en overwoog toen al haar strijd openbaar te maken, omdat ze wist dat de schaamte en het stigma beide goed gedijen in stilte.
‘Het werd altijd tegengehouden door het deel van mij dat denkt, nou, wat heeft erover praten eigenlijk voor zin? Mijn verhaal zou van niemand de mentale toestand verbeteren’, zei ze. ‘Maar die overtuiging veranderde en uiteindelijk denk ik dat het toch wel enige invloed zal hebben. Het draagt er in ieder geval toe bij om het gesprek erover op gang te brengen en gaande te houden.’
De berichten die ze nadien van anderen, die zich in een soortgelijke worsteling bevonden, kreeg toegestuurd bevestigden wat ze al wist: ze was absoluut niet de enige. Experts schatten het percentage vrouwen dat anorexia zal ontwikkelen op ongeveer 1 tot 2 procent. Voor mannen ligt dat nabij de 0,3 procent. Het percentage eetstoornissen onder hardlopers is waarschijnlijk veel hoger. Een onderzoek onder vrouwelijke hardlopers op Amerikaanse colleges bracht aan het licht dat ongeveer een kwart van hen een of andere vorm van eetstoornis had.
Dit impliceert dat de meeste hardlopers iemand kennen die een eetstoornis heeft. En hoewel het vaak een moeilijk onderwerp is om aan de orde te stellen, kan een open gesprek inderdaad de katalysator zijn die iemand ertoe beweegt hulp te zoeken of hen ondersteunen bij hun herstel, zei Lauren Smolar van de National Eating Disorders Association.
Ga het gesprek aan
Toen Bazzi zelf met een eetstoornis te maken had, zaten er vier jaren tussen het moment dat zich realiseerde een probleem te hebben, en het moment dat ze op zoek ging naar een behandeling. Gedurende die vier jaar werd ze slechts door één persoon aangesproken. ‘Ik weet niet hoe mijn leven zou zijn gelopen als meer mensen hun bezorgdheid hadden uitgesproken. Dat is blijkbaar nog niet zo eenvoudig als het misschien lijkt’, zei ze.
Om deze reden adviseert ze mensen om het gesprek aan te gaan. ‘Als je merkt dat iemand die je kent ermee aan het worstelen is, ga dan dat moeilijke gesprek aan, en neem het risico dat je het misschien verkeerd hebt ingeschat voor lief’, zei Bazzi. ‘Ik ben ervan overtuigd dat het een daad van liefde is om dat te doen, zelfs als iemand er nog niet aan toe is om hulp te krijgen, of in de verdediging schiet.’
Wat moet je dan zeggen?
Wat moet je precies zeggen tegen iemand waarvan je vermoedt dat er een eetstoornis in het spel is? Voordat je het gesprek aangaat, moet je nadenken over je eigen relatie met eten, zei Bazzi. Als je je ooit hebt afgevraagd of je met je eetgedrag in gevaarlijk gebied bevond, deel die ervaring dan. Het kan de kans verkleinen dat je veroordelend overkomt of dat het lijkt alsof je je op de een of andere manier superieur op wilt stellen.
Vooraf kennis opdoen over eetstoornissen kan helpen, maar besef dat het niet jouw taak is om iemand daarvoor te behandelen. Je kunt anderen niet dwingen een stap te zetten waar ze nog niet aan toe zijn, zei Laura Moretti, een sportdiëtist die gespecialiseerd is in eetstoornissen. Je belangrijkste boodschap zou moeten zijn ze te laten weten dat je er bent als ze je nodig hebben.
Als je bij iemand het probleem ter sprake wilt brengen, dan moet je rekening houden met de timing, zei Smolar. Het is bijvoorbeeld beter om met iemand onder vier ogen te praten, in een rustige setting en als hij of zij ontspannen is, in plaats van je zorgen te uiten midden in de training van je hardloopgroep, of wanneer iemand gestrest is over, bijvoorbeeld, een werkproject of een situatie thuis.
Het draait ook om de juiste gesprekstechniek, zei Moretti. Vermijd uitspraken die kunnen worden geïnterpreteerd als beoordelend of beschuldigend. Blijf bij jezelf door zogenoemde ‘ik’-boodschappen te gebruiken en deze te richten op gedrag. Bijvoorbeeld: ‘Ik heb gemerkt dat je niet met het team mee-eet, terwijl je dat altijd zo leuk vond. Ik maak me zorgen om je.’ ‘Je lijkt de laatste tijd niet jezelf. Is er iets waarover je wilt praten?’
Vraag wat je kunt doen om die persoon te steunen. Als je wilt, kunt je suggesties doen, bijvoorbeeld door te helpen een behandelaar te vinden die gespecialiseerd is in eetstoornissen, zei Smolar. Het beste werkt om het initiatief bij hen te laten en ze zelf aan te laten geven wat ze nodig hebben of niet.
Wat als je een boze reactie krijgt?
Houd er rekening mee dat de persoon zich boos en aangevallen kan voelen, of ontkent dat er iets mis is. Blijf dan kalm en zeg iets als: ‘Oké, dat is goed om te weten, ik wilde gewoon even informeren naar hoe het met je gaat.’
Als je met boosheid gaat reageren, kan dat de deur sluiten voor toekomstige gesprekken. ‘Als je neutraal blijft’, zei Bazzi, ‘geef je het signaal dat je een veilig persoon bent en blijft de drempel voor een volgend contact laag.’ Volgens Boone hoef je het gesprek niet ingewikkeld te maken.
‘Ik denk dat iedereen het wel fijn vindt als de mensen gewoon even vragen hoe het ermee gaat’, zei Boone. ‘Bijvoorbeeld: Hallo, hoe gaat het met je, ik heb gemerkt dat je de laatste tijd een beetje afwezig/niet jezelf bent geweest, of de laatste tijd een beetje anders doet. Meer hoef je niet te zeggen, dat is genoeg. Ga niet naar antwoorden zitten vissen, maar zorg dat je er gewoon bent voor iemand.’
Ze herinnert zich die keer, een paar jaar geleden, dat haar chiropractor haar in de ogen keek en die eenvoudige vraag stelde. ‘Ik wist heus wel dat het toen niet goed met me ging’, zei ze. ‘En die ene vraag heeft me echt aan het denken gezet.’
Hoewel haar beslissing om uiteindelijk hulp te zoeken haar eigen initiatief was, deden opmerkingen en vragen als deze hun werk en brachten ze haar besluit om er niet langer van weg te kijken waarschijnlijk dichterbij.
Wat kun je beter niet zeggen
Woorden hebben kracht in beide richtingen; opmerkingen van anderen kunnen iemand stimuleren hulp te zoeken, maar ook ontmoedigen om ermee aan de slag te gaan. Morretti wijst er op dat generaliseren niet effectief is. Zeg daarom geen dingen als ‘ach, iedereen telt calorieën’ of ‘het is normaal dat hardlopers niet ongesteld worden’. Zelfs als je doel is om de ander op diens gemak te stellen, kun je onbedoeld de behoefte aan ondersteuning verder afzwakken.
Boone herinnert zich een gesprek dat een flinke negatieve impact op haar had. Het was met een ex-vriend. Ze had eindelijk de moed verzameld om haar geschiedenis aan hem bekend te maken. Zijn reactie was: ‘Oh, heb je een probleem met eten? Dat heeft elke vrouw, jij bent heus niet de enige, dus doe er alsjeblieft niet zo moeilijk over’. ‘Ik heb er daarna heel lang over gezwegen. Ik had zoiets van: blijkbaar heeft iedereen dit, dus ik zou er geen probleem van moeten maken.’
Gewicht is een onderwerp dat je beter kunt mijden in zo’n eerste contact. Ten eerste zijn er eetstoornissen in alle soorten en maten. Zelfs bij anorexia ligt het ingewikkelder dan het lijkt. De bodymassindex (BMI) was lange tijd een instrument om de diagnose te stellen, maar wordt inmiddels daarvoor niet meer gebruikt.
‘Je kunt niet alleen op basis van uiterlijke kenmerken vaststellen dat iemand worstelt met het gewicht’, zei Moretti. Trouwens, als je wijst op iemands gewichtsverlies, kun je onbedoeld het gedrag versterken en omdat je daarmee bevestigt dat ze – althans naar hun idee – op het goede spoor zitten.
Wat je ook beter kunt laten, is aanbevelingen doen over wat iemand wel of niet zou moeten eten. Boone vertelde dat ze in de periodes waarin ze met de stressfracturen kampte, veel ongevraagd advies kreeg.
‘Mensen kwamen met allerlei adviezen: je moet meer vlees eten, ga het Paleodieet volgen of eet geen snoepjes en koekjes meer’, zei ze. ‘Ik hoefde dat niet te horen, want ik had helder voor ogen staan wat me te doen stond: een passende hoeveelheid voedsel naar binnen werken. Geen enkel dieet zal een eetstoornis oplossen.’
Geef steun tijdens en na de behandeling
Meestal zijn de leden van de familie en vrienden de eersten die opmerken dat er iets aan de hand is. Toch kunnen ook zij verrast zijn als iemand in hun naaste omgeving onthult dat hij of zij in behandeling gaat.
De gepaste eerste reactie zou dan volgens Bazzi moeten zijn: luisteren. ‘Laat ze praten, en laat met non-verbale signalen zien dat je om ze geeft’.
Vervolgens is het prima om toe te geven dat je je ongemakkelijk voelt of onzeker bent over hoe je moet reageren. Je kunt het gevoel van er alleen voor te staan – dat vaak gepaard gaat met een psychische aandoening zoals een eetstoornis – verminderen door steeds te laten merken dat je om de persoon geeft en er bent om hem of haar te ondersteunen.
‘Het belangrijkste is dat je hen de ruimte geeft’, zei Boone. ‘Ik zie je. Ik hoor je. En ik ben hier voor jou.’
Een andere boodschap die positief kan werken is: hun moed erkennen. Hulp zoeken is niet eenvoudig. Laten merken dat je daar oog voor hebt, kan het vertrouwen van de persoon in de gemaakte keuzes versterken.
‘Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: ik begrijp er niet alles van, maar kan me wel voorstellen dat het echt moeilijk is. Ik vind het geweldig om te zien hoe je ermee bezig bent’, zei Moretti.
De behoefte aan ondersteuning stopt niet wanneer iemand besluit om professionele hulp te zoeken. Boone zei dat ze tijdens haar verblijf in het instituut van Bazzi, het zeer op prijs stelde dat haar vrienden eenvoudige berichtjes stuurden om haar te laten weten dat ze aan haar dachten. En ook na de behandelperiode was het fijn dat ze voortdurend steun van anderen kreeg.
‘Vaak is de periode na de behandeling moeilijker dat de behandelperiode zelf’, zei Moretti. Het echte herstel kan nog maanden of zelfs jaren in beslag nemen.
Steun op lange termijn
Als het gaat over steun op lange termijn, dan zijn veel van de besproken richtlijnen van toepassing. Het is prima om te vragen hoe de behandeling verloopt, want je toont daarmee oprechte menselijke betrokkenheid, zei Moretti.
Nogmaals, besteed geen aandacht aan iemands uiterlijk. Zelfs als iemand in het kader van een behandeling, bezig is om aan te komen, kunnen onschuldig klinkende opmerkingen als ‘je ziet er gezond uit’ worden opgevat als de boodschap: ‘je wordt dik’. In plaats daarvan kun je aandacht hebben voor de positieve veranderingen die je ziet in gedrag en persoonlijkheid, zei Moretti. Denk aan uitspraken als: het is goed om je te zien met een glimlach op je gezicht, of: ik heb je gevoel voor humor gemist; het is fijn om je weer grapjes te horen maken.
Samen eten of toch niet?
Hoe ga je om met maaltijden met een persoon die herstellende is van een eetstoornis? Samen eten vraagt zowel verantwoordelijkheid als gezelligheid, zei Bazzi. Weersta de drang om je op te stellen als een agent van de voedselpolitie. Eten is al stressvol genoeg, en hoe meer je het gesprek kunt afhouden van wat er op het bord ligt, hoe beter. Vermijd ook je eigen stokpaardjes over voeding en diëten. Breng niet ter sprake dat je overweegt om een ketodieet te gaan volgen, of dat je suikervrij wilt gaan eten. Als jullie in een restaurant gaan eten, doe dan ook niet moeilijk over de bestellingen en vermijd zoveel mogelijk speciale (dieet)wensen daarbij.
Boone kreeg niet alleen te maken met ongevraagd advies over haar eetgewoonten. Nogal wat mensen kwamen met opmerkingen over haar manier van trainen, iets wat ze niet op prijs stelde.
‘Er waren mensen die me wisten te vertellen dat ik uit de sport moest stappen of ten minste moest stoppen met hardlopen om te kunnen herstellen’, zei Boone. Maar was het wel nodig om te stoppen? Die vraag was een van haar belangrijkste redenen om in behandeling te gaan. Natuurlijk is elke hardloper uniek. In overleg met haar behandelteam werd besloten dat de relatie die Boone heeft met hardlopen door kon gaan, mits ze er goed en bewust mee om bleef gaan.
Help mee de cultuur te veranderen
Hoewel Boone beseft dat bij eetstoornissen genetische en psychologische factoren een deel van de complexe basis vormen, is er geen twijfel over de bijdrage van de huidige cultuur rond diëten en gewicht, zei ze. Ze is ervan overtuigd dat veranderingen op dat gebied, in taalgebruik en aanpak, een positieve invloed zullen hebben bij het minimaliseren van de schaamte en het stigma die het herstel in de weg staan. Ze geeft enkele tips.
Om te beginnen posteert Boone de regel dan ze nooit commentaar geeft op iemands lichaamsomvang. ‘Ook niet als je denkt iemand daarmee een compliment te geven’, zei ze. Stel dat iemand al die kilo’s lichaamsgewicht is kwijtgeraakt door een behandeling tegen kanker?
Er wordt bij het definiëren van een goede gezondheid te veel waarde gehecht aan de cijfers van de weegschaal. Dat bemoeilijkt het proces van het zoeken naar de beste behandeling en herstel. ‘Als we met z’n allen ons best gaan doen om daar niet zoveel aandacht aan te besteden, dan denk ik dat het de samenleving als geheel ten goede zal komen’, zei Smolar.
Het probleem - en daarmee de behoefte aan verandering – speelt ook, en misschien nog wel sterker, in de wereld van de sport, zei Boone. ‘In de hardloopwereld hebben veel mensen het gevoel dat ze vrijuit commentaar kunnen leveren op het gewicht van andere hardlopers. We moeten dit stoppen.’
Voedingsmiddelen worden al snel ingedeeld in ‘goed’ of ‘slecht’, in ‘gezond’ of ‘ongezond’. Ook dat levert ons een slechte dienst, zei Moretti. ‘Je bezorgd jezelf een schuldgevoel over het eten van bepaald voedsel, zelfs als je geen eetstoornis hebt.
Boone hoopt ook dat ze, door toe te geven dat ze er niet in was geslaagd om in haar eentje de eetstoornis te overwinnen, anderen ervan kan overtuigen dat hulp zoeken geen teken van zwakte is. Sporters zoeken meestal niet zo snel hulp als ze problemen hebben, omdat ze gewend zijn doelen te stellen en zich vervolgens in te spannen om die te bereiken, zei Bazzi. In veel gevallen echter, kan vroegtijdige interventie door een speciaal opgeleide professional het herstelproces aanzienlijk versnellen.
Het zal in eerste instantie bedreigend voelen om jezelf open te stellen voor een ander, zelfs als het een professional in de geestelijke gezondheidszorg betreft. Toch biedt het delen van je worstelingen het extra voordeel dat het gevoel er alleen voor te staan vermindert. ‘Naar mijn persoonlijke mening willen we allemaal onderling verbonden zijn, en gezien en gehoord worden’, zei Boone. ‘Ons leven wordt gemakkelijker als we ons niet mooier voordoen voor elkaar dan we feitelijk zijn, en ons gaan verhouden tot anderen met al onze worstelingen en onze menselijke beperkingen. Je voelt je dan niet zo alleen.’
Als je worstelt met een eetstoornis en behoefte hebt aan informatie of ondersteuning, dan zijn daarvoor in eerste instantie de huisarts en bureau Jeugdzorg de aangewezen ingangen. Zoek je telefonisch contact, dan kan dat via WEET (de vereniging rond eetstoornissen). Ze hebben een hulplijn 085-1304617. Waarschuwingssignalen van een eetstoornis, al dan niet aan sport gerelateerd, omvatten (maar zijn niet beperkt tot): drastische veranderingen in eet- of trainingsgewoonten of in gewicht; preoccupatie met gewicht, calorieën tellen of voedselgroepen beperken. Ook het vermijden van gezamenlijke maaltijden of ander geheim gedrag rond voedsel; gebrek aan flexibiliteit met eten en trainen; onregelmatigheden bij de menstruatie; stressfracturen; psychische klachten als angst en depressie; en problemen met de spijsvertering kunnen een indicatie zijn dat er sprake is van een ongezonde omgang met voeding.
Tekst: Cindy Kuzma