Rob Jetten wil vogels horen tijdens het lopen
In de rubriek Ik ben een loper vertellen min of meer bekende Nederlanders over hun looppassie. Zo ook D66-fractievoorzitter Rob Jetten.
© dirk-jan van Dijk

Ervaren of beginner
‘Ik heb altijd fanatiek gesport. Dat zit in de familie. Mijn moeder hockeyde, mijn vader voetbalde in het eerste elftal van UDI’19 uit Uden. Daar heb ik ook gespeeld. Ik zat in de B1, was zestien jaar toen ik in de zomer mijn conditie op peil ging houden bij de atletiekvereniging in Uden, waar mijn zusje lid was. Een van de trainers zei dat ik een mooie hardlooptechniek had. Ik heb me toen ingeschreven voor de open Brabantse kampioenschappen en wist als nieuwkomer op afstanden tussen de 100 en 800 meter medailles te pakken. Ik heb de atletiek nog een jaar gecombineerd met voetballen, maar toen ik tweede werd op de 400 meter bij de NK junioren besloot ik me volledig op het lopen te richten. Dat deed ik bij Seven Hills Runners in Nijmegen.’
Ambitieus of recreatief
‘Ik ben heel erg competitief. Dat is er thuis met de paplepel ingegoten. Toen ik medailles ging pakken, smaakte dat alleen maar naar meer. De eerste keer onder de 50 seconden op de 400 meter vond ik een bijzonder moment. De indoorwedstrijden vond ik mooi, daarvoor moest je in die tijd nog naar Duitsland of België omdat er in Nederland nog geen hal was. Binnen ging ik nog meer dood dan buiten. Als ik na een training niet moest overgeven of niet tot het gaatje was gegaan, had ik in mijn ogen niet hard genoeg getraind. Ik wilde mezelf tot het uiterste testen.’
Soepel of zwoegen
‘Bij een training liep ik op een gegeven moment een blessure aan mijn hamstring op. Die zou me zes of zeven maanden revalidatie kosten. Op dat moment zat ik in het tweede jaar van mijn studie en werd ik langzaam actief bij de Jonge Democraten. Ik moest beslissen: ga ik er nog helemaal voor? En hoe goed ga ik dan nog worden? Uiteindelijk ben ik recreatief gaan lopen. Als ik niet om prijzen mee kon doen, richtte ik me liever op mijn studie en de politieke hobby die het toen nog was. Ik moet zeggen: soms mis ik het. Laatst liep mijn petekind, een meisje van vijf, haar eerste atletiekwedstrijd in Amsterdam. Vond ik toch wel weer mooi, de hele dag doorbrengen op de baan.’
Afstand of tempo
‘Omdat ik van huis uit een sprinter ben, vind ik alles van boven de tien kilometer wel een uitdaging. Ik heb tegenwoordig als fractievoorzitter minder tijd voor hardlopen dan ik zou willen. Het liefst ga ik drie keer per week, maar als ik de twee haal ben ik ook tevreden. Op zaterdagen sluit ik in Nijmegen aan bij een loopgroepje. Als ik zelf ga, neem ik een rondje van tussen de zes en tien kilometer. Twaalf kilometer per uur vind ik een lekker gemiddelde.’
Inspiratie of ontspanning
‘Als ik ga hardlopen, wil ik even nergens aan denken. Daarom luister ik ook nooit naar muziek onderweg. Ik wil de vogeltjes horen, in de natuur zijn. Ja, hardlopen werkt ontspannend, maar het is niet zo dat ik het nodig heb om mijn werk te kunnen doen. Fractievoorzitter ben je zeven dagen per week, 24 uur per dag, en dat brengt altijd wel een vorm van stress of druk met zich mee. Daarom maak ik in mijn bestaan altijd wel een dagdeel in de week vrij om wat leuks te doen met vrienden, waardoor ik even niet aan werk denk. Hardlopen is ook zo’n moment. Ik neem tegenwoordig alleen mijn privételefoon mee, zodat ik echt even kan ontsnappen. Wat ik verder doe om te ontspannen? Ik kijk veel foute Netflix-series, zoals ik ze noem. De wat grovere shows. Sex Education vond ik fantastisch, met die typische Britse humor. In Den Haag heb ik met m’n collega thuis veel Champions League-voetbal gekeken. Van kinds af aan ben ik supporter van Feyenoord, en door mijn studententijd in Nijmegen ook van NEC. Je kunt zeggen dat ik een moeilijk seizoen heb gehad.’
Wil je het hele interview met Rob Jetten lezen? Koop dan nu Runner's Word september via de webshop (nu zonder verzendkosten)!
Tekst: Koen van der Velden
Fotografie: Dirk-Jan van Dijk