Erben en Arjen: Tranen op de Coolsingel
Erben Wennemars en ex-topvoetballer Arjen Robben zouden aan de start van de NN Marathon Rotterdam staan. Een goed gesprek over de wil om te winnen, doseren én genieten.
© Dirk-jan van Dijk

Een zondagmiddag in Dalfsen. Buiten laat storm Dennis de bomen buigen. Binnen bestuderen Erben Wennemars (44) en Arjen Robben (36) een vederlichte hardloopschoen in fluorescerende kleuren die op de keukentafel staat. Een klein beetje ironisch is het wel: de voormalige wereldkampioen sprint en de ex-topvoetballer die vermaard was om zijn duizelingwekkende dribbels in een geanimeerd gesprek over de oudste duursport ter wereld: de marathon.
Van Wennemars was bekend dat hij tegenwoordig veel verder kijkt dan 1000 of 1500 meter op een ijsbaan. Wie een blik werpt op het natuurschoon in zijn geboortestreek, begrijpt meteen waarom hij na zijn schaatsloopbaan besloot zich toe te leggen op hardlopen, wielrennen en mountainbiken. Er gaat geen dag voorbij dat de hyperactieve boerenzoon niet langs de toppen van zijn uithoudingsvermogen scheert. Volgens zijn vrouw Renate functioneert Wennemars simpelweg niet zonder sport. ‘Dat herken ik wel,’ zegt Robben. ‘Ik kan daar ook onrustig van worden.’ Sinds zijn laatste wedstrijd in mei 2019 is hij geen grammetje aangekomen. ‘Na de zomer ben ik nog even bij de cardioloog van Bayern München langsgegaan. Ik deed dezelfde testen die iedereen in de selectie moest doen. Hij kent me goed en zei: ‘Als jij gewoon lekker blijft sporten, is er niks aan de hand.’ Ik heb geen speciaal trainingsprogramma nodig om af te bouwen.’
Het voetballen mist hij niet
Robben werd voor de twaalfde keer landskampioen. Het was een afscheid in stijl voor de man die vaak na fysieke tegenslagen sterker wist terug te komen. Daarna ging hij niet, zoals de meeste ex-topspelers, op een lager niveau nog even verder. Voor feestpartijtjes van de zogeheten Bayern-legends liet hij zich evenmin strikken. En de coach van de Nederlandse oud-internationals hoeft hem ook niet te bellen voor de traditionele nieuwjaarswedstrijd. Robben richtte zijn vizier op takken van sporten die iets meer energie vergen. Voetballen deed hij nog maar één keer, in de afscheidswedstrijd van Rafael van der Vaart in oktober.
‘Het klinkt misschien gek, maar ik heb de behoefte niet gehad. De keuze om te stoppen was supermoeilijk: de moeilijkste die ik ooit heb gemaakt in mijn leven. Nadat we het thuis hadden besproken en het voor mij vaststond, zei ik tegen mijn vrouw: ‘Geef me één, twee weekjes om aan het idee te wennen.’ Ik wilde niet dat het me zou benauwen. Maar het was gewoon goed. Het eerste halfjaar ging het prima, ik was echt aan het genieten van mijn gezin en de familie. Ik miste het voetbal niet. Alleen in december, net voor de kerst, was er een korte periode dat ik een wedstrijd op tv zag en het even begon te kriebelen. Dat gevoel kwam ineens opzetten, maar was ook zo weer weg.’
De marathon als uitdaging
In plaats van over het gras slalomde Robben onlangs voor het eerst door de sneeuw in Oostenrijk. Van skiën kwam het nooit tijdens zijn loopbaan, die negentien jaar duurde. Het was een lang gekoesterde wens van hem. Een paar maanden eerder had hij, als ambassadeur van de Groningen Swim Challenge, acht kilometer in het water gelegen om geld op te halen voor kankeronderzoek. ‘Voor een niet-zwemmer is dat best een eind,’ zegt hij. ‘Maar ik zocht iets wat bij mij past. Je kon ook kiezen voor de City Swim door de grachten, een afstand van 1500 meter. Dat vond ik iets te kort. Als ik zoiets doe, moet het wel gelijk een echte uitdaging zijn.’ Vanwege die eigenschap benaderde Wennemars hem ook voor de marathon. ‘Toen Arjen stopte met voetballen, dacht ik meteen: dat is een leuke gozer om een paar sportuitdaginkjes mee aan te gaan. Hij is gewoon een atleet, dat zie je aan alles. Je komt echt niet zo ver met alleen een beetje sprinten, dan hou je het niet vol. Ik ben ervan overtuigd dat zijn basis heel goed is.’
Wennemars leerde Robben – toen nog actief als voetballer - kennen toen hij hem een paar keer belde voor zijn wekelijkse sportrubriek op de radio. Ze vonden elkaar snel in hun diepgewortelde gedrevenheid.
Je moet je eigen voorwaarden creëren om succesvol te zijn
Wennemars: ‘Alle sporten hebben hun eigen dynamiek en tactische en technische dingetjes. Maar als op het winnen aankomt, als je écht in de top meedoet, is het mechanisme overal hetzelfde. Sven Kramer zal precies zo denken als Arjen Robben. Epke Zonderland en Matthieu van der Poel ook. Die denken… anders. Het is een bepaalde drive; de wil om te winnen die heel diep zit.’ Robben: ‘Dat is ook moeilijk aan te leren, denk ik. Dat zit in je of niet.’
Wennemars: ‘Schaatscoach Jac Orie zegt het heel mooi. Het woord talent wil hij eigenlijk helemaal niet horen. Het is een voorwaarde. Voor de rest moet je zoveel mogelijk voorwaarden creëren om succesvol te kunnen zijn. Als je je puur richt op talent, heb je daar alleen maar last van. Het is geen toeval dat Arjen tien jaar bij Bayern München heeft gespeeld. En wat ik zo mooi vind aan Sven Kramer, is dat hij niet één jaar heel goed geweest. Want dan is het vaak geluk. Maar jaar in, jaar uit hetzelfde doen en blijven winnen en dan nóg de wil hebben om door te gaan; dáár zit het geheim van topsport.’
Je mentaliteit bepaalt of je het gaat halen
In 2017 werd Robben een keer na 85 minuten gewisseld door trainer Carlo Ancelotti. Bayern stond met 1-0 voor, het was een doorsnee competitiewedstrijd. Ontstemd liep de aanvaller naar de kant, hij keek zijn trainer niet aan. Enkele voetbalanalisten bekritiseerden zijn onvrede, verweten hem een gebrek aan teamgeest. Wennemars vond het juist prachtig, vanwege de eerzucht bij een speler die alles eruit wil halen, ook als het misschien niet meer hoeft. In een column over topsportbeleving riep hij anderen op: Vind jouw innerlijke Arjen Robben. ‘Het is maar net wat mensen willen zien,’ zegt de oud-international, die 93 wedstrijden voor het Nederlands elftal speelde en aan zes eindtoernooien meedeed. ‘De buitenwereld legt zo’n wissel graag anders uit. Maar als je weet hoe iemand in elkaar zit, wat erachter zit. Alles wat ik heb bereikt, is een kwestie geweest van mentaliteit. Dat heb ik altijd gezegd. Daarom kijk ik nu ook met interesse naar de volgende generaties. Ik heb zoveel jongens meegemaakt die misschien over meer talent beschikten dan ik; dat begon al in de jeugd van FC Groningen. Uiteindelijk gaat het om je karakter. Wat doe je ermee? Ja, talent moet je zeker hebben. Maar je mentaliteit bepaalt of je het gaat halen.’
Na 42 kilometer komt Erben strompelend over de finish van zijn eerste marathon
Uitgewoond strompelde Erben Wennemars op 17 oktober 2010 over de finishlijn van de Amsterdam Marathon. Een tv-camera ving minutenlang zijn holle blik. Er klonk verbijstering door in zijn stem toen hij stamelde: ‘Ik vind het echt verschrikkelijk. Dit doe ik nooit, nooit meer.’ Tien jaar en twintig marathons later praat hij monter en gepassioneerd – want een andere vorm van converseren bestaat er niet voor hem – over de schoonheid van hardlopen. Het filmpje van het uur waarin hij zo onwaarschijnlijk heeft afgezien, stuurde hij ook naar Duitsland. Ter lering en vermaak. ‘Een legendarisch interview,’ zegt Robben met een grijns. Hij schrikt niet zo snel. Hoeft ook niet, haast Wennemars zich te zeggen. ‘Want Arjen is fit en heeft veel meer getraind dan ik destijds.’
Op dat moment had Wennemars nog niet eerder meer dan 21 kilometer gelopen. En zijn voorbereiding op de marathon was, op z’n zachtst gezegd, niet optimaal. ‘Op zaterdagmiddag stond ik op het voetbalveld met mijn zoontje. De coach van de tegenpartij vertelde dat hij de volgende morgen in Amsterdam de marathon ging lopen. Ik dacht: het is eigenlijk best mooi weer, ik wil het wel eens ervaren. Spontaan belde ik Jos Hermens (organisator, red.) om te vragen of hij nog een startbewijs voor me had. Zoiets had hij nog nooit meegemaakt, maar hij ging het regelen. Die zondag ben ik gewoon gaan lopen. Ik ken cabaretier Dolf Jansen vrij goed. Hij woont langs de Amstel en liep halverwege nog een stukje met me mee. Toen had ik nog genoeg bravoure. Maar na 30 kilometer ging het licht uit. En na 37 kilometer ging ik echt gigantisch naar de kloten. Ik was het niet gewend zo lang een zware inspanning te moeten leveren. Op een gegeven moment stopt je lichaam gewoon. Het voelt alsof je naast jezelf staat en denkt: dit is best treurig. Na 40 kilometer heb ik echt overwogen uit te stappen. Lopen was zwalken geworden.’
Robben als de beginneling zoals Wennemars dat ooit was
Waarom hij dan toch weer begon? ‘Omdat het me best wel irriteerde. Ik vond dat lopen aanvankelijk hartstikke leuk. Dan moet het toch ook op een normale manier kunnen?’
Tijdens zijn tweede marathon lag het kantelpunt opnieuw bij 37 kilometer. Maar vanaf dat moment zat er een stijgende lijn in zijn prestaties. De 3.14 van 2010 is 2.48 geworden. Hij is nu een ervaringsdeskundige die ook de straten, bruggen en parken van New York en Berlijn heeft gezien. Arjen Robben is de beginneling zoals Wennemars dat ooit was. Maar de omstandigheden zijn wezenlijk anders. Behalve schaatstrainer, tv-commentator, columnist, inspiratiecoach en spreker is Wennemars tegenwoordig ook hardloopambassadeur van Nationale-Nederlanden. Aan de hand van een professioneel schema bereiden ze zich grondig voor op de veertigste NN Marathon Rotterdam. Vier keer per week lopen ze in hun eigen omgeving door de bossen: Robben in Grünwald, Wennemars in Dalfsen.
Artikel gaat onder de video verder.
'Samen' hardlopen op afstand werkt als een goede stimulans
Via de sporthorloges om hun pols wisselen ze data uit. Wennemars: ‘We onderhouden een innig app-contact. Normaal gesproken ben ik daar niet zo van, maar ik vind het nu heel leuk om screenshots door te sturen. Voor mij is dit een goede stimulans, omdat ik weet: hij is óók aan het lopen. Ik ben nog nooit zo fanatiek geweest met schema’s.’
Hun gerichte aanpak moet ertoe leiden dat ze op 5 april naast elkaar op de Coolsingel de laatste meters afleggen. Robben: ‘Ik ben heel benieuwd. Dit is nieuw voor mij. Langzaam heb ik het de afgelopen maanden opgebouwd. Door dat horloge kun je goed toetsen waar je mee bezig bent, dat vind ik leuk. Maar als je dertig kilometer loopt, let je nog niet echt op de tijd. Je hebt de neiging wat harder te willen en dat merk je dan meteen aan je hartslag. Ik zal straks dus beter moeten doseren.’
Een diepe buiging voor de eindtijd van Arjen
Wennemars: ‘Arjen is een stuk jonger. Ik ben inmiddels zover dat ik niet meer als een blinde naar die Coolsingel hoef te rammen. En dan kan het heel gaaf zijn. Als je in 3.13 kotsend over de streep kan komen of in 3.14 met een lach op je gezicht, zou ik zeggen: ga voor die lach. Ik heb dat moeten leren. Lopen is voor Arjen echt geen uitdaging. Een marathon winnen zal ook niet gebeuren. Het gaat erom dat je de balans vindt. Je bent gestopt als topsporter, je bent vader van een gezin, je hebt nu andere dingen te doen. Het doel zou dan moeten zijn: over die finish komen met het gevoel dat je jezelf hebt gepusht en je echt een prestatie hebt geleverd op een gezonde manier, met leuke mensen om je heen. Ik heb in een vol Thialf gestaan. Arjen scoorde in grote stadions. Je denkt dat nooit meer mee te maken nadat je gestopt bent. Maar ik liep een paar keer in mijn eentje over die Coolsingel en daar kreeg ik tranen van in mijn ogen. Dat euforische gevoel kun je dus nog steeds opwekken. En dát gun ik Arjen ook.’
Over zijn eindtijd spreekt Robben zich ietwat aarzelend uit. ‘Ik kan wel heel stoer gaan roepen wat mijn doel is, maar ik moet eerst maar zorgen dat ik überhaupt over de finish kom. Laten we zeggen dat we stiekem een doel hebben: ergens tussen de 3 uur en 3.15.’
Wennemars: ‘Ik denk echt dat hij het kan. Hij is al een grote meneer. Maar als hij dát doet, maak ik een hele diepe buiging voor hem.’
Dit artikel komt uit Runner's World april. Wil je meer van dit soort verhalen lezen? Neem dan een abonnement op Runner's World.
Volg je Runner's World al op Facebook, Instagram en Pinterest?