RW Retro met Abebe Bikila: De man die zijn benen kon laten fluisteren
Een verhaal over marathonlegende Abebe Bikila.
© getty images

De Olympische Spelen van Parijs zijn al even bezig, de atletiekonderdelen moeten nog beginnen. Terwijl de atleten zich massaal voorbereiden om misschien wel geschiedenis te schrijven, duiken we bij Runner's World de geschiedenisboeken in. Welke verhalen hebben de tand des tijds doorstaan en welke verhalen kunnen deze zomer aan dat lijstje worden toegevoegd? In deze aflevering van Runner's World Retro: marathonlegende Abebe Bikila, die de olympische marathon op blote voeten won.
Marathonlegende Abebe Bikila
Zoon Teferi Bikila was zelf net de wieg ontgroeid, toen de tweevoudige olympische kampioen plotseling stierf. Wat hij weet van zijn beroemde vader, heeft hij gehoord van diens moeder, een boerin die leefde van de opbrengsten van de veeteelt. Zij was een eenvoudige vrouw, die aanvankelijk de sportieve ambities van haar zoon wilde dwarsbomen met een gedwongen huwelijk. Hij moest uitblinken als ambtenaar, niet als hardloper.
Teferi herinnert zich het moment waarop hij voor het eerst besefte dat deze vreemde, wereldberoemde man zijn vader was. ‘Ik zag videobeelden van zijn olympische overwinningen. Zijn stijl was fantastisch! Ja, zonder twijfel was hij nu ook de beste geweest. Zonder overdrijven is hij een van de grootste atleten uit de geschiedenis.’
Blootsvoets op weg naar olympisch goud
De naam van Abebe Bikila is synoniem voor moeiteloos hardlopen. Een menselijke locomotief die zijn tijd ver vooruit was, een soort Thalys van vlees en bloed. De televisiebeelden zijn nooit meer van het netvlies geweken: die broodmagere atleet, blootsvoets over het Romeinse plaveisel op weg naar olympisch goud. Zijn bijna boze blik gericht op het oneindige, de machtige cadans nooit verbroken. Achteraf zei Bikila de lachsalvo’s wel te hebben gehoord. ‘Moet je mijn schoenen lenen?’, vroeg een toeschouwer.
Belangrijke wedstrijden loop je zonder schoenen
Alleen Afrikaanse ingewijden wisten dat deze onbekende atleet met borstnummer elf tot de favorieten gerekend moest worden. Tijdens de olympische selectie een maand eerder (!) had hij op ruim 2000 meter hoogte een tijd van 2.23 laten noteren, twee minuten sneller dan de olympische winnaar op zeeniveau in Melbourne (1956). Zijn tijd werd door de Ethiopische officials geheim gehouden.
Datzelfde was niet mogelijk in het geval van de materiaalpech, of misschien is amateurisme hier een beter woord. Omdat zijn vorige paar loopschoenen versleten was, kocht de Ethiopische kampioen een nieuw paar bij aankomst in Italië. Tijdens trainingen op het olympische parkoers liep hij blaren op, zo groot als eieren, die nog maar één uitweg boden om de pijn te verdragen: blootsvoets lopen.
Het startschot klonk om half zes ‘s middags. Voordat hij vertrok, vertelde Abebe Bikila nog dat het een Ethiopische gewoonte was om de schoenen uit te trekken voor een belangrijke wedstrijd. Zijn toehoorders geloofden dat.
Terwijl door de volgers weddenschappen werden afgesloten over op welk punt die rare snijboon in zwarte broek en groen shirt zou moeten afhaken, meldde Bikila zich na vijftien kilometer in een kopgroep van vier, met onder anderen de Belg Aureel Vandendriessche. Zijn laatste concurrent, de Marokkaan Abdesselam Ben Rhadi, schudde hij in de laatste kilometer van zich af. De beelden van de door toortsen beschenen (zweef)vlucht van een Afrikaans rendier en de aankomst bij het Colosseum, zijn onvergetelijk. Zijn tijd van 2.15.16 betekende een verbetering van het wereldrecord.
Zijn liefde voor sport was groot
In het boek Triumph and Tragedy beschrijft dochter Tsige Abebe hoe haar vader als jongen verbijsterd keek naar hardlopende mannen in begerenswaardig glinsterende sporttenues. Het waren leden van de olympische selectie. Daar op het sportveld nam de toen 18-jarige Abebe Bikila zich heilig voor in de voetsporen te treden van die mannen met die glimmende kleding en hij zei het ook tegen vrienden, die daar schamper om moesten lachen. Met de hulp van zijn halfbroer Kinfe meldde hij zich aan als beroepsmilitair voor het Vijfde Infanterie Regiment van de keizerlijke garde. In zijn vrije uurtjes sportte hij. In zijn geval was dat een estafette van voetbal, tennis, schieten, paardrijden en atletiek. De liefde voor sport in het algemeen heeft hij nooit verloochend. ‘Atletiek en de marathon in het bijzonder vereisen een streven naar algemene conditie. Zoveel mogelijk sport doen komt de bloedcirculatie ten goede en bevordert het zuurstofopnamevermogen,' verklaarde hij later monter.
Zijn moeder, Wudinesh Beneberu, zag aanvankelijk met leedwezen hoe haar oogappel zich steeds meer richtte op een lichamelijke tuchtiging die volgens haar maar tot één ding kon leiden: een hartaanval. Nadat hij weer eens uitgeput met zijn loopschoenen aan op bed in slaap was gevallen, besloot zij haar laatste troef uit te spelen. Een gedwongen huwelijk met de 15-jarige Yewebdar en eten op rantsoen, zouden hem op andere gedachten brengen. Een maand later won Abebe Bikila de 5000 en 10.000 meter tijdens de militaire kampioenschappen. De grote bekers die hij meebracht, braken moeders laatste verzet.
Hij ging altijd uit van de overwinning
Coach Onni Niskanen zei in 1982 dat het bijna onmogelijk was om Abebe Bikila te overtuigen van een andere dan zijn eigen mening. ‘Hij wilde aanvankelijk geen vitaminen nemen. Maar ik heb nog nooit een mens gezien met zoveel toewijding, met zoveel mentale veerkracht. Abebe is gevormd door één persoon: door Abebe Bikila zelf en door niemand anders. De mensen bleven ook maar vragen of hij zichzelf verrast had in Rome, omdat hij nog nooit eerder in het buitenland was geweest. Wie hem een beetje beter kende, wist dat hij altijd uitging van de overwinning. Nooit is hij bang geweest voor rivalen of was er sprake van enige ongerustheid.’
Alles staat in dienst van hardlopen, harder lopen
Woldemeskel Kostre, hoofdcoach en rechterhand van Haile Gebrselassie, zei ooit dat Abebe Bikila tot die categorie Formule 1-atleten behoorde, die zelf de grenzen bepaalt. ‘Hij was voor de duivel nog niet bang. En heel erg ambitieus. Alles staat in dienst van hardlopen, harder lopen.'
‘Ik weet nog goed hoe hij schijnbaar vanuit het niets 2.23 liep en zich plaatste voor Rome. Let wel: op hoogte. Het was een fantastische prestatie. De grote favoriet van die dagen, Wami Biratu, was geblesseerd. Dat was niet vreemd, want hij luisterde naar niemand en trainde rustig de hele dag door. Hij liep zichzelf kapot en moest plaatsmaken voor Bikila.'
Tweemaal een huldiging voor de eerste zwarte Afrikaan die olympisch goud won
De huldiging van de eerste zwarte Afrikaan die olympisch goud won, werd een week na aankomst uit Rome nog eens dunnetjes overgedaan ter gelegenheid van het Ethiopische Nieuwjaar. Bikila werd ontvangen in het keizerlijke paleis van Haile Selassie en door hem tot luitenant bevorderd. ‘Het is fijn dat we de mooiste vruchten hebben geplukt van ons sportsysteem’, zei de keizer, vooral ter meerdere glorie van zichzelf. Een paar maanden later vond er onder leiding van generaal Mengistu Neway een bloedige (mislukte) opstand plaats tijdens een buitenlandse reis van de keizer. Hoe betrekkelijk roem is, bleek uit de arrestatie van Abebe Bikila, alleen vanwege het feit dat hij lid was van de keizerlijke garde. Een etmaal later was hij weer op vrije voeten.
Prolongatie van de marathontitel kon hij beter uit zijn hoofd zetten
Het lijdt geen twijfel dat deze atleet, op zoek naar grenzen, zichzelf enkele keren voorbij is gesneld. Zijn meerderen riepen hem daarbij geen halt toe, integendeel. Bikila maakte er een gewoonte van om ook op rustdagen te trainen. In het olympische jaar 1964 liep hij in mei, tijdens de militaire kampioenschappen, de marathon in 2.23.14, wederom op hoogte. De tijd viel hem tegen en hij vond het gek dat hij ten prooi viel aan een beenblessure. De olympische favoriet was drie maanden uit de running.
Een maand voor de Spelen van Tokio leek bij een afrondend trainingskamp in Ethiopië het noodlot definitief toe te slaan. Met felle pijnscheuten in de rechterzij werd Bikila naar het ziekenhuis vervoerd, waar zijn blindedarm werd verwijderd. Artsen zeiden hem een prolongatie van de marathontitel uit het hoofd te zetten. Het werd hem ten strengste verboden om de eerstvolgende weken zware lichamelijke arbeid te verrichten, laat staan te trainen. Bikila wandelde echter de dag na de operatie al door de gangen van het ziekenhuis.
Op 21 oktober verpulverde hij het wereldrecord
Op 21 oktober nam hij klokslag half twee plaats bij de start, als kansloze, volgens de medici. Maar nadat de grote favoriet Ron Clarke zichzelf had opgeblazen, meldde het medische mirakel zich aan de kop, om er niet meer weg te gaan. Bijna een half miljoen Japanners zagen hem voorbijkomen. Degenen die in het stadion zaten, vergaten van verbijstering met hun vlaggetjes te wapperen toen ze Bikila na afloop molenwiekend oefeningen zagen doen, met een energie alsof hij daarna weer een marathon ging lopen. Zijn tegenstanders zakten stuk voor stuk in elkaar. Met 2.12.11 verpulverde de man die ziek thuis had moeten zitten, het wereldrecord. Bikila: ‘Ik heb altijd wel gedacht dat het gevaarlijk is om na een zware inspanning meteen te gaan rusten. Vandaar dus mijn ontspanningsoefeningen.’
Hij wilde zichzelf graag bewijzen
Was Abebe Bikila een macho die op alle mogelijke manieren zijn macht liet blijken? Of was het een atleet die alles deed zoals hij het beliefde? Teferi Bikila: ‘Mijn vader was in het dagelijks leven een vriendelijke persoonlijkheid, die graag in het gezelschap was van anderen. Hij had veel zelfvertrouwen en was een echte autodidact. Hij blonk uit in veel andere sporten. Ja, en hij wilde zichzelf graag bewijzen. Zo was hij wel.’
Ron Clarke zei in Tokio: ‘Als je hem buiten de baan ziet, lijkt deze man niets bijzonders. Maar als atleet moet hij uit puur staal zijn opgetrokken. Hij voelt niets van de folteringen die wij alleen ondergaan.’
Met die dwaze voorspelling werden de goden verzocht
In de voorbereiding op de Spelen van Mexico voorspelde een Japanse journalist dat Abebe Bikila de marathon zou gaan winnen in precies 2 uur. Het leek alsof met die dwaze voorspelling de goden werden verzocht. In het voor-olympisch jaar raakte Bikila zwaar geblesseerd, maar hij hield zichzelf groot: ‘Om te winnen moet je in staat zijn álle hindernissen te bedwingen.’ Maar de sterke geest verloor het op 20 oktober 1968 van de geknakte ledematen.
Nadat hij tot op dertien kilometer de leiding had gehad, ging de tweevoudige olympische kampioen, 36 inmiddels, onderuit. De oorzaak: een vermoeidheidsbreuk in een van zijn voeten. Bewusteloos werd hij van de straat geraapt en naar een ziekenhuis gebracht, waar hij vernam dat zijn landgenoot Mamo Wolde de honneurs had waargenomen. ‘Ik zal de geschonden eer in München herstellen’, sprak Bikila krijgslustig.
Zijn benen zouden voor altijd verlamd blijven
Maar het lot had voor hem iets heel anders in petto. Op 22 maart 1969 werd hij op de terugweg van zijn geboorteplaats Debre Birhan in de stromende regen verblind door een tegenligger. In een vier meter lager gelegen greppel kwam de auto van Bikila tot stilstand. Pas vele uren later ontdekte een buschauffeur het wrak.
Geruchten deden de ronde dat het ongeval het gevolg was van een samenzwering, maar Abebe Bikila vertelde later dat hij voor een veel te hard rijdende jeep had moeten uitwijken. Bij nader onderzoek bleken zijn zesde en zevende ruggenwervel volledig te zijn ontwricht. Na twee maanden kon hij rechtop zitten en zijn handen weer wat bewegen, maar zijn benen zouden altijd verlamd blijven. In een speciaal voor hem ingerichte behandelkamer van een plaatselijk ziekenhuis sterkte hij hand- en armspieren. Als boogschutter eindigde hij een jaar later bij de wereldspelen voor gehandicapten in Stoke Mandeville als zevende van de honderd deelnemers.
Het was voor hem beter om jong te sterven
De eerzucht was niet gebroken, de stralende glimlach week niet van zijn gezicht. Maar dat was slechts een pose. Yewebdar Bikila schreef de niet aflatende vriendelijkheid toe aan geestelijk uithoudingsvermogen. ‘De mensen denken dat hij verlamd is en daardoor niets meer voelt, maar ik weet dat hij door beschadigde zenuwen altijd veel pijn heeft.’
Op 22 oktober 1973 kwam er een einde aan de lijdensweg van een man die de mensheid leerde om fluisterend te lopen. Nu zijn benen zwegen, had het leven voor hem geen zin meer. Hij stierf ten gevolge van een hersenbloeding. Twee dagen eerder had zijn vrouw hem bewegingloos aangetroffen op bed. In het ziekenhuis werd een hersentumor geconstateerd. Plannen om hem in Groot-Brittannië te laten opereren, kwamen te laat.
Teferi Bikila: ‘ Na het ongeluk heeft mijn vader verschrikkelijke jaren gehad. Hij was er de man niet naar om zich aan te passen en altijd afhankelijk te zijn van anderen. Hij wilde niet over zijn problemen praten en was kwaad om kleinigheden. Alleen tegenover mijn moeder heeft hij zich erover beklaagd dat hij niets meer zelf kon doen. Het zou heel wreed zijn geweest als de dood hem niet had weggeroepen. Hij was gefrustreerd en leed, fysiek én geestelijk. Het was in deze omstandigheid voor hem veel beter om jong te sterven.’