Stefano Keizers loopt om conditie op te bouwen voor zijn nieuwe voorstelling

De cabaretier zag hardlopen als iets vreselijks, maar gaat nu zonder tegenzin op pad.

© Dirk-Jan van Dijk

stefano-keizers.jpg

Ervaren of beginner

‘Op de middelbare school kon ik wakker liggen van de Coopertest. Ik was nogal op de cijfers en blies mezelf volledig op om een voldoende te halen. Hardlopen zag ik als iets vreselijks. Dat veranderde toen een sportieve vriendin me op m’n zeventiende meesleurde naar haar looptrainingen in het Amsterdamse Bos. In het begin vond ik het doodeng, maar al snel begon ik progressie te zien. Naarmate ik het beter kon, ging ik het steeds leuker vinden.’

’s Ochtends of ’s avonds

‘Ik loop het liefst ’s ochtends. Hoe frisser de lucht die je inademt, hoe beter het voelt. Je voelt je de rest van de dag ook op een comfortabele manier rozig. Helaas heb ik niet genoeg discipline om een uur eerder op te staan om te gaan hardlopen, dus ik loop mijn rondje meestal later op de dag. Vaak in de middag, omdat ik vijf avonden per week in het theater sta en laat thuis ben.’

Ambitieus of recreatief

‘De afgelopen jaren had ik het hardlopen een beetje laten versloffen. Maar vorige zomer heb ik het weer opgepakt, omdat ik in conditie wilde komen voor mijn nieuwe voorstelling. Ik weet van mezelf dat ik een doel nodig heb om mezelf in beweging te krijgen, dus ik heb me voorgenomen om in 2021 de marathon van New York te gaan lopen. Die wedstrijd spreekt me het meest aan, ook omdat ik benieuwd ben hoe het is om in een stad met veel smog te lopen.’

Gevoed of nuchter

‘Voordat ik ga hardlopen eet ik het liefst zo min mogelijk, omdat ik snel last krijg van mijn maag. Ik kan makkelijker doorzetten met een hongergevoel dan wanneer ik net een biefstukje op heb. Voor een voorstelling eet ik ook het liefst zo vroeg mogelijk, meestal een bord pasta of iets anders wat licht verteerbaar is. Alcohol drink ik in de zeven of acht maanden dat ik toer nauwelijks. Dat helpt ook om beter te kunnen hardlopen.’

Outfit of oude kloffie

‘Mijn outfit lijkt nog het meest op het tenue van het Duitse voetbalelftal. Wit met zwart. Tot nu toe had ik een korte broek aan, een kledingstuk dat ik in de rest van m’n leven nooit aantrek. M’n Asics-hardloopschoenen zijn al van een paar jaar terug, maar ik heb ze destijds wel speciaal laten aanmeten in een winkel. Ik heb lichte platvoeten, dus ik heb goede ondersteuning nodig.’

Alleen of samen

‘Als ik met mensen samenloop, komt de entertainer in me naar boven. Dan ben ik vooral bezig met die anderen en vergeet ik om m’n eigen opbouw in de gaten te houden. Dat maakt het zwaarder dan wanneer ik alleen loop. Ik kan ook in paniek raken als iemand anders harder loopt dan ik. Dan wil ik diegene bijhouden, wat dan net niet helemaal soepel gaat. Dat vind ik niet prettig.’

Zin of tegenzin

‘Gemiddeld loop ik twee keer per week ongeveer zes tot acht kilometer. Dat gaat tot dusver zonder tegenzin. Maar ik weet zeker dat ik motivatieproblemen ga krijgen als ik straks vaker en langer ga trainen. Een rondje lopen wordt minder aanlokkelijk als het je ontspannen ochtend of avond in de weg gaat zitten.’

Warming-up of gaan

‘Ik maak mezelf een beetje warm met rek- en strekoefeningen. Daarna begin ik met langzaam joggen. Ik heb mezelf aangeleerd om eerst een tijdje onder mijn tempo te lopen. Zo voorkom ik dat ik veel te hard van start ga.’

Weer of geen weer

‘Ik vind motregen het prettigst om in te lopen. Alles ruikt lekker, het voelt verkoelend. Ik vind het sowieso fijn om kletsnat te eindigen, of dat nu van het zweet is of door de regen. Dat geeft me het gevoel dat ik echt iets heb gedaan.’

Training of vrij

‘Vrij, maar ik moet binnenkort weer naar een trainingsschema toe. Uit m’n hoogtijdagen weet ik daar nog wel iets van. Ik heb nooit een marathon gelopen, maar verspreid over de jaren heb ik vier halve marathons gelopen. Het is een kwestie van de afstand elke keer een beetje oprekken. Ooit was de Coopertest een onhaalbare veste. Toen dat eenmaal lukte, kwam er steeds een ander doel.’

Artikel gaat onder de video verder.

Soepel of zwoegen

‘Zwoegen. Ik krijg snel een rood hoofd, maar mijn grootste probleem is dat ik vlug ga hijgen. Een van de redenen waarom ik weer ben begonnen met hardlopen, is dat ik tijdens een voorstelling tegelijkertijd moet kunnen bewegen en praten. Het is niet erg als ik een keertje in de microfoon hijg, maar het is ontzettend irritant als ik dat de hele tijd doe. Ik vind het heel onprettig om tijdens het hardlopen te praten, maar het is wel goed voor me om dat te oefenen.’

Gadgets of intuïtie

‘Ik ben nogal neurotisch aangelegd, dus met een stappenteller wordt hardlopen snel een soort verslaving. Omdat ik mezelf niet nog een plicht wil opleggen, doe ik het gewoon op gevoel. Het is ook leuker om gewoon een beetje om me heen te kijken dan de hele tijd op een horloge te turen. Zolang ik niet op de cijfertjes let en een beetje geniet, is het voor mij veel makkelijker om m’n eigen tempo te bewaren en mezelf niet op te blazen.’

Stoppen of doorgaan

‘Een pauze houden of een praatje maken tijdens het hardlopen, daar hou ik niet van. Ik probeer juist niet te gaan wandelen. Als ik ergens wil komen, dan ga ik door tot dat specifieke punt. In het begin deed ik expres korte stukjes, zodat ik zeker wist dat ik dat ging halen.’

Routevast of variatie

‘Ik woon in de Amsterdamse Rivierenbuurt, wat een soort hemel is voor hardlopers. Je hebt hier alles: een industrieel gebied, het Beatrixpark, het Amstelpark. Zonde om daar geen gebruik van te maken, dus ik loop steeds een ander rondje.’

Afstand of tempo

‘Uiteindelijk wil ik een dusdanig tempo halen dat ik de marathon van New York haal binnen de tijd die je daarvoor hebt. Op dit moment loop ik zo’n 11 à 12 km/u, dus dat mag nog wel een beetje omhoog. Ik ben daar nu expres nog niet zo mee bezig, omdat ik eerst het gevoel wil terugkrijgen. Dat gaat tot dusver best aardig.’

Muziek of omgevingsgeluid

‘Ik hou heel erg van muziek, maar tijdens het lopen zit het me in de weg. Wat ik ook op of in m’n oren heb, het ergert me eigenlijk altijd. Ik vind het ook lekker om wind in m’n oren te voelen.’

Inspiratie of ontspanning

‘Ik ben te veel met het hardlopen zelf bezig om echt te kunnen nadenken over mijn voorstelling of m’n tv-programma. Die fase van afzien geeft me een heel lekker gevoel.
Ik hou van de bloedsmaak in m’n mond, de verzuring in mijn spieren. Als het eenmaal voorbij is, dan geeft dat een enorme ontspanning.’

Onderhoud of verslaving

‘Ik denk dat er genoeg andere dingen zijn waar ik meer aan verslaafd ben dan aan hardlopen: aandacht, adrenaline.’

Eerste of laatste stap

‘De laatste, toch wel. Zo gepassioneerd ben ik nou ook weer niet, haha.’


GOVER MEIT

(32) schreef zich na tien weinig succesvolle jaren als kunstenaar onder de naam Stefano Keizers in bij de voorronde van het Amsterdams Kleinkunst Festival. Hij won, waarna zijn carrière in een stroomversnelling raakte. Hij deed mee aan De slimste mens, maakte z’n theaterdebuut met de show Erg heel, schreef het boek Twee luitenanten en deed mee aan Maestro. Hij is op dit moment op tv te zien met z’n programma Experimensen en in de theaters met zijn tweede show Sorry Baby. Gover heeft een relatie en woont in Amsterdam.

Dit artikel komt uit Runner's World mei. Wil je meer van dit soort verhalen lezen? Neem dan een abonnement op Runner's World.


Volg je Runner's World al op Facebook, Instagram en Pinterest?