Julia van Velthoven vertelt over haar leven als atlete
Zo heeft ze het onder andere over Bambi, bananenbrood en bordercollies.
© Joyce Bongers

Haar pr op de 5000 meter is nu 15.40. Daar moeten minimaal dertig seconden vanaf wil ze zich plaatsen voor Tokio 2021. Ook een plek in de top 32 volstaat, daar komt Julia (26) voor in aanmerking als ze drie goede 5000 meters loopt.
Rondjes lopen in Kenia
'In februari ben ik voor het eerst in Kenia geweest. Een maand lang in Iten, Home of the Champions. Ik vond Kenia echt geweldig. Als je van hardlopen houdt, moet je echt daarheen gaan. Je kan er elke ochtend een tempotraining doen, dan kun je aansluiten bij de groep. Dan staan er gewoon op dinsdagochtend om 9.00 uur honderd Kenianen aan het begin van een pad. Zo ontzettend mooi. Er is één trainer die dan het schema vertelt. Je hebt er een standaardronde, die dan iedereen loopt op hetzelfde schema. En dat dan een paar keer per week. Bij de warming-up klinkt er vrolijke muziek. Alles en iedereen loopt daar omdat ze het leuk vinden. Ja, je kan ook niet zo heel veel anders. Er is verder niks te doen. Je kan niet even naar de bioscoop of iets anders. Er zijn veel atleten uit Europa waar je contact mee maakt. Omdat je elkaar constant ziet en samen traint, maak je snel vrienden. Frank Futselaar zat er nu en Michel Butter komt er vaak. Mijn vriend Joep Staps is triatleet, het is heerlijk om zulke trainingsstages met zijn tweeën te kunnen doen. We hebben fietstochten gemaakt en we zijn een keer gaan zwemmen. Dat was het wel zo’n beetje. In Zuid-Afrika ga je nog wel een waterval bezoeken, in Kenia ben je echt alleen rondjes aan het lopen.’
De bijnaam Bambi door haar manier van lopen
‘Zo noemen ze me al sinds ik begon met lopen. Toen had ik van die dunne hertenbeentjes. En ik loop nog steeds heel erg op mijn voorvoet, omhoog. Als een hertje dus. Zo kwam de naam Bambi, en die is bij iedereen blijven hangen. Het ziet er inderdaad lichtvoetig uit, alsof het me geen moeite kost. Iedereen gaat stuk tijdens een wedstrijd. Alleen ziet het er bij mij niet zo uit, omdat ik zo blijf lopen. Ik probeer het nu een beetje af te leren, door meer naar voren te lopen. Dat is efficiënter. Ik wil dus niet af van het lichtvoetige voorvoetlopen, maar wel van het omhoog lopen. Alle energie die je omhoog gooit, verdwijnt. Als je sneller wil lopen, moet je naar voren lopen. Dus: voorvoet is prima, maar niet te springerig. Je pas langer maken, dat is het eigenlijk. Een efficiënte Bambi, haha.’
Een blessure aan haar achillespees leidt tot gevarieerde trainingen
‘Ik heb al een poosje last van mijn achillespees, er zit een botknobbel op. Het heet Haglundse exostose, veel lopers hebben er last van. Op lange termijn moet ik daar misschien een stukje van af laten halen. Nu moet ik vooral slim trainen. Het scheelt dat ik niet superveel kilometers maak. Stel dat ik een loper was die 180 kilometer in de week maakt, dan is het lastig om dat te compenseren met fietsen en zwemmen. Maar omdat ik altijd snelheid getraind heb en nooit heel veel kilometers, hoef ik niet heel veel kilometers te maken om dit niveau te behouden. Dinsdagavond doe ik altijd baantraining met mijn Team Zevenheuvelen in Nijmegen, op woensdag ga ik fietsen en doe ik krachttraining. Misschien dat ik ooit nog wel een triatlon ga doen, voor de lol. Ik kan steeds beter zwemmen, het gaat me steeds makkelijker af. Joep geeft me elke keer een tip. Het ziet er niet langer uit als een poging tot overleven, haha. Dat kost zoveel energie. Ik heb een racefiets en een Tacx, om binnen te kunnen fietsen als het regent. Hardlopers gaan wel naar buiten om te lopen, maar niet om te fietsen.’
De Olympische Spelen in Parijs
‘Je gaat altijd met je trainer zitten om een doel te maken. Wat kun je? Waar wil je heen? Voor een atleet zijn dat de Olympische Spelen. Parijs 2024 leek me een reëel doel twee jaar geleden, dus gingen we subdoelen vaststellen. Zoals het EK in Parijs in augustus. Daarnaast ook subdoelen als: het zou mooi zijn als je deze tijd haalt. Vorig jaar heb ik een enorme sprong gemaakt. Ik haalde 23 seconden van mijn pr op de 5 kilometer. Ik liep de 3 kilometer onder de negen minuten. Dat zijn tijden waarvan je aan kwalificatie voor de Spelen kan gaan denken. Dus sprak ik uit ‘dat Tokio 2020 niet onmogelijk zou zijn’. Dat werd meteen opgepakt door sommige media. Tokio, hoezo? Als je zoiets uitspreekt willen een hoop mensen je helpen. Er kwam veel op me af. Vooral positieve reacties hoor. Ik heb altijd hardgelopen omdat ik het leuk vond. Nooit mijn doelen uitgesproken voor een wedstrijd, om maar voorzichtig te zijn.’
Lastig, maar niet onmogelijk: De Spelen van Tokio
‘Mijn huidige pr op de 5 kilometer is 15.40. Daar moeten nog dertig seconden vanaf: 15.10 is de limiet voor Tokio. We gaan het zien. Het is lastig, maar niet onmogelijk. Ik hoop die stap wel te maken de komende tijd.’
Simpele, maar gezonde maaltijden
‘Op Instagram lijkt het altijd alsof alle lopers heel erg houden van in de keuken staan. Dan zie ik mensen bananenbrood maken en zulke dingen. Ik hou dus helemaal niet van koken. Ik eet wel gezond met natuurlijke producten. Mijn maaltijden zijn altijd vrij simpel: pasta met groenten en kip. Als ik zie wat anderen bakken, dan mogen ze mij weleens wat opsturen. Ik eet gezond en genoeg, ben ook bezig met herstel. Maar je zal me niet uren in de keuken zien, een kwartiertje vind ik genoeg. Ik houd me aanbevolen voor artikelen als ‘De zes snelste recepten waar je sneller van gaat lopen.’
Ollie
‘Onze bordercollie. Ollie ligt hier op de bank, hij kijkt meteen op. Het gaat goed met Ollie, al moet hij ons vaak missen als we op trainingsstage zijn. Dan blijft hij bij mijn ouders. Als een van ons een wedstrijd loopt op Ameland of zo, kan Ollie mooi mee. Verder is hij heel goed voor duurlopen, maar zodra Joep en ik samen lopen gaat hij proberen om ons zo dicht mogelijk bij elkaar te krijgen. Dat krijg je met bordercollies, hè. Vervelend, maar ook grappig. De meeste honden rennen naast je als je gaat hardlopen, maar Ollie loopt altijd los. Om ons heen, dan rent hij naar voren en dan naar de zijkant zodat Joep en ik bij elkaar blijven lopen. Als we ruzie zouden hebben, zorgt Ollie er wel voor dat we samen blijven. Gek hè, dat die honden dat blijkbaar standaard in zich hebben. Hij doet het bijvoorbeeld ook op zo’n hondenlosloopveldje. Probeert hij al die honden bij elkaar te drijven.’
Dit artikel komt uit Runner's World mei. Wil je meer van dit soort verhalen lezen? Neem dan een abonnement op Runner's World.
Volg je Runner's World al op Facebook, Instagram en Pinterest?