Column Dolf Jansen: Hou vol!
Cabaretier, presentator én hardloper Dolf Jansen schrijft elke maand in Runner’s World over zijn loopervaringen.
© FOTO: william rutten

Het is bijna niet te geloven hoe snel we ons, bijna allemaal, hebben aangepast aan omstandigheden en regels waarvan we nooit hadden gedacht dat we ermee te maken zouden krijgen. Social distancing, thuisquarantaine, geen wedstrijd of loopgroepje meer te vinden. En veel, veel meer. Op het moment dat ik deze column schrijf is net duidelijk geworden dat we zeker tot begin juni met deze regels te maken gaan hebben. Ook werd duidelijk dat naar buiten gaan, ‘een frisse neus halen’, hardlopen dus gewoon toegestaan blijft, het liefst alleen. Vanzelfsprekend, plak ik daar graag achteraan. Als we dat (wat we gewend zijn) nou combineren met de oefeningen die we onder meer via de site van dit onvolprezen magazine krijgen aangereikt, dan is de kans aanwezig dat we in grootse fysieke conditie de zomer inrollen, straks. Ergens tussen afgetraind en een beach body in.
Mont Ventoux
Ook niet te geloven, trouwens, hoe kort geleden alles nog normaal was. Dat ik een kleine drie maanden geleden naar zuidwest-Frankrijk kon treinen, dat ik kon trainen tussen de dagjesmensen die wél specifiek voor le pont d’Avignon kwamen, dat ik te horen kreeg dat de Mont Ventoux eigenlijk vlak in de buurt lag en dat dat (dus) betekende dat ik die prachtige witte puist zou kunnen gaan beklimmen. Zo bedacht, zo gedaan.
Voor mij heeft de berg iets magisch omdat het een van de weinige serieuze klimmen is die ik ooit op de racefiets volbracht (Alpe d’Huez en beide Schellingwouderbruggen ten noorden van Amsterdam zijn de andere). We spreken van 25 jaar geleden en ik vond de klim toen heel zwaar en zo vreselijk lekker. En ik reed mijn twee maatjes er ruim af ook.
Verheugen op al die plekken waar we weer mogen lopen
Deze keer begon ik op het vlakke met een paar kilometer inloop-jog, sloeg linksaf, en daar ging ik. Al snel realiseerde ik me dat constant klimmen een heel afwijkende inspanning is, geen moment van herstel, geen moment van souplesse. Ik was blij dat ik met mijn begeleider had afgesproken dat we een deel van de klim zouden doen. Ik weet zeker dat ik plekjes herkende, van toen, een bocht, een doorkijkje naar de felwitte top, kilometers verderop. Over tempo praat ik niet, maar geloof me als ik zeg dat ik zo hard mogelijk ging. En geloof me ook dat ik dit nu niet vertel om jullie jaloers te maken, maar juist om ons allemaal te kunnen verheugen op al die plekken waar we weer mogen lopen, willen lopen, als het leven weer een beetje normaal wordt. Hou vol!
Deze column stond eerder in ons meinummer. Wil je meer columns van Dolf lezen? Klik dan hier.