Teun van de Keuken is fanatiek loper en zo blijft hij zichzelf uitdagen
Programmamaker Teun van de Keuken experimenteert met verschillende levensstijlen.
© Dirk-jan van dijk

De programmamaker experimenteert al lopend met verschillende levensstijlen.
‘Dit jaar ben ik begonnen met een project waarbij ik mezelf telkens een maand lang een levensstijl aanmeet met een bijbehorend dieet, onderbroken door een pauze van twee weken en onder begeleiding van specialisten van Fysiomed. Ik vroeg me af wat het met me zou doen, lichamelijk en geestelijk. Houd ik het vol? Word ik chagrijnig? Krijg ik honger? Ik ben begonnen met een koolhydraatarm ketodieet, waarvan ik redelijk lusteloos werd. In de tweede maand ben ik een sportdieet gaan volgen. Dat betekende zes keer in de week sporten, waaronder twee keer hardlopen. Ik heb het vaker in mijn leven gedaan, maar lange tijd bleef het beperkt tot fasen. Sinds een jaar of drie doe ik het met enige regelmaat.’
Training of vrij
‘Ik ben een fanatiek iemand. Ook wat betreft sporten, al ben ik geen natuurtalent. Als ik in het verleden ging lopen, gebruikte ik de app Couch 25K om de conditie langzaam op te bouwen, maar op de een of andere manier ebde het fanatisme altijd weer weg. Dit keer word ik begeleid door een team met een sportdiëtist, een sportarts, een podotherapeut, noem maar op. Ja, dit keer ga ik het zeker volhouden.’
Stoppen of doorgaan
‘De eerste keer dat ik tijdens mijn sportmaand moest gaan hardlopen, kwam ik thuis van een zware werkdag en regende het keihard. Ik had helemaal geen zin, maar dacht: als ik nu niet ga, wordt dit hele project niks. Ik ben gegaan, in de stromende regen. Toen ik terugkwam, voelde ik me fantastisch. Alle vermoeidheid, de soort die je op je werk ervaart, was verdwenen en er kwam een heerlijk gevoel voor in de plaats.’
Ochtend of avond
‘Ik heb geen vaste tijd waarop ik ga hardlopen. Vroeg opstaan om te gaan lopen vind ik vreselijk, dat doe ik niet. Het liefst ga ik rond drie uur ’s middags, als mijn werkdag het toelaat.’
Tempo of afstand
‘Ik weet niet precies hoe hard ik loop. Meestal is het ongeveer tien kilometer, in ongeveer een uur tijd. Ik heb een sporthorloge maar daar wil ik onderweg niet te veel naar kijken. Dan ga ik denken hoe lang ik nog moet. Meestal loop ik op gevoel. Als ik denk dat ik op de helft zit, kijk ik even op mijn horloge om het te checken. Vervolgens keer ik om. Als ik terug ben, heb ik meestal tien kilometer gelopen, maar het kunnen er ook zomaar negen of elf zijn.’
Soepel of zwoegen
‘In het verleden kreeg ik vaak pijn aan mijn voeten. Door mijn fanatisme probeerde ik daar doorheen te lopen, omdat ik dacht dat dat zo werkte. Inmiddels heb ik zooltjes gekregen. Hardlopen gaat me nog steeds niet makkelijk af. Voor mij is het een constante strijd tegen een inzinkingsgevoel. Daarom twijfel ik ook of ik sneller moet willen. Misschien moet ik eerst tien kilometer zonder dat gevoel kunnen lopen voordat ik aan records kan gaan denken.’
Routevast of variatie
‘Waar ik me over blijf verbazen is hoever je eigenlijk komt als je gaat hardlopen. Ik woon in Watergraafsmeer in Amsterdam. In betrekkelijk korte tijd ben je de stad uit. We hebben net een huisje gekocht in het noorden van Limburg. Daar heb je een natuurgebied waar je heerlijk kunt lopen. Lekker ploegen in het zand rondom een meer. Als ik daar ben, ben ik soms een beetje jaloers op mensen die buiten de stad wonen.’
Inspiratie of ontspanning
‘Hardlopen levert me veel mentale voordelen op. Alles wat ik voor mijn werk doe, speelt zich af in mijn hoofd. Ik interview mensen, moet luisteren, informatie verwerken en nadenken over wat ik wil vragen. Als ik ga lopen, raakt mijn hoofd leeg en word ik een soort machine die voortdendert. Ik hoor van mensen dat ze goede gedachten krijgen als ze hardlopen. Ik heb helemaal géén gedachten. Gek genoeg voelt het ook als een makkelijk te leveren prestatie. Ik heb dagen dat het allemaal niet wil lukken met werk. Als ik dan een uur gelopen heb, ben ik alsnog tevreden over mezelf.’
Onderhoud of verslaving
‘Door het project waar ik mee bezig ben, heb ik wel een soort sportverslaving ontwikkeld. Als ik twee dagen achter elkaar oversla, schreeuwen lichaam en geest om activiteit. Onderhoud is ook belangrijk. Ik sta elke dag op de weegschaal. Als ik mijn gewicht niet bijhoud, kan het doorschieten. Althans, daar ben ik bang voor. Het kan snel gaan. Ik wil weten tussen welke marges ik me begeef. Jarenlang was 77 kilo mijn zwaarste gewicht. In de loop der jaren werd dat ineens 82 kilo. Ik dacht: nu moet ik toch gaan oppassen. Ik weeg nu 75 kilo.’
Gevoed of nuchter
‘Voor het hardlopen neem ik niets. Ik ga vaak ’s middags, als mijn lunch is weggezakt. Vroeger had ik al een fascinatie voor voeding. Mijn moeder kon lekker koken. Toen ik uit huis ging, bleef ik haar bellen. Hoe maak je dit? Hoe doe je dat? Later begon ik met een kritische geest naar voedingswaren te kijken: dit wordt me verteld door de producenten, maar wat is de werkelijkheid? Die twee aspecten kwamen samen in de Keuringsdienst van Waarde. De laatste tijd heb ik die kritische blik ook als het gaat om zaken als gezond eten of obesitas.’
Ambitieus of recreatief
‘Ik heb totaal niet de behoefte om aan evenementen mee te doen. Ik houd niet van massa’s. De joligheid rond marathons spreekt me helemaal niet aan. Ik weet ook bij voorbaat dat ik niet de beste kan zijn. Dan vind ik het al niet meer interessant. Ik had honderd jaar geleden moeten beginnen met trainen, zodat ik heel goed was en kon winnen. Alleen maar meedoen en een matig resultaat neerzetten vind ik niks aan.’
Alleen of samen
‘Hardlopen is voor mij een solitaire activiteit. Het is een soort wedstrijd tegen mezelf. Een gevecht. Ik spreek mezelf soms toe: ‘Nog even, tot die brug!’ Het is niet altijd nodig, maar op momenten praat ik me op die manier door het uur heen.’
Outfit of oude kloffie
‘Ik heb een fijne joggingbroek van de TU Delft. Daar heb ik eens een lezing gehouden. Vlak voordat ik ging spreken, scheurde ik uit de broek van mijn pak. Naaien lukte niet, ze gaven met een joggingbroek. Die droeg ik onder het jasje van mijn pak. De broek heb ik gehouden. Hij zit lekker bij het hardlopen, en mensen denken dat ik een heel slim iemand ben als ze me voorbij zien komen.’
Muziek of omgevingsgeluid
‘Muziek speelt voor mij een belangrijke rol bij het lopen. Ik heb een vaste playlist. Elke keer luister ik naar exact dezelfde nummers. Zo weet ik zonder op de klok te kijken hoever ik ongeveer ben. Op de lijst staan twee nummers die me een enorme boost geven. Het eerste is Sex on Fire van Kings of Leon, zo rond een kilometer of vier. Dan kan ik weer even vooruit. Rond de 7,5 kilometer komt de tweede boost: Man Down van Rihanna. Het heeft een beat waar ik vrolijk van word. Ik zing vaak hardop mee. Uitlopen is daarna geen probleem meer.’
Teun van de Keuken (Amsterdam, 1971) is journalist, programmamaker, schrijver en columnist. Hij begon als radiomaker en werd later vooral bekend als een van de gezichten van het populaire consumentenprogramma Keuringsdienst van Waarde. Onder meer in de Volkskrant heeft hij een wekelijkse column. Hij schreef het boek Puur en Eerlijk (2015), de roman Goed Volk (2017) en De Supermarktsurvivalgids (2018), een handleiding met praktische tips voor de kritische consument. Sinds 2015 presenteert hij het programma De Monitor, waarin hij maatschappelijke kwesties onder de loep neemt. Van de Keuken woont in Amsterdam met zijn vrouw en twee dochters.
Dit artikel komt uit Runner's World juli/augustus. Wil je meer van dit soort verhalen lezen? Neem dan een abonnement op Runner's World.
Volg je Runner's World al op Facebook, Instagram en Pinterest?