Patrick Martens: 'Op naar de Big Six'
De presentator en acteur heeft een hoger doel met hardlopen.
© Dirk-Jan van Dijk

Ervaren of beginner
‘Zo’n vijftien jaar geleden zat ik met een vriend in de kroeg te praten over wat we nog wilden doen. Hij had het over een marathon, waarop ik zei: “Laten we een keer meedoen aan de Dam tot Damloop”. Ik had nog nooit hardgelopen, maar het leek me wel leuk om te doen. Op internet heb ik opgezocht hoe je begint, zo’n schemaatje met twee minuten hardlopen en tussendoor een minuutje rust. Ik was meteen hooked.’
‘s Ochtends of ‘s avonds
‘De ochtend vind ik het fijnst. Je ziet de buurt wakker worden, het is nog rustig op straat. ’s Avonds ben ik moe van de dag, ik merk dat hardlopen dan minder lekker gaat dan wanneer ik ’s ochtends fris begin.’
Gevoed of nuchter
‘Aan het begin van de lockdown heb ik alles losgelaten. Ik heb me uitgeleefd op alles wat los en vastzat: chips, koekjes, dat soort dingen. Na een maand dacht ik: oef, dit moet ik maar niet meer doen. Sindsdien eet ik weer gezond, zoals ik normaal gesproken ook altijd doe. Voordat ik ga hardlopen, neem ik weleens een banaantje. Maar echt eten, dat doe ik pas na afloop. Ik loop het liefst een beetje nuchter.’
Outfit of oude kloffie
‘Door de jaren heen heb ik een aardige verzameling aan shirts en korte broeken opgebouwd. Soms zie ik mezelf in een winkelruit en denk ik: oh wauw, bijzonder dat ik dit bij elkaar heb aangetrokken. Alle kleuren door elkaar, twee verschillende sokken. Ik krijg het snel warm, dus ik heb nooit zo veel aan. Het hele jaar door korte mouwen en alleen als het echt hard vriest een lange broek.
Alleen of samen
‘Mensen die de hele tijd kletsen, dat vind ik vreselijk. Ik kan daarom met bijna niemand hardlopen, behalve met Maarten, een goede vriend. Hij praat nauwelijks en als hij dat toch een keer doet, dan kan ik gewoon tegen hem zeggen: “Nu even niks meer zeggen”. We zitten ook op hetzelfde niveau, wat lekker is, want dan hoef ik mezelf niet de hele tijd in te houden of juist keihard mijn best te doen. We proberen een keer per week samen te lopen.’
Zin of tegenzin
‘Ik bedenk een dag van tevoren of ik de ochtend erna ga hardlopen. Als dat in mijn planning zit, dan ga ik gewoon. Maar als ik aan het trainen ben voor een loop en veel meters moet maken, dan heb ik ook wel eens geen zin. Het helpt om me gelijk na het opstaan in mijn outfit te hijsen. Dan loop ik daar thuis al in rond, waardoor ik er niet meer omheen kan.’
Warming-up of gaan
‘Ik doe nooit een warming-up of een cooling-down. Ik draag wel speciale hardloopsokken, omdat mijn rechterkuit soms een beetje gek doet. Compressiekousen geven net dat beetje extra steun. Behalve twee tot drie keer per week hardlopen, doe ik aan krachttraining, om mijn spieren sterk te houden. Ik crossfit twee keer per week en ga een keer per week naar fitness.’
Weer of geen weer
‘Ik laat me niet tegenhouden door een beetje miezer. Maar als het keihard regent, dan blijf ik binnen. Ik heb zeker in deze coronatijd geen zin om ziek te worden. Van enorme hitte hou ik ook niet, dus ik wil mijn wekker in de zomer nog weleens heel vroeg zetten om voor zonsopgang alvast te lopen. Een beetje koud met een zonnetje, dat vind ik het lekkerst.’
Ambitieus of recreatief
‘Trainen zonder ergens naartoe te werken, dat vind ik niet leuk. Als ik gemotiveerd wil blijven, dan moet ik een doel hebben. Ik heb aan heel veel halve marathons en wedstrijden meegedaan, zoals de Dam tot Damloop, Egmond aan Zee, Zandvoort en Eindhoven. De hele heb ik gelopen in New York en Berlijn, met als hoger plan om de Big Six te doen. Omdat een marathon een aanslag op je lichaam is, doe ik dat maar eens in de twee jaar. Ik ben dan heel ambitieus en start een half jaar van tevoren met trainen, drink geen alcohol meer en eet heel gezond. Dit jaar wil ik met een groepje de marathon van Londen lopen, liefst in een goede tijd. De Marathon van Berlijn heb ik in 3 uur en 45 minuten gelopen, maar dat is een redelijk snel parcours, dus ik weet niet of ik dat nog eens ga evenaren.’
Training of vrij
'Ik maak uit de losse pols zelf schema’s. Dat vind ik lekkerder dan wanneer ik er eentje van internet haal. Dan voelt het meer als een verplichting. Ik weet inmiddels hoeveel meters ik moet maken en wat ik qua voeding nodig heb, dus dat gaat prima.’
Soepel of zwoegen
'Een halve marathon lopen gaat me redelijk makkelijk af. Hardlopen is de enige sport waar ik best goed in ben. Maar als ik een hele marathon loop, dan is het wel zwoegen. Ik weet nog dat ik in New York rond de 28 kilometer een bekende tegenkwam. Toen hij vroeg hoe het ging, antwoordde ik dat ik er lekker in zat: ‘Ik weet niet waar iedereen moeilijk over doet, het gaat helemaal prima.’ Maar hij was nog niet weg of er zat ineens lood in mijn bovenbenen. Vanaf dat moment kwam ik amper meer vooruit en belandde ik in een mentaal gevecht: stoppen of doorgaan? Eigenlijk vind ik dat leuk, ik ga goed op die strijd.’
Gadgets of intuïtie
‘Als ik train, dan heb ik de app van de Nike Run Club op mijn telefoon aanstaan. Zo houd ik bij hoe hard ik ga. Mijn gemiddelde tempo zit rond de 4.50 min/km. Als ik een keer rond de 5 min/km loop, dan vind ik dat ook niet zo erg. De ene dag is de andere niet.’
Stoppen of doorgaan
‘Tijdens het lopen film ik soms of ik maak een foto, maar stoppen is geen optie. Ook niet als ik iets ga drinken. Eten doe ik sowieso niet, dat is weleens verkeerd gevallen.’
Routevast of variatie
'Meestal loop ik een vast rondje door Amsterdam. Soms ga ik naar het Amsterdamse Bos, daar heb je routes van 5, 10 en 21 kilometer. Maar dat is ook altijd hetzelfde. Ik zou wel meer variatie willen, maar ik ben niet het type dat de auto pakt om naar de Veluwe te gaan. Dat zit niet in mijn systeem.’
Afstand of tempo
‘Ik vind tempo het belangrijkst, omdat je daar zelf iets aan kunt doen. De afstand is gewoon de afstand, het tempo heb je zelf een beetje onder controle.’
Muziek of omgevingsgeluid
'Als ik een rondje loop, dan heb ik altijd muziek opstaan. Vaak een beetje toegankelijke techno, omdat ik daarmee lekker in een ritme kom. Wat ook verraderlijk is, want door de opzwepende beats ga je in het begin vaak al sneller dan dat je zou moeten. Ik merk dat ik van slome muziek slomer ga lopen. Je wordt toch meegevoerd.’
Inspiratie of ontspanning
‘Het is voor mij een manier om mijn hoofd leeg te maken. Denken aan de dingen die ik nog moet doen of nergens aan denken. Hardlopen is echt ik en mijn gedachtes. Dat vind ik heerlijk.’
Eerste of laatste stap
‘De laatste. Dat voelt toch als een beloning dat je het weer hebt gedaan.’
Patrick Martens werd bekend door z’n rollen in GTST en ZOOP. Hij speelde daarna in tal van films en series, maar hij legde zich ook toe op het presenteervak. Zo was hij te zien bij Nickelodeon, Telekids, RTL Breakfast Club en Moltalk. Hij is nu een van de vaste gezichten van Koffietijd. Hij is vrijgezel en woont in Amsterdam.
Dit artikel komt uit Runner's World nr. 1 2021. Wil je meer van dit soort interviews lezen? Neem dan een abonnement op Runner's World.