De strategie van Kipchoge: ga je door te lachen harder lopen?
Dat zou verklaren waarom Kipchoge regelmatig lachend rondrent. 🙂
© Jeem Sports/Johan Manders

Ruim drie jaar geleden is het alweer, dat Kipchoge de magische marathongrens van twee uur verbrak. Daarvoor moest hij 21,27 kilometer per uur lopen - iets wat de meeste mensen slechts een paar seconden volhouden -, een bizar hoog tempo wat niet bepaald comfortabel kan zijn geweest.
Toch zijn er tijdens de recordpoging een hoop plaatjes geschoten waarop Kipchoge met een brede glimlach over het asfalt zweeft. Volgens sommigen zou dat een tactiek zijn om minder pijn te ervaren: je zou je brein voor de gek houden en je lichaam helpen ontspannen, wat voor een snellere tijd zorgt. Maar is dat echt zo?
Hoe zwaarder de activiteit, hoe dieper de frons
De 'facial feedback hypothese' is een theorie die terug te leiden valt naar de leer van Charles Darwin, en houdt in dat iemands gezichtsuitdrukking invloed heeft op de emotionele ervaring van die persoon. In 2010 werd bewezen dat er inderdaad een verband is tussen je gezichtsuitdrukking en hoe moeilijk de taak is die je uitvoert. Sterker nog: hoe meer iemand de frons-spieren in het voorhoofd aanspant, hoe lastiger deze persoon de opdracht vindt.
Eén van de onderzoekers die de studie uitvoerde, Marcora, stelde dat de hypothese wellicht ook andersom toepasbaar is: dat door te fronzen, je de taak ook zwaarder ervaart. Zo ontstond het idee dat je de ervaring misschien juist beter kan maken door te lachen.
Lachen vergroot de kans op een efficiënte loopstijl
Daarover verscheen in 2018 een - kleinschalige - studie in het wetenschappelijke tijdschrift Psychology of Sport and Exercise. Hierbij lieten de onderzoekers 24 hardlopers 4 series van 6 minuten hardlopen, terwijl hun running economy (hoeveel zuurstof je verbruikt vergeleken met je tempo) en perceptual outcome (hoe zwaar ze het vonden) gemeten werd.
Tijdens de intervallen werd de respondenten verteld dat ze mochten lachen, fronzen en hun bovenlichaam en handen mochten ontspannen. Daarbij bleek de running economy een klein beetje toe te nemen (twee procent) wanneer de hardloper lachte. Dat is 'maar' twee procent, maar dat is vergelijkbaar met zes weken plyometrische oefeningen of krachttraining opnemen in je trainingsschema. Daarnaast is twee procent verschil zeker de moeite waard in een situatie waarin alles perfect moet zijn, zoals tijdens een recordpoging.
De zuurstofconsumptie bij de vier verschillende stadia zag er zo uit:
Opvallend is dat, in tegenstelling tot de hypothese, de running economy niet afnam wanneer de deelnemers fronsten. Van de andere kant ging dat wel op voor de beleving van de respondenten: zij gaven aan het hardlopen aanzienlijk zwaarder te vinden wanneer ze fronsten, vergeleken met de andere gezichtsuitdrukkingen. Niet geheel onbelangrijk, want wie zich goed voelt, kan makkelijker een tempo vasthouden.
Sociale aspect maakt de studie minder sterk
Gaan we nu allemaal hardlopen met een big smile? Dat zou het straatbeeld zeker weten een stuk gezelliger maken, maar er is nog een 'maar'. Want waar de running economy bij tien van de dertien mannelijke vrijwilligers verbeterde, gebeurde dat bij slechts bij vier van de elf vrouwelijke vrijwilligers. Om te claimen dat lachen hardlopers echt helpt, zou er dus een onderzoek nodig zijn dat a) grootschaliger is en b) net zoveel mannen als vrouwen bevat.
Dan heb je ook nog te doen met het sociale aspect, waar een van de onderzoekers (Brick) zelf ook al op wijst. Het onderzoeksteam bestond uit twee mannen en één vrouw. Brick doelt op een eerdere studie, die laat zien dat mannelijke respondenten hardlopen als minder zwaar beoordelen wanneer de wetenschapper die ernaar vraagt, een vrouw is.
Een grimas telt niet
Belangrijk detail: of lachen echt iets kan betekenen voor je hardloopprestaties, ligt ook aan de manier waarop je lacht. Bij een 'echte' lach, oftewel een 'Duchenne smile' komen niet alleen je mondhoeken in actie, maar ook je wangen en de spieren rond je ogen. Deze instructie hebben de respondenten gekregen voor aanvang van het onderzoek.
Maar lachend hardlopen klinkt makkelijker dan het is, zeker als je het een marathon lang moet volhouden. De gulden middenweg 'm ligt volgens Bricks in afwisseling, net zoals Kipchoge deed tijdens de Marathon van Berlijn. Daar toverde Kipchoge iedere anderhalve kilometer één tot twee keer een grote lach op z'n gezicht tijdens de laatste kilometers. Die hield hij ongeveer een halve minuut vast.
De achterliggende theorie luidt dat lachen je in een meer relaxte emotionele staat zou brengen omdat het je sympathisch zenuwstelsel kalmeert, wat ervoor zorgt dat je enige souplesse in je looptechniek behoudt. Hoewel er meer data nodig is om te stellen dat lachen je een betere hardloper maakt, kan het geen kwaad om er op eigen houtje mee te experimenteren. Al is het maar voor de mensen om je heen. 🙂