Estafettesucces: een kwestie van lange adem
Aan deze estafettemedaille werd achter de schermen al zestien jaar gewerkt.
© Getty Images - Getty: Matthias Hangst

Voor veel sportliefhebbers stonden ze er dit jaar opeens, de 4x400 meter estafetteploegen mannen en vrouwen. Tijdens de Europese indoorkampioenschappen in maart en de World Relays in mei, wonnen de teams al gouden medailles. Maar afgelopen week in Tokio schitterde deze geweldige 400 meter-generatie voor het eerst op het allerhoogste olympisch niveau. Met als hoogtepunt de zilveren medaille voor de 4x400 meter mannen, in een Nederlands record.
Om het succes te verklaren moeten we terug naar 2005. Peter Verlooy, toenmalig technisch directeur van de Atletiekunie, kreeg na de twee mislukte Olympische Spelen van Sydney en Athene de handen op elkaar voor een professionaliseringsslag in de Nederlandse atletiek.
Zo besloot hij een aantal atletiekdisciplines te centraliseren op sportcentrum Papendal, waar de bond zelf zich dat jaar ook vestigde. Kogelstoter Rutger Smith was de eerste topatleet die, met een zilveren WK-medaille op zak, besloot om naar Papendal te verhuizen en daar te gaan trainen bij fulltime coach Gert Damkat. Coach Honoré Hoedt boekte ook succes, met zijn centrale project op de midden- en lange afstand. Europees 800 meter kampioen Bram Som was daar in 2006 een goed voorbeeld van. En wat te denken van coach Ronald Vetter, die succes boekte met meerkampster Karin Ruckstuhl en nu, vijftien jaar later, twee medailles pakt met meerkampsters Anouk Vetter en Emma Oosterwegel?
Estafettes als speerpunt
Op sprintgebied veroverde de 4x100 meter mannen op het WK Atletiek 2003 in Parijs plots een bronzen medaille met Troy Douglas, Caimin Douglas, Patrick van Balkom en Timothy Beck. Dat succes, en de nieuwe Papendal-impuls, gaven in 2005 de aanzet voor een Estafette Speerpuntproject op Papendal. Ook de technische staf dijde uit en werd bijgespijkerd door internationaal gerenommeerde coaches.
Het was de tijd dat Nederlandse topatleten internationale successen gingen boeken, met unieke talenten Dafne Schippers en Sifan Hassan als prachtige uithangborden. Ook op de 4x100 meter estafettes volgden er medailles. Succes op de 400 meter, 400 meter horden en 4x400 meter estafettes bleef opvallend genoeg nog uit. Totdat in 2017 besloten werd deze disciplines te adopteren in het zogenaamde 'Closing the gap' programma. Daarmee werd de ambitie uitgesproken om binnen acht jaar structureel aansluiting bij de wereldtop te vinden op deze disciplines.
Nadat de Zwitserse bondscoach Laurent Meuwly in 2018 tijdens een coachcongres over zijn succes op de 400 meter had verteld, werd hij gevraagd naar Papendal te komen om alle 400 meter disciplines een boost te geven. Samen met onder andere embedded scientist Paul Brice, voedingsdeskundige Armand Bettonviel, topsportartsen Peter Vergouwen en Petra Groenenboom en hoofdcoach Charles van Commenée creëerde hij het topsportklimaat waarin de huidige topatleten kunnen floreren.
Het lijkt zich tijdens de Spelen van 2021 al uit te betalen. Met de individuele successen van Femke Bol (brons op de 400 meter horden) en Liemarvin Bonevacia (finalist op de 400 meter), maar zeker ook op de drie 4x400 meter estafettes (mannen, vrouwen & mixed).
De toekomst
Volgend jaar zijn de wereldkampioenschappen atletiek in Eugene (VS). Alle estafetteteams zijn daar al startgerechtigd, de (meeste) atleten zijn jong en de vooruitzichten zijn goed. Het plezier van de 4x400m teams straalt er vanaf. Animator Liemarvin Bonevacia heeft in Tokio laten zien dat dromen geen bedrog zijn. Zijn finaleplaats en de zilveren estafettemedaille zijn het bewijs. Zijn ploegmaat Terrence Agard staat vier jaar na een levensbedreigend ongeluk op het Olympische podium. Op Instagram schreef Agard, na het behalen van de 4x400m finale, dat zijn nimmer aflatend vertrouwen dat alles mogelijk is bewaarheid was geworden. En toen moest de zilveren finale nog volgen.
Tekst: Eric Roeske