Nederlandse deelneemsters klaar voor de Spartathlon

Komende vrijdagmorgen zullen twee van de beste ultraloopsters van Nederland van start gaan in de Spartathlon, de bekendste ultraloop ter wereld. Vanaf 07:00 uur lopen Sameena van der Mijden en Leonie Ton van de Acropolis in Athene naar het standbeeld van koning Leonidas in Sparta, 246 kilometer verderop. Volgens de overlevering zou het de tocht zijn die de boodschapper Pheidippides vóór de Slag bij Marathon aflegde om de Spartanen om hulp te vragen, in 490 voor Christus. Bij de mannen staan Nederlands Jonathan Koudstaal, Albert Heinkens, Sjirk Overal, Nitish Zuidema, Frank van der Gullik, Endymion Kasarnadjo en Gerben Oevermans aan de start.

Onderweg wacht de deelnemers druk verkeer, warmte en een bergpas van 1100 meter hoogte die in het donker bedwongen wordt. Om de Spartathlon te volbrengen moeten de loopsters zaterdag vóór 19.00 uur Griekse tijd finishen in Sparta.

Sameena van der Mijden neemt voor het eerst deel. Vorig jaar was ze ingeloot maar toen ging de Spartathlon niet door. ‘Het is een avontuur dat hoog op mijn bucketlist staat,' zegt ze. 'Als ultraloper moet je de Spartathlon een keer ervaren hebben - en het liefst uitgelopen.’

Over het parcours kreeg Van der Mijden tips van ervaren Nederlandse ultralopers. ‘De eerste 80 kilometer richting het kanaal van Korinthe zijn druk en lopen we langs de weg. Het Griekse verkeer, smog en warmte zullen daar onze tegenstanders zijn. Je moet echter wel doorlopen, want er zijn onderweg 75 checkpoints die je op tijd moet passeren. Eén minuut te laat en je ligt uit de wedstrijd. Ook de nacht over de herderspaadjes van de Sangaspas (1100 meter hoogte) lijkt me een uitdaging, want het is dan koeler en je hebt er dan al 160 kilometer opzitten. Om tijd te sparen loop ik met een racevest waarin ik alleen het hoognodige mee neem. Ook voedsel, want ik weet tevoren niet wat er bij de Griekse verzorgingsposten ligt. Ik heb heel veel zin om de Spartathlon te ervaren.’

Voor Leonie Ton, die eerder dit jaar in 6 uur bijna 80 kilometer liep, is het haar derde Spartathlon-ervaring: in 2014 ging ze mee als begeleider, in 2019 liep ze zelf mee. Ze voltooide de Spartathlon toen in ruim 34 uur. Nu gaat ze terug om de speciale sfeer te beleven. Ton: ‘Twee jaar terug wist ik al voor de start dat ik de bijzondere sfeer nog een keer wilde beleven. Die is uniek. Voor veel lopers is het ook de tweede of derde keer. Mijn voorbereiding is niet echt anders. Ik ben er minder mee bezig, omdat ik weet wat er gaat komen, bovendien kan ik goed tegen de warmte. Na de Sangaspas zal het mentaal en fysiek zwaar worden. Dan breekt er een saai stuk van 90 kilometer aan, met af en toe een klimmetje in de brandende zon. In de afgelopen week heb ik een kleine blessure opgelopen aan de kuit, ik hoop dat dat vrijdagmorgen weg is. Conditioneel ben ik er wel helemaal klaar voor. Ik wil er alles uithalen.’

Tekst: Bert Pessink