De marathon van Nice naar Cannes

Vlaming Jelle Van den Bergh liep de Marathon des Alpes-Maritimes en schreef dit heerlijke verslag.

© Prive archief: Jelle, Kjell & Els

Jelle.jpg

Nice, Promenade des Anglais — Zondag 28 november — 7.59. Een frisse 5°C maar in onze rug een prachtige zonsopgang aan de Cote d’Azur. Mijn coach Kjell (op de foto in het midden) staat voor mij aan de start van de marathon naar Cannes en gaat pacen, snelheid maken. De Hondt wordt een haas. We staan vlak achter een rij Kenianen en enkele wakkere Fransen. Een goeie 4000 man en enkele teamgenoten staan achter ons. Korte peptalk. Voor de rest opperste concentratie. En goesting. Veel goesting.

Het geweerschot knalt en de massa komt in beweging.
Ik smijt mijn versleten thermische shirt weg die me warm hield bij de start.

En we zijn weg, eindelijk!

Na de eerste kilometer lopen we al 12 seconden sneller dan we vooropgesteld hadden… Op km 3 zitten we al 25 seconden voor op ons schema van 2.38.

'Het is niet slecht dat we wat marge hebben voor we aan het klimmetje beginnen op km5. En het ging ook licht bergaf,' zegt Kjell.

'Oké,' denk ik. De benen voelen goed, dus waarom niet.
We zijn op km 5. Dat klimmetje komt eraan, maar het is iets van niks.
We blijven onze marge dus gewoon behouden en vergroten.

(Achteraf de logfile bekeken: die eerste kilometers gingen helemaal niet bergaf , integendeel…)

Op kilometer 7 is de tweede waterpost al in zicht, maar ik heb nog geen dorst, ik loop dus door en neem geen drank aan.

'Jelle, vanaf nu geen drankposten meer overslaan, de zon komt er stilaan door en je begint te zweten. Blijven drinken en eten.'

'Oké,' zeg ik.

Er is geen wolkje aan de lucht, en de zon begint inderdaad wat warm te worden op mijn donker shirt.

Ik probeer waar het kan zoveel mogelijk binnenbocht te nemen. Er is geen blauwe lijn die zoals in grote marathons de exacte route aanduidt, maar in mijn hoofd neem ik de kortste weg.

'Pas op voor de stoeprand, zoek die niet teveel op.'

'Oké,' zeg ik.

Na verloop van tijd komen groepjes lopers van achteren aansluiten bij ons. Kjell doet er een praatje mee. Ik versta er niks van, want ik zit volledig in de zone.

'Jelle, u niet laten doen, dat zijn gasten die maar de halve marathon lopen, laat ze maar gaan.'

'Oké,' zeg ik.

Even later zitten we in een klein groepje van mannen die toch serieus beginnen te hijgen. Kjell doet er weer een praatje mee en vraagt achter hun doel: 2.40 - 2.45, zeggen ze.

'Gast, wat doen die hier? We lopen op schema 2.35! We lopen die er straks wel af. Laat u niet opjagen…'

'Oké,' wil ik zeggen, maar ik zeg gewoon 'Ja'.
(Na 10 km heb ik door dat al lopend 'Ja' zeggen veel gemakkelijker gaat dan 'Oké', ik wil geen energie verliezen door mijn lippen 2x te bewegen in plaats van 1x.)

De ene na de andere haakt inderdaad af. Na eventjes zijn we die allemaal kwijt en lopen we alleen, met ons twee.

Het uitzicht is prachtig, we lopen van jachthaven naar jachthaven. Van luxevilla naar luxehotel. Achter ons besneeuwde bergtoppen in de verte. Adembenemend schoon.

We komen halverwege door op km 21 en hebben anderhalve minuut voorsprong op het doel van 2.38.

'Jelle, we gaan snel. Erg snel. Hoe voelen de benen?'

Ik zeg gewoon: 'Ja.'
Ik denk bij mezelf: ik voel me nog steeds goed en blijf gewoon steady doorlopen.

'Zeker niet versnellen tot aan de helling op kilometer 28 in Antibes.'

'Ja,' zeg ik, maar ik denk 'fok'. De eerste scherpe bochtjes komen eraan, de wind begint op te steken en hier en daar een klimmetje van enkele meters. Voor het eerst denk ik dat ik toch te rap vertrokken ben en dat ik het later zal bekopen.

Er komt een lang recht stuk aan, volledig wind op kop.
Geen woorden, maar gebaren met zijn hand achter zijn rug: linksachter, rechtsachter,…. Ik probeer de goeie positie te zoeken maar Kjell is geen kleerkast, met zijn postuur uit de Oost-Afrikaanse rift valley. Ik voel de wind dus overal even hard. Maar het is het gevoel dat telt. Ik trap bijna op zijn hielen. Het is er ook een keer op, maar hij verroert geen vin.

Km 28 komt in zicht, voor mij zie ik het hellend vlak van Antibes.
Het Schoon Schiereilandheuveltje komt dichter en dichter.

'Jelle, hier begint de zwaarste klim. Ik loop door en wacht boven, zoek uw eigen tempo.'

Ik dacht weer 'Fok'. Die gast laat mij hier achter?
Kjell neemt direct enkele tientallen meter voorsprong.

'Armen gebruiken! Trekken op uw armen! Niet alles op de benen!'

Ik verklein mijn paslengte, overdrijf met mijn armbewegingen en ik kom nog redelijk fris boven. Op het vlakke stuk boven zet ik een spurt in (zo voelde het toch) naar mijn coach. Ik was er gelukkig snel terug bij en ik was gerecupereerd.

We zitten op km 30, de race zal nu écht beginnen, wist ik van mijn twee voorbije marathons. Na de afdaling in Antibes was ik de helling al helemaal vergeten.

Ik zie de grillige baai naar Cannes enkele kilometers voor ons liggen. Dat wordt kronkelen: wind op, wind in de zij, linksvoor, rechtsvoor, het waait langs alle kanten, behalve langs achter.

Een voorbijganger zegt: 'C’est pas trop nombreux devant vous!'

'Zal mij worst wezen!,' dacht ik. Ik loop hier niet voor het klassement, mijn enige tegenstander ben ikzelf.

De volgende toeschouwer roept: 'Numéro quinze et seize, allez les gars!'

Allright. Ik kan mijn concurrenten voor de top 10 dus op 1 hand tellen. Plots was ik toch bezig met die positie. Hopelijk haal ik er nog een paar in, maar met het bochtige parcours is er voor mij nog niemand te zien.

Mijn vriendin Hanne ging zich ergens rond km30 positioneren, maar ik heb ze nog steeds niet gezien. Er zal wel iets zijn met Inti, onze 3 maand oude zoon: eten, slapen, protest… whatever. Ik zal ze wel zien aan de finish, maar ik ben wel licht teleurgesteld.

Km35. Mijn bilspieren beginnen zeer te doen bij elke stap. Ik krijg het moeilijk. Ik kan alleen nog schuin naar beneden kijken, naar de Zoomfly’s van Kjell. Ik probeer zijn cadans aan te houden en kan voor de rest aan niks denken.

Plots stond er iemand schuin voor mij op een halve meter te roepen: 'Komaaaaaaan'. Ik dacht 'Wat voor een zottin steekt hier nu zomaar dat parcours over?'. Het was Hanne en Inti, totaal onverwacht. Op mijn zwaarste moment. Ik kon niks terugroepen, ik kon niet eens achterom kijken. Het gaf mij wel energie terwijl ik het einde voelde naderen. Maar 7 km met pijn lopen is lang, heel lang.

'Komaan verdomme, ni afgeven!'

Kjell geeft geen instructies meer, nu is het gewoon overleven en duwen.
Hij roept harder en harder, hij toont geen compassie:

'Blijven duwen!'

Er komt een brug aan die ik over moet. Fok, die voelt zwaar. Weer pakt Kjell enkele meters. ('Zoek je eigen tempo!'). Bovenaan houdt hij wat water voor mij bij en loopt rustig door, maar het duurt even voor ik hem kan bijbenen. Ik heb het echt lastig.

Ik pak nog een beker water en drink het op. 'Fok, spuitwater! Wie zijn idee was dat?' Het komt er langs mijn neus terug uit.

'Goe bezig gast, dit is echt on-ge-lo-fe-lijk. Dit wordt een knaltijd!'

Ik begin zelf voor de eerste keer echt enthousiast te worden en erin te geloven. Het goeie gevoel was er wel altijd, maar je hebt toch nog altijd de stress dat je gaat breken en het tempo zwaar moet laten zakken. Nu wist ik: het gaat lukken! Ik heb intussen nog wat lopers ingehaald. En mijn gemiddelde snelheid van de hele marathon blijft op 3.39/km staan. (Die had ik als vast metric ingesteld op mijn horloge). Ik ben hier dus bijna een negative split aan het lopen, met die zwaardere tweede helft. Geweldig!

Er komt een kleine afdaling aan: Auw auw auw auw. Ik heb nog nooit meer zeer gehad dan toen. Elke landing op het dalende asfalt doet zeer aan m’n quadriceps. (Blijkbaar ligt dat aan de carbonschoenen: lichter voor de kuit, maar zwaarder voor de bovenbenen.) Ik heb heimwee naar de hellingen…

We zijn voorbij km 40 maar ik zie nog steeds geen finish, geen publiek, ik voel geen animo. We zijn in een saaie voorwijk van Cannes: weg uitzicht, weg sfeer. Nog geen euforie, enkel pijn.

Km 41,6 volgens mijn horloge. Het is nog maar een paar honderd meter maar ik voel de finish nog steeds niet naderen…

Plots hoor ik een speaker in de verte, de nadarhekken en de rode matten beginnen op te duiken, het publiek applaudisseert. Ik zie de grote gele chrono in de verte wegtikken: net 2.35.00 gepasseerd.

'Alles geven!'

Ik haal alles uit mijn benen, ik geraak nog aan 3.28 p/km pace, maar meer zit er niet in. Kjell laat zich zakken en ik sprint hem heroïsch voorbij.

BAM! 2.35.23!

Een smile op mijn gezicht.
Omkjellsing.
Supercontent.
Mezelf overtroffen.

Ik haal de ongebruikte energygels uit mijn broek (zwaar overschat — slechts 3 van de 6 gebruikt, 3 x 40gram teveel meegesleurd), en ik zie de ene na de andere stralende teamgenoot binnenkomen: Gert, Joachim, Steven, Els,… Wat een patsers!

We lopen met een brede smile en een veel te grote medaille rond de nek de aankomstzone uit. Mijn vriendin op wacht, mijn pa aan de lijn, de whatsapp ontploft. De tracking was halverwege uitgevallen dus iedereen dacht dat ik had opgegeven. Maar ik heb in de tweede helft nog 20 man ingehaald en eindig als 11de op enkele duizenden deelnemers.

Dit was ongetwijfeld de mooiste marathonervaring tot nu toe. Wat een parcours, wat een weer, wat een editie. Puur genieten!

Er rest mij een ode aan mijn coach Kjell, de bezieler van The Extra Mile. Hij heeft mij vier jaar geleden leren lopen, letterlijk. Ik was nog nooit op een looppiste geweest. Intervals kende ik niet. Ik. wist. van. niks.

Ik kan hem niet genoeg bedanken. Voor de opoffering om zijn marathon aan mij te besteden. Voor die twee jaar voorbereiding. Voor mijn geklaag op vakantie ('ik kan hier ni lopen'). Voor het herplannen van mijn schema’s na afgelaste wedstrijden. Om mij te overhalen dit jaar toch een marathon te lopen ('het zou zonde zijn je opgebouwde conditie nu niet te verzilveren'). Om alle theorieën van vo2max, VLAmax, lopen op vermogen, tragere duurlopen (ingegeven door mede clubgenoten) te negeren. Trust the process. Trust the coach.

Maar ik mag ook mijn beide loopvoetjes kussen voor mijn vriendin Hanne. Ook zij steunde mij in mijn voorbereiding. Dit kan ik haar nooit compenseren. Als zij zwanger en immobiel thuis zat met onze kleuter, ben ik gewoon kunnen blijven doortrainen: 6 x per week + core stability. Vlak voor de cruciale trainingsopbouw kregen we een tweede kindje. En ik was weg voor duurlopen van 26, 29 en 32 km. Ik onthield mij van de aperitief (ja die fles cava is nog alleen voor jou), lette op mijn eten (ja, die chips en die frieten zijn ook alleen voor u), en kroop op tijd in mijn bed (nee, ik kijk die serie niet meer mee).

Eeuwig respect voor hun allebei!
It takes three to tango, but it also takes three to run the marathon.
Ik moest gewoon binnenkoppen.

Nerd data: gewicht: 56,1 kg, lengte: 170 cm, schoenen: Adidas adios pro 2.0, gemiddelde snelheid: 16,37 km/u, gemiddelde hartslag: 176 bpm, cadans: 175 rot/min, hoogtemeters: 178m, gebruikte gels: 3 x 40g Maurten Hydrogel Sports fuel zonder caffeïne (1 gel om de 40 minuten), ontbijt vooraf om 4.50: pain baguette baguette avec confiture et miel, neuspleister: merk onbekend maar goe gerief, voorbije marathontijden: 3 uur (Amsterdam, 2018) en 2.50 (Keulen, 2019)

Tekst: Jelle Van den Bergh