Het verhaal van laatbloeier Björn Koreman
‘De grenzen van mijn prestatievermogen zijn nog niet in zicht.'
© Casper Rila

Met een nieuw persoonlijk record van 2.10.32 voldeed Björn Koreman in de NN Marathon Rotterdam 2022 ruimschoots aan de Nederlandse EK-limiet voor de marathon. Onlangs sprak RW's Peter Klooster hem over zijn weg naar Rotterdam:
Het huishouden van Björn Koreman (30) en Maartje Kusters (24) ademt sport. In de boekenkast staat sportliteratuur, in de keuken staan blikken sportdrank en boven de schouw hangt een foto waarop te zien is hoe Koreman de marathon van Wenen wint. Verder zijn er twee snelle racefietsen, die van Koreman - een prijzige Bianchi Oltre - hangt met een beugel aan de muur. Cadeautje van een sponsor, zegt hij, en er meteen aan toevoegt dat hij geen beste fietser is.
Begin 2020 geldt Björn Koreman nog als subtopper op de lange afstanden. Als hij op 6 maart zijn 28e verjaardag viert, maakt de visite grappen over het vleermuizenvirus dat in het Verre Oosten de kop opsteekt. Mogen ze drie keer zoenen, of is twee keer veiliger? Niet veel later wordt het menens. Het coronavirus steekt de kop op, er worden beperkingsmaatregelen afgekondigd, evenementen worden afgelast. Een lelijke streep door de rekening. In april zou hij hazen tijdens de marathon van Rotterdam voor Frank Futselaar, Khalid Choukoud en Bart van Nunen. Stuk voor stuk lopers die de limiet voor Tokio (2.11.30) in de benen hebben. Zelf is hij nog niet zover, zijn pr op de halve bedraagt 1.03.56, de anderen zijn minstens twee minuten sneller. Maar als de eerste lockdown een feit is, vindt hij eindelijk tijd om meer te gaan trainen.
Koreman groeide op in Raamsdonkveer, zes jaar geleden vestigde hij zich in het naburige Geertruidenberg. Hij bewoont een ruim pand in het centrum van de vestingstad, trainingsgebied De Loonse en Drunense duinen ligt op een half uurtje rijden. Aanstormend talent en goede vriend Luuk Maas (22) woont in Tilburg, regelmatig rijden de twee naar het natuurgebied voor een duurloop. Koreman sponsort zijn acht jaar jongere provinciegenoot met zijn bedrijfje Doubdle, een natuurlijke frisdrank. ‘Sinds drie jaar ben ik mede-eigenaar, we zetten onze sportdrank af in sportscholen, supermarkten en delicatessenzaken. Na mijn hardloopcarrière krijg ik tijd om het merk verder uit te bouwen. Natuurlijk wil ik er een eerlijke boterham mee verdienen, maar ik wil ook een gezond alternatief voor al die suikerhou - dende frisdranken in de markt zetten.’
Koreman is in topvorm en wil – zodra de lockdown erop zit - een goede najaarsmarathon lopen. Na de zomer van 2020 steekt het coronavirus opnieuw de kop op, de marathon van Amsterdam wordt afgelast. Hij richt zijn vizier op de halve marathon van Dresden, die niet van de kalender is gehaald. Hij schrijft zich in, ontvangt een startbewijs en vertrekt met zijn auto voor een rit van 750 kilometer naar het voormalige Oost-Duitsland. Tot zijn eigen verbazing zet hij een snelle 1.02.44 op de klok. Ik loop nu even hard als Futselaar, Van Nunen en Choukoud, beseft hij. Waarom ga ik eigenlijk zelf niet voor die olympische limiet?
Het levensverhaal van Björn Koreman in een notendop: van huis uit verwoed handballer en allround gezelligheidsdier. In 2012 staat hij als toeschouwer langs het parcours van de olympische marathon in Londen. Mocht hij ooit een marathon lopen, dan zal dat hier in Londen zijn, belooft hij zichzelf. Niet lang daarna dooft hij zijn laatste sigaret en steekt zijn voeten in een paar hardloopschoenen. Oké, hij mag dan een late beginner zijn, dat betekent ook dat hij nog goede hardloopjaren voor de boeg heeft.
Omdat alle grote stadsmarathons zijn afgelast, besluit Koreman twee weken na Dresden zelf een marathon te organiseren. Het zou zonde zijn om niets te doen met zijn glanzende vorm. Op 29 november 2020 moet het gaan gebeuren, in het Brabantse Dussen. Hij vindt sponsors, regelt een livestream en zet een ronde uit van vijf kilometer die hij 8,5 keer zal afleggen. Hij kondigt zijn poging aan via social media, laat een startnummer drukken en regelt twee hazen. De eindtijd moet rond 2.14 liggen. Als opstapje naar een echte limietpoging.
De beste trainer? Voor Koreman kan dat er maar een zijn: Bram Wassenaar, de godfather van het Nederlandse trainersgilde. Aanvankelijk vond hij dat hij onder Wassenaar weinig progressie maakte. Geef het tijd, zei de trainer simpelweg, ‘Je moet je bij tegenslag nooit van je stuk laten brengen, maar gewoon op zoek gaan naar een oplossing’ en dat was achteraf bezien juist. Wassenaar liet zijn pupil rustig rijpen, door hem veel kilometers in de laagste hartslagzones te laten maken. Die aanpak maakte van Koreman een ijzersterke loper. Tijdens trainingen legt hij twintig kilometer probleemloos af in 1.15, en daar geniet hij van.
Vijf dagen voordat zijn ‘eigen’ marathon zal plaatsvinden, ontvangt Koreman een mailtje. Het betreft een uitnodiging om in Polen een marathon te komen lopen, op 6 december. Hij grijpt de mogelijkheid met beide handen aan. Hij annuleert zijn sponsors, hazen en fans en constateert opgelucht dat niemand daar een probleem van maakt. De Poolse marathon zal plaatsvinden in het plaatsje Olesno en wordt coronaproof georganiseerd voor lopers die aan de olympische limiet willen voldoen. Dat zijn er ongeveer veertig.
Koreman noemt relativeren als belangrijk element van zijn levensfilosofie. ‘Je moet je bij tegenslag nooit van je stuk laten brengen, maar gewoon op zoek gaan naar een oplossing. Dat maakt alles een stuk eenvoudiger.’ Om die reden heeft hij in 2017 een mandala laten tatoeëren, een geometrisch patroon dat in het boeddhisme wordt gebruikt om de concentratie op te richten.
Een paar dagen later laten de Polen opnieuw van zich horen. De organisatie van de marathon laat Koreman weten dat er bij nader inzien geen buitenlanders worden toegelaten, in verband met corona - gerelateerde inreisbererkingen. Koreman gaat meteen op zoek naar een oplossing. Al googelend stuit hij op een marathon die vooralsnog wél doorgaat: de open Oostenrijkse kampioenschappen in Wenen. Hij schrijft hij zich online in en staat vervolgens als nummer 107 op de wachtlijst. De Oostenrijkers laten weten dat er honderd lopers mogen starten, en dat ze geen landgenoten zullen schrappen ten faveure van een buitenlander.
In 2018 deed Koreman mee aan een prijsvraag die werd uitgeschreven door dit magazine. De winnaar kreeg een meet & greet aangeboden met Eliud Kipchoge, die kort daarvoor in Berlijn met 2.01.39 een schitterend nieuw wereldrecord had gelopen. Toeval bestaat niet: Koreman wint de prijsvraag en voelt zich vereerd wanneer hij de vriendelijke Keniaan de hand mag drukken. En als Kipchoge bereid is om te poseren voor een selfie, kan hij zijn geluk helemaal niet op.
Begin december 2020 zit Koreman in een rollercoaster van emoties. Een goede vriendin is overleden, hij wil haar begrafenis bijwonen. Tegelijkertijd knettert de topvorm door zijn lijf, zonder dat hij weet waar hij die kan ontladen. De hoop dat zeven Oostenrijkers afzeggen die hoger op de startlijst staan, heeft hij eigenlijk al opgegeven. Dan, op dinsdag 8 december 2020, wordt hij gebeld door de wedstrijddirecteur van de marathon van Wenen. De man legt uit dat een aantal lopers van boven de vier uur zijn geschrapt om eliteatleten een kans te geven om de olympische limiet te halen. Koreman springt een gat in de lucht, gaat eerst naar de begrafenis en belt vervolgens Luuk Maas met de vraag of hij zin heeft om samen naar Wenen te rijden.
Verbeterpunten zijn er natuurlijk ook, trainingstechnisch gezien. Koreman ‘werkt’ nogal met zijn schouders en zijn hielaanslag is relatief hoog. Wassenaar heeft besloten dat zo te laten, te veel sleutelen aan de techniek kan averechts werken. Wel zit er nog een flinke marge op de kilometeromvang. Voor zijn eerste marathon liep hij 115 kilometer per week, voor zijn tweede 128. In de toekomst moet dat naar 170 – 180 kilometer. Fysiek gezien is dat haalbaar.
Op vrijdag 11 december 2020 vertrekken de twee vrienden met de auto van Koreman in oostelijke richting. Het plan is om te overnachten in het Oostenrijkse plaatsje Seefeld, net over de Duitse grens, na 900 kilometer rijden. Op zaterdag zullen de mannen dan de resterende 500 kilometer naar Wenen afleggen. Ze hebben eten bij zich voor onderweg, en bij pompstations slaan ze in wat ze verder nog nodig hebben. Op de Duitse Autobahn gaat goed het gas erop, de tocht over de bochtige Oostenrijkse wegen verloopt aanmerkelijk trager. Koreman voelt zijn spieren verstijven en is daar niet blij mee.
Hardlopen heeft Koreman in alle opzichten sterker gemaakt. Leven als een topsporter, grenzen durven aangeven en zelfverzekerd handelen. ‘Dat heeft het lopen me gebracht. Zonder dat had ik waarschijnlijk nog met mijn vrienden gehandbalt, gerookt en gedronken. Ook leuk, maar het staat in geen enkele verhouding tot de erkenning die ik nu krijg, zowel als atleet als mens.’
Op zaterdag 12 december 2020 arriveren Koreman en Maas in Wenen, even na het middaguur. Alle hotels zijn vanwege coronabeperkingen officieel gesloten, maar als Koreman erin slaagt om via de intercom aan te tonen dat hij ‘op zakenreis’ is, mag het duo naar binnen. Omdat ook alle restaurants zijn gesloten, zijn de twee aangewezen op de room - service. Later in de middag gaan de twee een rondje loslopen in het Wiener Prater, het stadspark waar het parcours voor de marathon is uitgezet. De rest van de tijd brengen ze op de hotelkamer door met het klaarleggen van bidons, energierepen en wedstrijdkleding. Voor het avondeten krijgen de vrienden pasta, friet en kipnuggets geserveerd.
Koreman leidt een stabiel bestaan, zegt hij. Leuke relatie, eigen bedrijfje, twee katten en een ruime woning. Vriendin Maartje Kusters zet zelf ook leuke tijden op de klok en snapt waar Björn het allemaal voor doet. Ze gunt hem dat hij op dit moment leeft voor de sport. Björn is niet egoïstisch, maar wel egocentrisch. Als hij iemand kan helpen, zal hij het niet laten. Maar na een zware training gaat hij wel op bed liggen in plaats van sociale verplichtingen in de kroeg na te komen.
Zondag 13 december 2020. Koreman meldt zich ruim voor de start van de marathon bij de toegangspoort van het Wiener Prater. Hij moet om naar bin - nen te mogen een geldige coronatest laten zien, die van hem is ouder dan 48 uur en dus verlopen. Dat kan ook niet anders, gezien de lange reis die hij heeft ondernomen. Gelukkig maakt de organisatie er geen probleem van; hij mag doorlopen. Om precies 10.00 uur klinkt het startschot. De lopers zullen binnen de hekken van het park zes rondjes van zeven kilometer afleggen.
Afrikanen komen van een andere planeet, het heeft geen zin je aan hen te spiegelen, vindt Koreman. Dat kan wel met Nederlandse toplopers, vooral Michel Butter ziet hij als rolmodel. Een Hollandse jongen met een vergelijkbaar postuur. Aanvankelijk ziet hij nogal op tegen de Noord-Hollander. In 2018 zit hij tijdens de Singelloop in Breda nog een minuut achter Butter.
De doorkomsttijd na 10 kilometer is te langzaam. De kopgroep komt door in 31.40 waar 31.10 gewenst is. Koreman voelt zich sterker dan ooit, terwijl de concurrentie kreunt en steunt. De kopgroep dunt elke kilometer verder uit, en bij het 20 kilometerpunt gaat hij aan kop met de laatst overgebleven Oostenrijker. Zeven kilometer verder bevindt hij zich in een voor hem unieke positie: hij loopt op kop in een internationale stadsmarathon. Hij maalt de kilometers onverdroten weg in 3.02, en dat is sneller dan in zijn stoutste dromen.
Zijn wedstrijdstrategie verschilt, al naar gelang de afstand en de omstandigheden. Vroeger legde Koreman het steevast aan op een negative split. Nu hij de Nederlandse top heeft bereikt, kan hij zich dat niet meer veroorloven. Bij een marathon moet je vanaf de start volle bak mee, zo niet, dan ben je gezien. Vol erin vliegen dus, en dan maar hopen dat je het tot de finish volhoudt. Dat is de enige strategie die werkt.
Koreman dubbelt het hele veld, met uitzondering van twee Oostenrijkers die op vele minuten tweede en derde zullen worden. Elke ronde in het Wiener Prater is Koreman blij om Maas te zien staan. Die geeft drinken aan en zegt hoe groot de voorsprong is. Met nog vijf kilometer te gaan begint de linkerhamstring te trekken, onverbiddelijk signaal dat het lijf de inspanningen zoetjesaan beu is. Aan de finish heeft zich zowaar een paar honderd man publiek verzameld. De omroeper van dienst noemt zijn naam, die blikkerig uit de speakers schalt. Een uniek moment, hij voelt de tranen achter zijn ogen prikken. De klok blijft stilstaan op 2.11.07, een verbetering van zijn pr met maar liefst zes minuten.
Op 1 januari 2021 tekent Koreman een contract bij het NN Running Team en heeft hij toegang geeft tot sportartsen, diëtisten en faciliteiten. Ook leuk: opgetrommeld worden voor een gave fotoshoot in de voormalige Honigfabriek bij Nijmegen. Eliud Kipchoge kende hij nog van de meet & greet, verder zijn Afrikaanse loopsterren present als Rodgers Kemboi, Letensebet Gidey en Yalemzerf Yehualaw. En Björn Koreman, gewezen hobby-handballer uit Raamsdonksveer.
De Oostenrijkse gastheren zijn verguld met de internationaal aansprekende tijd voor hun evenement. De pandemie staat geen huldiging, erepodium of prijsuitreiking toe. Wel verschijnt de burgemeester van Wenen ten tonele, die Koreman vanachter haar mondmasker in gebarentaal feliciteert. Daarna vertrekt hij snel uit Wenen. In de auto belt hij eerst zijn familie en vervolgens zijn coach. ‘Björn, wat heb je nu weer gedaan?’, roept Wassenaar verbaasd uit.
Voor het begin van de Olympische Spelen in Tokio hebben in totaal zes Nederlandse marathonlopers voldaan aan de limiet van 2.11.30. Abdi Nageeye is dan al zeker van een startbewijs, de overige vijf moeten hun kandidatuur voor een commissie bepleiten. Aan de hand van een PowerPoint-presentatie zet Koreman in op het feit dat hij de limiet solo lopend en onder ijskoude omstandigheden wist te halen, plus het feit dat hij in korte tijd veel progressie heeft geboekt. De bondscoaches achter de tafel luisteren aandachtig, maar wijzen vervol - gens gewoon de twee snelste kandidaten aan voor uitzending naar Tokio.
Dit verhaal verscheen eerder in Runner's World 3. Bestel 'm hier!