Trainingsmaatjes zijn heel belangrijk, ook als je niet voor de gezelligheid sport
Samen ga je waarschijnlijk wél naar dat evenement.
© Eik van Leeuwen

Sommige lopers houden hun trainingsschema fluitend vol. Anderen schrijven zich in voor een wedstrijd en halen de start niet eens. Hoe komt dat toch? 'Ondersteunende trainingsmaatjes zijn heel belangrijk. Ook als je loopt omdat je daar echt van houdt', ontdekte socioloog Rob Franken.
Bewegen is gezond, maar de verleiding is groot om ’s avonds op de bank te ploffen. Daarom onderzoeken ze aan de Radboud Universiteit welke factoren je motiveren om wel te sporten.
Debutanten op de Zevenheuvelenloop
Ruim 800 lopers die voor het eerst zouden gaan meedoen aan de Zevenheuvelenloop ontvingen drie keer een enquête van Rob Franken en zijn collega’s. 'Op verschillende momenten gaven ze antwoord op vragen over hun sportgedrag. Zoals over hoe vaak ze trainden, hoe gemotiveerd ze waren en hoe hun sportnetwerk eruit zag. Met dat sportnetwerk bedoelen we de mensen waarmee je sport. Hoe hecht ben je daarmee? Wat is het niveau van je maatjes? Hoe vaak lopen zij? Ga je naar de sportschool of een vereniging? Gebruik je Strava? Zo volgden we een periode hoe hun trainingsgedrag en netwerk zich ontwikkelden. Via de site van de Zevenheuvelenloop bekeken we wie er uiteindelijk aan de start van de race verschenen was', vertelt Rob Franken.
Meer trainen door meer maatjes
Eén op de vijf proefpersonen bleef thuis op de dag van de Nijmeegse loop. 'We ontdekten dat deelnemers die altijd in hun eentje trainden, een grotere kans hadden om niet aan de start te verschijnen. Deelnemers met een kleiner netwerk van trainingsmaatjes trainden gemiddeld ook minder vaak. Neemt je aantal sportmaatjes af, bijvoorbeeld omdat je verhuist, dan daalt het aantal trainingssessies per week.'
'Mensen die een maand voor de race lid waren van een club of veel sportmaatjes hadden, deden vaker daadwerkelijk mee. We zagen geen verschil tussen lopen met je buurvrouw of trainen bij de atletiekvereniging. Het gaat erom dat je sportmaatje voor jou een belangrijke trainingspartner is.'
Je zou verwachten dat beginners of mensen die puur voor de sociale contacten sporten hun trainingsmaatjes het hardst nodig hebben. En dat doorgewinterde solisten wel zonder maatjes kunnen. Dit bleek niets uit te maken, alle deelnemers hadden baat bij sportmaatjes. Ook of ze nu voor de 7 of de 15 kilometer gingen, maakte geen verschil.
Waarom zijn sportmaatjes zo motiverend?
'We vonden twee prominente argumenten in de literatuur. Ten eerste is je sportnetwerk een belangrijke bron van support. Je krijgt aanmoediging, tips, misschien een handig schema en natuurlijk gezellig gezelschap. Ten tweede bieden de activiteiten van je loopmaatjes een referentiekader: je wil niet achterblijven bij je vrienden en daarom blijf jij ook trainen.' De kans om op te komen dagen, hing vooral samen met de steun van hechte sportmaatjes: hoe meer ondersteunende maatjes je hebt, hoe groter de kans is dat dit je lukt.
'Voor de trainingsfrequentie lijkt het meer van belang dat je maatjes hebt waar je je mee kunt vergelijken. Heb je fanatieke loopmaatjes, dan neemt het aantal keer dat jij gaat hardlopen waarschijnlijk toe. Lopers die net iets beter zijn dan jij zijn vermoedelijk de beste sportpartners. Hoewel het in dit onderzoek niet bekeken is, kan ik me voorstellen dat het averechts werkt als je allemaal trainingspartners hebt die op een voor jou onbereikbaar hoog niveau sporten.'
Mogelijk helpt het ook om je trainingsmaatjes digitaal te volgen en ze van 'likes', 'kudos' en andere complimenten en reacties te voorzien. 'In een ander onderzoek gaan we inzoomen op loopclubjes op Strava die een verlengstuk zijn van een echte vereniging. We zien nu al dat het ontvangen van kudos van clubgenootjes ervoor zorgt dat je meer gaat lopen.'
Wij-gevoel belangrijk bij sport
'Sporten die je individueel kunt beoefenen zoals fitness, fietsen en hardlopen zijn steeds populairder geworden. De traditionele structuren waarbinnen mensen sporten, zoals verenigingen, worden juist minder populair. Ons onderzoek toont aan dat een 'wij-gevoel' nog steeds belangrijk is om sporten vol te houden. Veel programma’s gericht op het promoten van een actieve leefstijl zijn gericht op het individu en hebben kort effect. Naar aanleiding van onze studie denk ik dat een meer groepsgerichte aanpak beter kan werken op de langere termijn, zoals mensen stimuleren om lid te worden van een sportclub waar ze een netwerk kunnen opbouwen', aldus Rob Franken.