Hardlopen over een actieve vulkaan: De Bali Ultra Trail

Frank van der Endt deed mee aan Bali's eerste trailrun: 'Een episch avontuur.'

©PTBumiTrekka Nusantara / Telkomsel Bali Ultra Trail

PHOTO-2022-08-13-17-41-17[13].jpg

De Bali Ultra Trail, die door de coronapandemie tot twee keer toe werd uitgesteld, is de eerste ultra run ooit die op Bali werd georganiseerd. De route van 53 kilometer en 3200 hoogtemeters rond de actieve vulkaan loopt door het Batur UNESCO Geopark. Frank van der Endt schreef eerder al een verhaal over een ultraloop die hij in de Kennemerduinen liep met zijn loopvrienden. Deze keer liep hij solo en deelt hij met Runner's World zijn ervaring tijdens de Bali Ultra Trail.

Lopen over een actieve vulkaan: de Bali Ultra Trail

Start van de Bali Ultra Trail

Het is 6 augustus even voor 6 uur ’s ochtends. We staan klaar bij de startlijn in Kintamani. Het eerste stuk, met opkomende zon, lopen we door een dichte jungle. De lichtinval van de zon is adembenemend mooi. Door de extreme luchtvochtigheid ben ik binnen enkele kilometers drijfnat. Dan wordt de stijging ingezet. Het pad op de kam van de Mount Abang is angstaanjagend smal. Links en rechts de afgrond. Alleen strak vooruitkijken voorkomt dat ik hoogtevrees krijg.

Mount Agung en mount Batur

De berg oogt groen en zacht. Rechts heb je uitzicht op Gunung Agung met de vulkaan, die nu deels in de wolken ligt. De vulkaan Gunung Agung is actief en in 1963 en 2017 hebben hier nog grote uitbarstingen plaatsgevonden. Links heb je uitzicht op de Batur, de andere grote, ook actieve vulkaan. De Batur bestaat uit twee kraters. Later in het parcours zal ik ook die moeten beklimmen en afdalen. De Agung (de man) en de Batur (vrouw) horen bij elkaar, daartussen ligt het grote Batur-meer.

Ik realiseer mij dat het straks warmer gaat worden en dat de vermoeidheid mij parten zal gaan spelen. Ik besluit om voorlopig vooral rustig aan te doen. Te genieten en mij mentaal en fysiek voor te bereiden op de tweede helft van deze tocht: de beklimming en afdaling van de Batur. Het afdalen van Mount Abang blijkt geen ‘walk in the park’. Het pad is extreem stijl en smal. Om de honderd meter zit er professionele klimmer voor je klaar met helm op en equipment bij zich. Hij gidst je over de meest steile stukken met touwen die aan haken aan de rotsen zijn vastgeklonken.

Ik kom aan bij post drie van de in totaal zes meldpunten. Na wat eten bij het meldpunt loop ik vol goede moed verder door de dorpen aan de rand van de Batur. Ik kijk omhoog en zie in de verte wat hutjes die tegen de top van de Batur aangeplakt lijken. Tussen de hutjes en mij ligt een eindeloze reeks steile rotspartijen. Ik besluit om regelmatig te gaan rusten, maar word ontzettend misselijk. De weinige energie die ik nu nog over heb wordt benut om mijn maag te legen. Ik besluit een wandel-meditatie te doen waarbij ik stappen zet van enkele centimeters. Het gaat langzaam, maar wel vooruit en omhoog. Mijn mantra wordt ‘elke stap is er één de goede richting op’.

De mount Batur

Boven op de krater staat een gierende wind. Ik loop in een fikse bries, in de wolken, terwijl vlagen warme zwaveldamp tegen mij aan zwiepen. Ik ga op de automatische piloot naar beneden. Ik val regelmatig, maar gelukkig zonder mezelf te blesseren. In het dal zie ik de volgende post liggen. Het is te stijl om tempo te maken. Ik word juichend en joelend door de zorgzame mensen van de organisatie en het medische team binnen gehaald. De arts van het medische team biedt me drankje aan om mijn misselijkheid te bestrijden.

Na een rustpauze van een kwartier hervat ik de tocht en dan begint de moeilijkste fase van de race. Ik voel me slecht, heb totaal geen energie. De Batur bestaat uit twee kraters. De eerste heb ik achter de rug. Maar de tweede moet ik nu in het donker beklimmen en weer afdalen. Ik moet echt af te toe rusten en laat andere lopers voor gaan. Het kan me niet meer schelen. Ik laat de gedachte aan stoppen toe. Ik weet namelijk dat dat helpt bij het verkrijgen van meer ontspanning. Maar als ik eerlijk ben is opgeven voor mij eigenlijk geen optie.

Pech onderweg

Wat ik dan nog niet weet, is dat ik mijn hoofdlamp niet meer aan de praat krijg. Helaas loop ik hier hoog op de vulkaan in de wolken waardoor het licht van de maan en sterren mij niet bereikt. Ik moet op de tast lopen, maar dat gaat op een gegeven moment niet meer. Ik besluit te wachten op volgende lopers met licht. Ik ontmoet een andere loper, Rabin, aan wie ik vraag of ik met hem kan meelopen omdat mijn lamp niet werkt. Hij is zo vriendelijk om mij mee te laten profiteren van zijn lichtbundel. Ik ben eigenwijs en een snellere loper dan Rabin. Binnen de kortste keren ben ik Rabin uit het oog verloren en zak ik weg in het donkere lavagrind. Ik heb werkelijk geen idee welke richting ik uit moet. Gelukkig is Rabin mij wel trouw gebleven en zoekt hij me op, zodat ik in het schijnsel van zijn lamp de tocht kan vervolgen.

De finish

Op het moment dat we de tweede top van de Batur hebben gehaald, voel ik een intense opluchting. Ik weet dat het nu een kwestie is van volhouden. Wel voel ik een vlaag van opwinding bij het zien van een lichte vlek beneden. De laatste twee kilometers weet ik het tempo nog flink op te voeren. Met een triomfantelijke sprong doorbreek ik het finish lint. Ik neem de medaille in ontvangst, de vragen die de speaker mij stelt gaan volkomen langs me heen. Het enige dat beklijft is de hereniging met mijn bezorgde vrouw, die ik intens blij verwelkom met een kus.

Een episch avontuur

Op een pijnlijke keel en wat blauwe teennagels na, heb ik verder geen klachten. Toch ben ik zowel fysiek als mentaal flink uitgeput. Ik heb met name van de eerste helft van de run, toen ik het lichamelijk allemaal nog trok, volop genoten. Mijn gesteldheid bewoog mee met de overgang van een groene glooiende omgeving naar het zwarte onheilspellende vulkanische landschap. Mijn vaste loopvrienden heb ik oprecht gemist. Het onderlinge plezier, de relativerende humor en de zekerheid van hun nabijheid was er nu niet en dat maakte alles een stuk zwaarder.

Echter, de organisatie had mij een episch avontuur beloofd en daar was geen woord van gelogen. Bijna de helft van de 84 lopers heeft uiteindelijk de finish niet gehaald. Nu mijn energie weer terug is en de prachtige en soms confronterende officiële foto’s van de organisatie binnendruppelen, bekruipt mij langzaamaan een gevoel van tevredenheid. En wellicht gaat dat te zijner tijd wel over in trots.

Zou jij net als Frank deze trailrun uitdaging op Bali willen aangaan? Hier vind je meer informatie over het evenement.