Ik ben een Loper: Roxane Knetemann
De oud-wielrenster bereidt zich voor op de Amsterdam Marathon.
© Dirk-Jan van Dijk

Roxane Knetemann (35) is wielercommentator en -analist bij de NOS. Als profwielrenster reed ze tussen 2006 en 2019 voor verschillende ploegen. Ze studeerde ecologische pedagogiek aan de Hogeschool Utrecht, werkte in de jeugdzorg en was coach en pedagoog bij TalentNED. Ze woont in Heerenveen met haar vriend en voormalig wielrenner Wim Stroetinga.
Ervaren of beginner
‘Ik ben in 2019 gestopt met wielrennen. Daarna ging ik meer aandacht besteden aan mijn sociale leven en maatschappelijke carrière. Daardoor had ik minder tijd voor sporten, dus ik moest gaan afbouwen, van ongeveer twintig, 25 uur per week trainen naar een paar uur in de week. Als je weinig tijd hebt, heeft hardlopen meer impact dan fietsen, al doe ik dat ook nog steeds graag. Hardlopen geeft me veel voldoening, en het is makkelijker. Je trekt je schoenen aan en gaat, en na afloop hoef je niet al je materiaal schoon te maken. Ook tijdens mijn wielercarrière ging ik wel eens hardlopen, meestal in de winter. Achteraf is het jammer dat ik het niet vaker heb gedaan. Ik kan elke wielrenster aanraden om het twee keer per week te doen. De impact op de grond is goed voor je botdichtheid. Door andere sporten te doen prikkel je daarnaast je lichaam en geest. Hardlopen is ook gewoon leuk, lekker buiten, waar fietsen soms wat eentonig kan zijn. In een half uur of drie kwartier kun je echt een prima training afwerken.’
Ambitieus of recreatief
‘Ik ga de marathon van Amsterdam lopen. Ik zei altijd dat het niks voor mij was, dat massale. Ik loop liever voor mezelf. Tijdens de Tour de France van vorig jaar zag ik wat mensen trainen voor een marathon, en toen leek het me ineens best leuk. Ik had een vriendin die er al een aantal had gelopen, in New York, Athene, Amsterdam en Berlijn. Zij liep megasnelle tijden. Dat inspireerde me. Ik heb me toen ingeschreven. Dat heb ik lang stilgehouden, want ik twijfelde of ik het kon, maar op een gegeven moment ging ik steeds lekkerder en makkelijker lopen. Dat maakte me vastberaden: ik ging het gewoon doen.’
Training of vrij
‘De angst zat er bij mij in dat ik te veel deed, of juist te weinig. Ik ging alles opzoeken op internet en zag door de bomen het bos niet meer. Op een bepaald moment ben ik in contact gekomen met Michel Butter. De marathon van Rotterdam en de Amstel Gold Race vielen op dezelfde dag, voor de NOS moesten we een filmpje opnemen waarin Michel vertelde waarom hardlopen leuker was, en ik waarom wielrennen leuker was. We gingen elkaar volgen op social media, en toen hij reageerde op een bericht van mij over hardlopen, heb ik hem gevraagd om advies. ‘Hey, ik zit eraan te denken om de marathon van Amsterdam te lopen, maar weet niet waar ik moet beginnen.’ Hij stelde toen voor om me samen met coach Guido Hartensveld te gaan begeleiden. Zij maken sindsdien mijn schema’s. Ik voel me echt bevoorrecht.’
Training of vrij (2)
‘In het begin moest ik er even goed over nadenken, want als ik me ergens serieus mee ga bezighouden, heb ik de neiging om me er helemaal in te verliezen. Ik ben superfanatiek. Dat is mijn valkuil, maar ook mijn kracht. Ik mag dan geen topsporter meer zijn, maar dat voel ik me soms nog wel. In eerste instantie hebben we afgesproken om het een maandje te proberen, en dat beviel heel goed.
Gadgets of intuïtie
‘Mijn prestaties verschijnen via mijn Gar min-horloge in een speciaal programma waarin Michel en Guido ze meteen kunnen zien. Zij geven me vervolgens feedback, best kritisch. In het begin was het meestal dat ik te hard ging. We hebben vaak appcontact, en als het echt 112 is kan ik ze bellen.’
Tempo of afstand
‘Ik sta op het punt om aan marathonspecifieke training te beginnen. In de zomer heb ik mijn kilometers uitgebouwd tot ongeveer 70 per week, nu ga ik langere marathonblokken in mijn training verwerken. Een doeltijd heb ik op dit moment nog niet, maar ik zal ergens tussen de 4.30 en 4.40 per kilometer proberen te lopen. Dan kom je ongeveer uit op drie uur en een kwartier.’
Ontspanning of inspiratie
‘In de zomer heb ik vier weken achter elkaar als commentator en analist gewerkt bij de Tour de France, eerst de mannen, daarna de vrouwen. Ik had weinig slaap, niet altijd de goede voeding, maar wilde toch mijn trainingskilometers maken. Door die combinatie ben ik tegen een muur gelopen. Ik heb mijn schema toch even moeten aanpassen. Het is lastig uit te leggen, maar de stress die je hebt voor je op televisie gaat, is in zekere zin te vergelijken met die van voor een wielerwedstrijd. Ik had het als renster al: je traint of koerst maar vier uur op een dag, en op papier heb je daarna genoeg tijd om te rusten, maar toch blijft die spanning in je lijf zitten. Dat vreet je op, ook lichamelijk. Dat had ik nu ook rondom de Tour. Ik merkte dat ik veel hoger in mijn ademhaling zat. Op een gegeven moment zag ik duidelijk aan mijn trainingen dat ik vermoeid was.’
Soepel of zwoegen
‘Ik denk wel dat ik een goed lichaam heb voor hardlopen. Ik heb lange benen, en ik had al een hoge VO2max door het wielrennen. Kort nadat ik gestopt was, ging ik twee keer in de week hardlopen. Een paar maanden late kreeg ik last van kleine pijntjes, vooral in mijn voeten. Die konden de belasting en het tempo niet aan, mijn hart en longen wel. Mijn kuiten waren het niet gewend, en de pijn trok door naar mijn voeten. Ik ben mijn kuiten toen gaan oprekken, en nam even meer rust tussen mijn loopjes. Ik denk dat ik inmiddels wel pijnvrij elke dag zou kunnen hardlopen.’
Alleen of samen
‘Ik loop vaak samen met mijn hond Bliksem, een Duitse staander. Dat ras wordt ook gebruikt als sledehond. Ja, ze is een goede hardloper. Ze is nu drie jaar oud, en ik neem haar al twee jaar regelmatig mee. Meestal loop ik ongeveer anderhalf uur met haar, met een soort band om mijn middel, met daaraan haar lijn. Ze vindt het hartstikke leuk, ik merk soms dat ze ook echt in een flow terecht komt. Als er weinig mensen in de buurt zijn, laat ik haar vaak even los. Dan kan ze lekker heen en weer rennen of in het water springen en maken we een echte speeltuin van ons rondje.’
Routevast of variatie
‘Je hebt mooie routes in de buurt van mijn woning in Heerenveen. Binnen drie kilometer zit ik in de bossen. Ik vind het fijn om zo min mogelijk mensen tegen te komen. In de laatste week van de Tour was ik bij mijn moeder, die vlakbij Amsterdam woont. Toen ik daar liep kon ik echt verlangen naar mijn rondjes waarop ik geen mens tegenkom.’
Gevoed of nuchter
‘Door op je voeding te letten boek je de makkelijkste winst, zonder dat je er hard voor hoeft te trainen. Ik let er nu serieus op, eigenlijk nog meer dan toen ik wielrenster was. Als ik op een ochtend een loop van tweeënhalf uur heb, dan ben ik daar de avond van tevoren al mee bezig. Dan eet ik wat vezelarmer, en begin ik koolhydraten te stapelen. Als je je training zo goed mogelijk wil uitvoeren, is dat cruciaal.’
Dit verhaal komt uit Runner's World nummer 8 2022, te bestellen zonder verzendkosten.