Hoe meet je je pasfrequentie?

Pasfrequentie, cadans, pasritme: het zijn allemaal synoniemen. De betekenis? Het aantal stappen dat je per minuut zet tijdens het hardlopen. Hoezo is het belangrijk om dit getal te kennen van jezelf? En hoe kun je je pasfrequentie meten? Dat lees je hier.

Wat is de ideale pasfrequentie?

Je hebt vast wel eens gehoord dat een pasfrequentie van 180 ideaal is voor hardlopers. Dat is nogal kort door de bocht. Het aantal stappen dat voor jou goed en efficiënt voelt, kan namelijk bij je loopmaatje voor een onnatuurlijke loopstijl zorgen. Ook je snelheid, kracht en simpelweg je anatomie hebben invloed op je pasfrequentie. Lange lopers maken vaak grotere passen, waardoor ze al snel uitkomen op een lagere pasfrequentie. Er is dus niet één getal wat voor elke hardloper geldt, maar de meeste lopers zitten ergens tussen de 160 en 205 stappen per minuut. Een lagere pasfrequentie kan o.a. voor blessures zorgen, daarom is het wel verstandig om je eigen pasfrequentie te kennen.

Hoe meet je je pasfrequentie?

Ben je benieuwd naar het aantal stappen dat je zet per minuut? Zo kom je erachter.

Je passen tellen

Ga hardlopen zoals je altijd doet en tel één minuut lang hoe veel stappen je zet met je rechtervoet. Vermenigvuldig dit met twee en je hebt je pasfrequentie.

Gebruik je horloge + hartslagmeter

Veel sporthorloges meten je pasfrequentie tijdens het lopen, maar er zit veel verschil tussen de diverse merken en modellen. Sommige horloges tonen het aantal stappen tijdens je training gewoon op het scherm. Bij veel horloges kun je na je training in de bijhorende app je pasfrequentie opzoeken - soms staat dit vermeld als cadans, cadence of pasritme. Let wel op: bij sommige merken worden de stappen per minuut van één voet aangegeven, dan heb je dus een pasfrequentie van 90 in plaats van 180. Voor andere horloges heb je weer een aparte hartslagband nodig om het aantal stappen te kunnen meten.

Volg je Runner's World al op Instagram en Facebook?