Zoë Sedney: van 100 meter horden naar 400 meter én een plekje in het Nederlands estafetteteam

Zoë Sedney beantwoordt al jullie vragen!

© Erik van Leeuwen

Zoë Sedney.jpg

Zoë is één van de jongere atleten die mee gaat naar de WK in Budapest. Ze begon op zesjarige leeftijd al met atletiek, en heeft inmiddels de leeftijd van 21 jaar bereikt. Met haar snelle sprint speelt ze een hele belangrijke rol voor het Nederlands team op de 4x400 meter estafette. Via Instagram stuurden jullie vragen in. Bij de persdag van TeamNL, vroeg Runner's World ze aan Zoë!

De grote overstap

Dit jaar sloot ze het indoorseizoen af op háár onderdeel: de 60 meter horden, en enkele maanden later verraste ze met een debuut bij de Fanny Blankers-Koen Games op de 400 meter. 'Ik raakte mijn plezier in de horden een beetje kwijt, en werd nieuwsgierig naar andere onderdelen', legt Zoë uit. 'Ik ben sprinter, en was altijd al goed in de langere tempo's, zodoende stelden mijn coaches voor om de 400 meter eens te proberen. Daar hoefde ik niet lang over na te denken, en gaf het een kans'. Ze liet de horden voor wat het was, en trainde in stilte voor de 400 meter. Dit pakte waanzinnig uit! Inmiddels staat Zoë met haar 400 meter tijd vierde op de Nederlandse ranglijst 2023, en heeft haar plekje voor het estafetteteam veiliggesteld. Het indelen van de 400 meter vindt ze nog het lastigste. 'Vanuit de 100 meter horden ben ik het niet gewend om met zo veel lactaat te lopen. Daar moet ik nog mijn weg in vinden'.

100 meter horden vs 400 meter

'Het zijn twee totaal verschillende disciplines. De 100 meter horden is zulk precisiewerk. Elk klein detail is van invloed op je eindresultaat. Daarentegen is de 400 meter langer en je hebt meer ruimte om te spelen. In je start, in je verdeling, in je snelheid, ik kan daar van alles in aanpassen en proberen. De 100 meter horden is keihard vooruit en dat zo perfect mogelijk.' Op de vraag wat ze zou doen als ze zou moeten kiezen tussen deze twee onderdelen, kiest ze na enige twijfel voor de 100 meter horden. 'Dat is toch wel mijn grote liefde, dat kan ik niet zomaar laten gaan'.

Ochtendmens vs avondmens

'Ik ben écht een ochtendmens. Ik vind trainen in de ochtend heerlijk. Het liefste loop ik mijn wedstrijden ook in de ochtend. Helaas zijn de meeste wedstrijden in avond, en soms wat series in de ochtend. Ik begin er inmiddels aan te wennen, maar nog steeds zou ik het liefste in de ochtenden mijn wedstrijden lopen!'

Eet- en drinkpatroon

'Ik houd mijn eten en drinken wel echt in de gaten. Vooral als er wedstrijden naderen. Ik let goed op mijn eten, en op de tijdstippen waarop ik eet. Niet te ver of te dichtbij voor een wedstrijd. Daarnaast zorg ik dat ik de dagen ervoor voldoende koolhydraten tot me neem. Deze extra energie heb ik hard nodig'.

Het minst leuke aan topsporter zijn?

'Ik vind vooral het combineren moeilijk. Ik wil graag studeren, of een koffietje drinken met vriendinnen. Misschien een keer winkelen. Tegelijkertijd heb ik rust nodig om te herstellen, of kan ik de energie moeilijk opbrengen omdat ik al de hele week heb getraind. Die balans vinden vind ik lastig. Daarnaast ben ik natuurlijk veel weg, en aan het reizen'. Op de vraag of ze een sportpsycholoog heeft zegt ze: 'nee, die heb ik niet'. 'Ik heb wel de mogelijkheid daar gebruik van te maken, maar ik vind dat nu nog niet echt nodig'.

Laatste lezersvragen..

Zoë heeft niet per se een inspiratiebron of een idool. Wél is haar zus (Naomi Sedney, 100 meter sprint), de reden dat ze is begonnen met atletiek en dus in dat opzicht haar inspiratie geweest. Het snel groeiende aantal volgers op Instagram vindt ze leuk. 'Fijn dat mensen steeds meer interesse krijgen in deze sport! Zelf voel ik er geen extra druk door hoor. Ik wil altijd goed presteren, of er nou niemand kijkt, of heel veel mensen kijken. Dat verandert voor mij niets'. Op de vraag welk dier Zoë graag zou willen zijn voor één dag was ze duidelijk: 'een hond, dan kan ik lekker de hele dag vertroeteld worden, heerlijk lijkt me dat!'