Beoogd minister-president Dick Schoof liep al 18 marathons

‘Met werken zal ik ooit ophouden, maar hardlopen blijf ik het liefst mijn hele leven doen.’

© BSR Agency

Dick Schoof en Sifan Hassan.jpg

Als hoogste ambtenaar van het ministerie van Justitie en Veiligheid staat Dick Schoof 24/7 paraat voor onze rechtstaat. Nu wordt hij - naar alle waarschijnlijkheid - de nieuwe minister-president van Nederland. Maar naast zijn werk heeft hij nog een andere grote liefde: hardlopen. Dit jaar liep hij zijn achttiende marathon: The Big Sur.

In de nieuwe Runner's World vertelt de beoogd minister-president Dick Schoof over zijn hardlooppassie. Fleur Baxmeier zocht hem op vlak voor dat dit nieuws naar buiten kwam.

Een loper uit de eerste hardloopgolf

Normaal gesproken ga je in Nederland op je 67e met pensioen, maar voor Schoof heeft het kabinet een uitzondering gemaakt. Hij mag nog drie jaar langer doorgaan, iets wat hij zelf ook graag wilde. ‘Ik werk zo’n 40 tot 60 uur per week, met uitschieters. Geen dag ziet er hetzelfde uit, maar één ding staat vast: er wordt hardgelopen. In mijn hoogtijdagen liep ik in aanloop naar een marathon makkelijk 100 tot 120 kilometer per week hard. Dat doe ik nu niet meer, ik word ook een jaartje ouder,’ lacht Schoof, die er zo fit en energiek uitziet dat je het ook zou geloven als je zou zeggen dat hij 55 jaar was. ‘Maar ik ben niet van dat nieuwe trainen hoor, dat sportrusten. Ik ben nog typisch een product van de eerste hardloopgolf uit de jaren '80: vier of vijf keer per week hardlopen en daarbij zoveel mogelijk kilometers proberen te maken. Ik loop nu gemiddeld nog steeds zo’n 90 kilometer per week.’

In zijn studentenperiode in Nijmegen, eind jaren '70 en begin jaren '80, was Schoof een wedstrijdroeier. ‘In die periode liep ik ook al hard, één à twee keer per week. Dat vond ik leuk en ik was best snel, maar het roeien had op dat moment voorrang. Dat veranderde toen ik naar Den Haag verhuisde voor mijn eerste baan. Met een busje vol spullen belandde ik in het weekend in een enorme file. Ik zat midden in de CPC Loop en dacht meteen: hier ga ik volgend jaar aan meedoen. Op dat moment was ik al gestopt met roeien, maar ik wilde wel blijven sporten. Dat kwam voort uit de drive om gezond te blijven, waarbij misschien meespeelde dat mijn beide ouders vroeg zijn overleden. Een jaar later, in 1985, heb ik de CPC inderdaad voor het eerst gelopen. In de decennia daarna heb ik er een paar gemist, maar ik denk dat ik de CPC alles bij elkaar wel een keer of dertig heb gelopen.’

Dry needling en de marathon

Als een rupsje-nooitgenoeg baande Schoof zichzelf in de jaren daarna een weg omhoog in zowel zijn werkende leven als zijn hardloopleven. Met resultaat, want hij schoof ieder jaar een paar treden omhoog op beide ladders. ‘Ik liep heel makkelijk en eigenlijk nog steeds. Toevallig ben ik dit voorjaar voor het eerst van m’n leven geblesseerd geraakt aan mijn kuit. Mijn fysiotherapeut zei: “Ik ga dry needling doen”. Daar had ik nog nooit van gehoord, maar de pijn was vrijwel meteen weg. Ik heb verder nooit ergens last van gehad, ook al ben ik in korte tijd veel kilometers gaan maken op een hoog tempo. De CPC liep ik in de beginjaren rond de 1.21, wat toch een mooie tijd is. Op de 10 kilometer zat ik net boven de 37 minuten. Mijn doel was op dat moment al om een keer mee te doen aan een marathon. In 1987 heb ik voor de eerste keer een marathon gelopen, in Enschede of all places.’

Verder lezen? Over zijn bijnaam 'Mr. Veiligheid', de marathon van West-Berlijn en hardlopen onder beveiliging lees je alles in de nieuwste Runner's World nummer 5.

Volg je Runner's World al op Instagram en Facebook?