RW Retro: Foekje Dillema en het genderdebat in de sport
Een debat tot op de dag van vandaag
© Nationaal Archief

De Olympische Spelen van Parijs komen eraan. Terwijl de atleten zich massaal voorbereiden om misschien wel geschiedenis te schrijven, duiken we bij Runner's World de geschiedenisboeken in. Welke verhalen hebben de tand des tijds doorstaan en welke verhalen kunnen deze zomer aan dat lijstje worden toegevoegd? In deze aflevering van Runner's World Retro, in het kader van Pride Amsterdam: over gender in de sport, het verhaal van Foekje Dillema.
Debuut op blote voeten
Foekje Dillema werd in 1926 geboren en groeide op in Burum, een klein dorp in Friesland. Ze waren erg arm thuis. Haar vader zat in de werkverschaffing en het gezin woonde bij haar opa in. Niemand bij haar thuis had ooit meer onderwijs genoten dan de lagere school. Na de lagere school gingen alle meiden bij haar thuis aan het werk als huishoudster of als dienstmeid. Door armoede thuis en de Tweede Wereldoorlog sportte ze eigenlijk nooit.
Naar het schijnt heeft ze een tijdje gymnastiek gedaan en daar viel ze door haar kracht en snelheid al op, waarop men zei 'kind, je moet aan atletiek gaan doen'. Haar eerste atletiekwedstrijd liep ze pas in 1948, op haar 21ste. Ze was gekomen als toeschouwer, maar ze meende dat ze wel harder kon dan de atleten die diagonaal over een voetbalveld aan het sprinten waren. Op blote voeten en buiten mededinging won ze met overmacht. Hierop werd ze lid van atletiekvereniging Vitesse in Leeuwarden.
Binnen twee jaar naar de wereldtop
Vanaf die ene wedstrijd ging het hard. Ze kreeg een paar spikes en begon meteen met het winnen van lokale wedstrijden en een jaar later werd ze al opgeroepen voor een atletiek-interland tegen Italië in Rotterdam. Daar won ze de 200 meter en werd ze opgesteld als slotloopster bij de 4x100 m estafette. Vanuit een onmogelijke achterstand rolde ze de concurrentie één voor één op, alsof ze een stoomwals was. Ze werd dan ook wel de Friese stoomwals genoemd vanwege haar gespierde gestel en krachtige looppas. Zo walste ze maar door en verbrak ze op de Olympische dag 1950 in Amsterdam het Nederlands record van Fanny Blankers-Koen in een tijd van 24.1. Daarmee stond ze binnen twee jaar aan de wereldtop van de atletiek en was men benieuwd wat ze zou kunnen op de Olympische Spelen van Helsinki 1952.
Foekje een 'man'?
Terwijl Foekje naam maakte in de atletiekwereld, groeiden ook de geruchten over haar. Ze zou geen vrouw zijn werd er gezegd. Ze was redelijk gespierd, had een lage stem en zelfs een klein beetje baardgroei. Daardoor beweerden boze tongen zelfs dat ze een man zou zijn. In die tijd werd er wel vaker getwijfeld aan het geslacht van deelnemers bij de vrouwen. Soms werden ze ook daadwerkelijk uit competitie genomen, of dat altijd terecht was is onduidelijk. Überhaupt gingen er destijds veel spookverhalen rond over wat sport met je vrouwelijkheid zou doen. In dit artikel lees je meer over de positie van vrouwen in het hardlopen door de jaren heen.
In Engeland was het al vanaf 1948 verplicht voor vrouwelijke atleten om een geslachtstest te ondergaan. Sommige vrouwen waren hier terughoudend mee, anderen werkten graag mee om de sport zuiver te houden van 'mannen'. Het gerucht gaat dat Fanny Blankers-Koen een directe race tegen Foekje Dillema altijd heeft vermeden 'ik loop niet tegen een vent' zou ze hebben gefluisterd. Een andere theorie is dat Fanny last had van faalangst en daarom een confrontatie met de sterke Friesin liever uit de weg ging. Feit is dat de twee toppers in de Nederlandse atletiek nooit tegen elkaar hebben gelopen.
Levenslange schorsing
In 1950, vlak voor de Europese Kampioenschappen, werd ook in Nederland een verplichte geslachtskeuring ingevoerd. Ook Foekje Dillema werkte hieraan mee. Ze was immers geboren als meisje, had vrouwelijke geslachtskenmerken en voelde zich een vrouw. Het keuringsrapport is nooit boven water gekomen, maar toen ze op weg was naar een interland in Frankrijk werd ze bij Hilversum tegengehouden. Ze mocht niet mee naar Frankrijk omdat ze een 'kween' zou zijn. 'Ze zeggen dat ik geen meid ben' vertelde ze haar ploeggenotes.
Ze werd per direct voor het leven geschorst en haar Nederlands record op de 200 meter werd haar afgenomen. Dillema kwam volgens biograaf Max Dohle vervolgens twee jaar nauwelijks buiten. Waarschijnlijk uit schaamte. Ze wist prima wat een 'kween' was, een term die voornamelijk wordt gebruikt voor geiten die een mix zijn van mannelijke en vrouwelijke kenmerken, onvruchtbaar en direct rijp voor de slacht. Het besef daalde in dat ze daadwerkelijk anders was en niet gewoon een stevige meid, zoals ze altijd had gedacht. Ze werd in het grootste geheim 'geholpen aan haar klieren' en het onderwerp van Foekjes geslacht werd bij Dillema thuis taboe verklaard. Dillema leidde verder een teruggetrokken leven in Friesland als huishoudster, pers werd buiten de deur gehouden en er werd nooit meer gesproken over haar dagen in de atletiek. Ze overleed in 2007.
Was Foekje Dillema een vrouw?
Andere Tijden Sport liet voor een aflevering over haar een test uitvoeren. DNA dat nog op haar kleding zat werd onderzocht om voor eens en voor altijd uitsluitsel te geven. Daaruit bleek ze intersekse te zijn. Dat wil zeggen dat ze van buiten een vrouw was, maar ook mannelijke geslachtskenmerken had. Ze had geen eierstokken, maar wel kleine inwendige testikels die nooit ingedaald waren. Waarschijnlijk waren dit die 'klieren' waar ze aan was geholpen. Ook verklaarde dit de gespierde bouw, lichte baardgroei en zware stem van Foekje. Een onbalans in geslachtshormonen, hyperandrogeen wordt deze conditie tegenwoordig genoemd.
Een debat tot op de dag van vandaag
Dillema was niet eerste en ook niet de laatste atlete die uit competitie is gehaald vanwege haar geslacht. Denk bijvoorbeeld maar aan de Zuid-Afrikaanse Caster Semenya. Zij bleek veel hogere testosteronwaarden te hebben ten opzichte van haar vrouwelijke collega's. In 2011 werden naar aanleiding van onderzoek gesteund door World Athletics de regels aangepast. Er wordt door World Athletics niet langer naar geslacht gekeken, maar naar het wettelijke geslacht (vrouw of intersekse) en naar de testosteronwaarden. Dat betekent dat Foekje Dillema tegenwoordig gewoon mee zou mogen doen.
Rehabilitatie voor Dillema
Pas na haar dood kwam het debat rond Dillema echt op gang. Destijds wou Dillema er niets meer over weten en waren onderwerpen als deze nog te controversieel om het er over te hebben. Vrijwel direct na haar dood bood Atletiekunie haar excuses aan aan de nabestaanden voor de manier waarop de bond met haar is omgegaan na de seksetest. Bij leven waren deze excuses niet mogelijk omdat Dillema de boot steeds afhield. Tegenwoordig bestaat er een biografie van haar, is er een monument voor haar opgericht en prijkt ze op een muurschildering in Kollum, de plaats waar ze overleed. Eerherstel dat ze zelf nooit meer mee heeft mogen maken. Zelf heeft ze waarschijnlijk al die tijd in schaamte geleefd over haar geslacht.
Op naar een plek voor iedereen
Waar tegenwoordig de grens tussen man en vrouw in de maatschappij lijkt te vervagen, wordt in sport nog steeds vastgehouden aan een strikte scheiding tussen mannen en vrouwen. Dit uit veiligheidsoverwegingen bij contactsporten en om de competitie eerlijk te houden. Van mensonterende geslachtstesten is afgestapt, er wordt in plaats daarvan gekeken of atleten geen oneerlijk voordeel hebben van hun geslacht. Controverse over het geslacht van atleten is van alle tijden en dat zal waarschijnlijk nog wel een tijd zo blijven. Het is echter te hopen dat er op weg naar een plek voor iedereen in de sport geen levens meer worden verwoest zoals dat bij Foekje Dillema gebeurde.
Volg je Runner's World al op Instagram en Facebook?
- Andere Tijden Sport: het mysterie Foekje Dillema
- M. Dohle, Het verwoeste leven van Foekje Dillema. Amsterdam, 2008
- De Lage Landen: ‘Ze zeggen dat ik geen meid ben’: de schorsing van Foekje Dillema