Deze invloed hebben haar en kleding op je aerodynamica

Een flinke bos krullen kan voor sprinters serieus tijd kosten

© Getty Images - Tim Clayton - Corbis

gettyimages-1631408367

Op de Olympische Spelen in Parijs zul je waarschijnlijk weer een hoop opvallende outfits en haardrachten tegenkomen. Zeker de Amerikaanse en Jamaicaanse topsprintsters hebben er een handje van om met een opvallende coupe aan de start te verschijnen. Maar heb je daar dan geen nadeel van tijdens het lopen? Dat vroegen ze zich in België ook af. In een Belgisch-Brits onderzoek onder leiding van professor Bert Blocken werd uitgezocht wat de invloed is van haar en kleding op je aerodynamica.

Wat is er onderzocht?

Bij het onderzoek werden paspoppen in een windtunnel gezet met verschillende kledingstukken en verschillende haardrachten, van kaal tot dreadlocks en van knotjes tot lange krullen. Zo kan bepaald worden hoe de lucht rond een atleet stroomt en hoe groot de luchtweerstand is. Op basis daarvan kan berekend worden hoeveel invloed deze luchtweerstand heeft tijdens een 100 meter sprint of tijdens het verspringen.

Hardnekkige misvatting

Onderzoeken naar aerodynamica worden natuurlijk al langer gedaan. Denk bijvoorbeeld maar eens aan tijdrijders die ongeveer ieder jaar in een windtunnel worden gezet om te sleutelen aan de houding. Dat alles om maar zo aerodynamisch op die fiets te zitten. In de atletiek wordt dat echter bijna nooit gedaan. 'Er bestaat een verrassende, maar hardnekkige misvatting dat aerodynamische weerstand geen significante rol zou spelen in de atletiek.' vertelt Bert Blocken tegenover Knack. Hardlopen gaat natuurlijk een stuk minder snel dan fietsen, maar zeker wanneer in de atletiek de snelheid omhoog gaat, bijvoorbeeld bij de 100 meter sprint of bij het verspringen, is luchtweerstand zeker wel een belangrijke factor.

Kale koppen niet te stoppen

Uit de testen kwam dat kleding en haar best een serieus verschil maken op hogere snelheden. Natuurlijk is een kaal hoofd het meest aerodynamisch. Een flinke knot bovenop je hoofd zoals bijvoorbeeld Lieke Klaver vaak doet, betekent 2.3% meer luchtweerstand en een flinke, lange, losse bos haren, zoals bijvoorbeeld Shelly-Ann Fraser-Price (zie foto boven het artikel, kost zelfs 8.7% luchtweerstand. Dat is op een 100 meter toch al snel 2 of 3 honderdsten van een seconde. Hoe dichter je de haren bij het hoofd houdt, hoe beter. Femke Bol is bijvoorbeeld behoorlijk aerodynamisch met haar strak ingevlochten vlechtjes.

Strak in pak

Nog groter is de invloed van je kleding. Het verschil tussen nauw sluitende kleding en een strak aansluitend pakje kan zo'n 25 % verschil maken voor de luchtweerstand. Dat komt op een 100 meter neer op zo'n 7 honderdsten. Losse kleding en krullend haar scheelt dus bijna een tiende van een seconde ten opzichte van een kaal hoofd met een nauw sluitende top. Hoeveel is een tiende van een seconde zou je je misschien afvragen. Nou, als we bijvoorbeeld kijken naar de 100 meter finale in Tokyo 2021 dan zie je dat de winnaar in 9.80 over de streep kwam en de laatste in 9.98. Als winnaar van het brons, Andre De Grasse (gemillimeterd haar en een nauw sluitend pak), met lange krullen en een losse top had gelopen, zou hij met een tiende van een seconde extra laatste zijn geworden in de finale.

Sprinten in een schaatspak?

De invloed van je haar en kleding is dus best groot en je haar wegstoppen kan dus best lonen. Zo liep Florence Griffith-Joyner tijdens de Spelen van 1988 met een kap op die bijvoorbeeld schaatsers ook dragen voor aerodynamisch voordeel. Ook won Cathy Freeman goud op de 400 meter op de Spelen van Syndey in 2000 in een soort schaatspak. Anderzijds staat het wereldrecord nog steeds op naam van Florence Griffith-Joyner en dat liep ze, wellicht geholpen door flinke rugwind, gewoon met losse haren. 'Op korte termijn zullen atletes dus niet massaal met zo’n hoofdkap springen of sprinten. Misschien zal het nog tien tot twintig jaar duren. Maar ooit zullen ze allemaal zo’n kap dragen. Daar ben ik van overtuigd.'

Geldt dit ook voor langere afstanden?

Bij langere afstanden komt het natuurlijk meer neer op comfort. De snelheid ligt lager en daardoor is aerodynamica een veel kleinere factor. Je hoeft voor je volgende marathon dus nog geen schaatspak aan te schaffen. Topatleten dragen niet voor niets meestal hemdjes. Een lichte, ademende stof die comfortabel zit is veel belangrijker wanneer je voor lange tijd aan het lopen bent. De factor aerodynamica wordt groter wanneer je sneller gaat. Daarom is dit meer een zorg voor sprinters die ver boven de dertig per uur lopen, dan voor een marathonloper die tussen de 10 en 20 per uur loopt. Wel is het opvallend dat veel atleten vasthouden aan hun kledingstijl, ondanks dat er voordeel te behalen valt met andere keuzes. Wellicht omdat goed in je vel zitten natuurlijk ook veel uit maakt om goed te kunnen presteren. Misschien weegt de moraal die je krijgt van een welig fladderende bos haar wel op tegen de 8.7% meer luchtweerstand die je vangt tijdens je sprint. Wie zal het zeggen? We zijn hoe dan ook benieuwd in welke outfits de sprinters tijdens deze Spelen ten tonele verschijnen.

Volg je Runner’s World al op Instagram en Facebook