Liefde voor de canicross: 'Als je meegaat in de flow van de hond, ga je vliegen'
Het gezin Weijermans vertelt over hun liefde voor hun honden én de sport.
© Bastiaan Heus

Canicross is meer dan een stukje hardlopen met je hond. Een hechte band tussen loper en hond is het belangrijkste. Het gezin Weijermans vertelt over hun liefde voor hun honden en de canicross.
Liefde voor de canicross
In het smalste stukje van Nederland, ingeklemd tussen de grenzen met België en Duitsland, ligt Maria Hoop. Het kerkdorp, fraai gelegen tussen de Limburgse bossen en heuvels, is de thuisbasis van de vijf leden van het gezin Weijermans. Hun woning is een klein paradijs voor canicrossers zoals zij, want ze hoeven vanuit huis de straat maar uit te lopen om een bos vol met uitgestrekte paadjes te bereiken waarop eindeloos kan worden hardgelopen.
Ook hun elf honden kunnen zich nauwelijks een betere thuisbasis wensen: ze hebben een eigen onderkomen in een omgebouwd deel van de garage, aangrenzend een grote tuin waarin ze vrij kunnen rondrennen. Binnenkort krijgen ze zelfs een eigen zwembad tot hun beschikking om vrolijk in rond te spetteren. De dieren leven het leven van een topsporter, waarin de dagen voor het grootste deel bestaan uit trainen, eten en rusten. Los daarvan worden ze volop in de watten gelegd en geknuffeld.
Een minuut per kilometer sneller
Het gezin Weijermans is de afgelopen jaren verslingerd geraakt aan canicross: hardlopen door de natuur waarbij de aangelijnde hond naar hartenlust mag trekken. Als team kun je zo hoge snelheden bereiken. Wie optimaal gebruik weet te maken van de trekkracht van een hond, kan zonder veel problemen een minuut per kilometer sneller lopen dan puur op eigen kracht. 'Het liefst ga je mee in de flow van de hond,' legt vader Kevin uit. 'Dat vraagt een andere techniek dan wanneer je alleen loopt. Met een hond voor je probeer je de vrije val op te zoeken, naar voren toe. Als je profiteert van de trekkracht van de hond, kun je eigenlijk onbeperkt rennen.'
Kevin wijst op dochter Jaylynn: 'Zij loopt bijvoorbeeld extreem hoog in haar heupen, waardoor ze elke stap een lang zweefmoment heeft. Hoe meer je zweeft, hoe sneller je gaat.' Moeder Sheila knikt. 'Tijdens mijn eigen trainingen loop ik gemiddeld 5.40 per kilometer, mét hond kan ik, afhankelijk van het parcours, onder de 4 minuten per kilometer uitkomen. Je moet je durven overgeven aan de hond.'
Met het hele gezin
Kevin, Sheila en hun drie kinderen zijn, evenals hun honden, inmiddels bekende gezichten geworden in de canicross-gemeenschap. Hoe is het gezin in aanraking gekomen met de sport? En hoe ziet een typisch canicross-seizoen eruit als het hele gezin meedoet aan wedstrijden? Het hele interview met familie Weijermans lees je in de nieuwe Runner's World.