Alles wat je moet weten over indoor atletiek
Een stoomcursus indoor atletiek kijken voor dummies
© Omnisport Apeldoorn

De EK indoor atletiek in Apeldoorn komen eraan! Een groot eindtoernooi op Nederlandse bodem. Maar hoe werkt indoor atletiek eigenlijk? En hoe verschilt het van outdoor atletiek? Tijd voor een stoomcursus indoor atletiek kijken!
Wanneer je Omnisport in Apeldoorn betreedt tijdens de EK, of je schakelt in om vanaf de bank te kijken, dan kom je er al snel achter dat het indoor allemaal net wat anders werkt dan je gewend bent van bijvoorbeeld de Olympische Spelen. Die toernooien worden namelijk allemaal outdoor afgewerkt. Laten we kijken naar de verschillen.
Wat is het verschil tussen indoor en outdoor atletiek?
Indoor atletiek is net wat anders dan outdoor. Het grootste verschil is dat de baan gewoonweg een stuk kleiner is. De rondbaan buitenom is maar 200 meter, in plaats van de gebruikelijke 400 meter outdoor. Daardoor zijn de rondjes korter, intenser en is het lastiger inhalen. In het midden van het stadion loopt de sprintbaan, die is 60 meter. Hierdoor komen de gebruikelijke 100 meter sprint en 100 meter horden te vervallen. Dit wordt dus de 60 meter sprint en 60 meter horden.
Waarom is de indoorbaan gebogen?
Omdat de baan korter is. Daarom zijn de bochten krapper. Om dat op te vangen is de bocht vaak naar binnen gekanteld tot een soort kombocht. Zo kunnen atleten makkelijker hun snelheid vasthouden. Dit houdt in dat je tijdens het lopen in baan 2, 3, 4, 5, 6 in de bochten omhoog loopt en vervolgens omlaag. Ook in de startblokken tijdens de 200 meter en 400 meter sprint hang je ietwat scheef wat niet altijd even comfortabel is bij een start.
Welke onderdelen zijn er bij indoor atletiek?
Omdat de baan anders is, zijn er ook andere onderdelen. Wij nemen je mee.
60 meter (horden)
De sprintbaan is maar 60 meter en daarom is de sprint wat korter. Vaak duurt dit onderdeel nog geen 7 seconden. Bij de 60 meter horden staan er maar vijf horden. De tussenafstand en de hoogte is hetzelfde als bij het hordelopen op een outdoor baan(84cm bij vrouwen en 106,7cm bij mannen).
200 meter
De 200 meter gaat over één rondje. De atleten blijven het hele ronde in hun eigen baan. Doordat de bocht veel krapper is lopen atleten al snel een seconde langzamer dan ze buiten zouden doen op een 400 meterbaan
400 meter
De 400 meter indoor verschilt van de 400 meter outdoor doordat je twee rondjes loopt en alleen de eerste ronde in je eigen baan hoeft te lopen. Na de tweede bocht mag de atleet naar binnen. Je wil dan zo ver mogelijk van voren zitten want in de tweede ronde is het lastig om nog mensen in te halen. Mocht je toch willen inhalen? Doe dit dan op het rechte stuk, en niet in de bocht. Zo maak je niet onnodig extra meters.
800 en 1500 meter
De 800 en de 1500 meter verschillen eigenlijk niet heel veel van de wedstrijden outdoor. Het grote verschil is dat er soms wordt gestart in een binnenbaan groep en een buitenbaan groep die na twee bochten bij elkaar komt. Vanaf daar is het vaak wat lastiger inhalen. Verder ben je al snel 2 tot 4 seconden langzamer op een indoorbaan.
3000 meter
De 3000 meter is geen courante afstand bij outdoor atletiek, maar indoor maakt de 3000 meter eigenlijk altijd deel uit van het programma als langste afstand. Langer dan deze 15 ronden worden geen grote wedstrijden gehouden.
Technische onderdelen
Bij indoor atletiek zijn een aantal technische onderdelen geschrapt. De springonderdelen blijven hetzelfde (hoog-, ver-, polsstokhoog- en hinkstapspringen). Het grootste verschil met outdoor is dat je minder last hebt van de wind. Bij de werponderdelen blijft alleen het kogelstoten over. De baan is te klein om het speerwerpen, discuswerpen of kogelslingeren veilig te laten plaatsvinden.
Meerkamp
Omdat een aantal werponderdelen indoor niet kunnen, is de meerkamp wat korter. De mannen houden een zevenkamp, de vrouwen een vijfkamp. De vijfkamp wordt op één dag afgewerkt, de mannen hebben twee dagen.
Hoeveel banen heeft een indoor atletiekbaan?
Een indoor atletiekbaan heeft meestal zes banen. Soms zelfs maar vier, terwijl je er bij grote outdoorwedstrijden altijd wel acht of zelfs tien hebt. Daardoor staan er minder lopers aan de start van de race. Best prettig voor beginnende atletiekkijkers, want de race wordt zo een stuk overzichtelijker. De sprintbaan heeft vaak wel gewoon acht banen.
Lopen atleten sneller, indoor of outdoor?
Atleten zijn vrijwel altijd sneller op een outdoor baan. Dat komt omdat de bochten indoor krapper zijn waardoor je moeilijker snelheid meeneemt. Er zijn dan ook aparte records voor indoor atletiek.
Waar is in Nederland een indoor atletiekbaan?
Nederland heeft maar één indoor atletiekbaan en dat is Omnisport in Apeldoorn. Sinds 2008 is dit dé indoor atletiekarena van Nederland. Er is plek voor ongeveer 5000 toeschouwers tijdens atletiekwedstrijden. Ga er maar vanuit dat Omnisport tijdens de EK indoor tot de nok toe vol zal zitten. Wij hebben er in ieder geval heel veel zin in.
Volg jij Runner's World al op Instagram en Facebook?