Waarom de afstand op je horloge eigenlijk altijd afwijkt van de wedstrijdafstand

De ene wedstrijd is weer te lang, dan weer te kort. Iets om rekening mee te houden voor je marathon.

© Getty Images - Frazao Studio Latino

gettyimages-2171386948

Gisteren liep ik de Achtkastelenloop in Vorden. Een wedstrijd over 30km. Althans, zo werd hij gepresenteerd. Alleen wat was het geval toen ik later terugkeek op Strava? Ik had maar 29.78 kilometer afgelegd. En ik was niet alleen, vrijwel iedereen op Strava kwam 200 meter tekort. Dat terwijl je bij een marathon vaak afstanden van hoog in de 42 en soms zelfs voorbij de 43 kilometer voorbij ziet komen op Strava. Hoe zit dat toch?

Waarom een grote marathon eigenlijk altijd langer is dan 42195 meter

Een marathon is 42195 meter. Althans, dat is de afstand die we kennen. In werkelijkheid staan er duizenden atleten aan de start die allemaal een net iets andere lijn lopen. Iemand die de buitenbocht pakt loopt meer meters dan een loper in de binnenbocht. Toch lukt het zelden om de kortst mogelijke route te lopen. Je loopt immers niet alleen op het parcours.

Die kortst mogelijke route (ook wel de SPR: de ‘shortest possible route’) is wel waar men vanuit gaat bij een gecertificeerd wedstrijdparcours. Dat wordt opgemeten met een instrument dat een Jones Oerth-teller wordt genoemd en dat aan het voorwiel van een fiets wordt bevestigd; die teller wordt gekalibreerd over een vast kalibratieparcours om de nauwkeurigheid te garanderen. Op die manier weet je zeker dat iedereen ten minste de wedstrijdafstand heeft afgelegd.

Daarom is een officieel parcours altijd te lang

'Ten minste' is hier het sleutelbegrip: bij het uitzetten van een parcours bouwen de certificeerders ook nog een zogenoemde 'short course prevention factor' in van 0,10 procent. Er wordt dus geen parcours van 42.195 meter uitgezet, maar een parcours van 42.237 meter. Die short course prevention factor is een soort veiligheidsmarge die ervoor zorgt dat niemand korter loopt dan de wedstrijdafstand. Om van een officiële marathon te spreken, moet iedereen minstens 42.195 meter lopen. Als het mogelijk zou zijn dat iemand korter loopt dan dat, dan klopt de afstand niet.

Waarom je bij kleinere wedstrijden niet altijd aan de afstand komt

Je kan je waarschijnlijk wel voorstellen dat het officieel certificeren van een parcours erg arbeidsintensief is, en daarmee ook duur is. Dat is dan ook iets wat alleen bij de grotere wedstrijden gebeurt. Bij de meeste kleinere wedstrijden komt er geen Jones Oerth-teller aan te pas. Vaak zijn rondjes gewoon uitgezet via een tool als afstandmeten.nl. Het grote verschil tussen zo'n teller en een lijntje op een GPS is de bocht, die gaat bij GPS-tools niet via de kortst mogelijke route, maar gewoon in een rechte hoek midden op de weg. Dat is net een paar meter langer. Op een korte afstand merk je daar niet heel veel van, maar op een afstand van 30 kilometer zou je dus al snel 200 meter tekort kunnen komen voor de opgegeven afstand.

Maakt dat heel veel uit?

Niet echt. Voor een officieel wereldrecord zijn er veel mitsen en maren voordat een record uiteindelijk officieel wordt erkend. Het kan voor organisatoren heel aanlokkelijk zijn om een beetje te smokkelen met de afstand om zo de kans op records te vergroten. Daarom zijn records alleen geldig op gecertificeerde parcoursen.

Dat is eigenlijk alleen relevant voor een hele kleine laag aan de top die records uit de boeken loopt. In Vorden zag ik een aantal lopers nog 200 meter doorlopen na de finish, maar er zijn er genoeg - ik reken mij tot deze groep - die het zo wel prima vonden. Of jij je persoonlijke records alleen op gecertificeerde parcoursen erkent of ook genoegen neemt met een anders gemeten parcours is helemaal aan jou.

Staar je niet blind op GPS

Was het parcours van de Achtkastelenloop te kort? Als je het officieel na zou meten misschien wel. Ik zou het niet durven zeggen op basis van de GPS. GPS is immers ook niet zaligmakend. De GPS volgt jou namelijk niet elke milliseconde tot op de nanometer. Het communiceert voortdurend met verschillende satellieten om je locatie te bepalen. Elke minuut krijgt het zo'n tientallen of honderden signalen met coördinaten en tijdstippen. Op basis daarvan wordt de afgelegde afstand bepaald en de snelheid berekend.

Dat is redelijk betrouwbaar en wordt met alle technologische vooruitgangen steeds betrouwbaarder, maar honderd procent waterdicht zal het niet worden. Het blijft een aaneenschakeling van punten die samen een lijn volgen die jouw route moet voorstellen. Alleen als het signaal hapert in een bocht, wordt die bocht dus afgesneden en als er veel hoge gebouwen om je heen staan of je loopt onder een dicht bladerdek, dan kan het GPS signaal behoorlijk verstoord raken.

Officieel parcours boven GPS

Je mag ervan uit gaan dat een parcoursbouwer er alles aan doet om de afstand van een parcours zo nauwkeurig mogelijk te uit te meten, ook als het geen gecertificeerd parcours is. Vaak heb je een kilometeraanduiding langs het parcours. Bij vrijwel elke wedstrijd over langere afstand staan er bordjes bij elke kilometer of elke 5 kilometer. Je kan er vanuit gaan dat deze informatie klopt. Een goede manier om het verschil tussen parcours en GPS op te vangen is door handmatig je ronden af te klokken per één, twee of vijf kilometer.

Stel je wil een marathon lopen in 3 uur en 30 minuten. Dan moet je dus iets sneller dan 5 minuten per kilometer per kilometer lopen. Alleen zou het maarzo kunnen dat je op je horloge al aan de 42.195 kilometer zit terwijl de finish nog in geen velden of wegen te bekennen is. Als je elke 5 kilometer handmatig klokt aan de hand van bordjes langs het parcours en checkt of je dit netjes binnen de 25 minuten hebt gelopen, is het verschil nooit te groot. Een seconde per kilometer lijkt weinig, maar is toch al een kleine minuut op een marathon. Als je elke vijf kilometer handmatig afklokt kun je dit verschil in afstand al tijdens het lopen afvangen en weet je zeker dat je niet ongemerkt te ver uit de buurt raakt van je doeltijd.

Snijd je bochten aan zoals Max Verstappen

Ten slotte doe je er goed aan om het jezelf makkelijk te maken en je bochten slim aan te snijden. De kortst mogelijke route is alsof je een koord door het parcours spant. Het koord neemt de binnenbocht en loopt dan vervolgens in één rechte lijn naar de volgende bocht. Zo scherp de bochten aansnijden zou betekenen dat je moet afremmen om de bocht scherp te nemen en vervolgens weer op moet trekken. Dat is natuurlijk geen doen.

Het is veel efficiënter om je snelheid door de bocht heen mee te nemen. Denk aan hoe een Formule 1 auto een bocht neemt. Probeer je snelheid vast te houden terwijl je van de buitenbocht naar de binnenbocht snijdt en vervolgens weer naar de buitenkant uitwaaiert. Dat betekent dat je een paar extra meters maakt, maar uiteindelijk ga je wel het efficiëntst met je energie om en dat is waar het uiteindelijk om draait.

Volg je Runner's World al op Instagram en Facebook?