Sneller dan Bolt? Wetenschappers berekenen de ultieme sprinttijd
Veel sneller dan het huidige wereldrecord kan er volgens statistici niet worden gelopen
© Getty Images - Andy Lyons

Usain Bolt vestigde in 2009 het wereldrecord op de 100 meter sprint met een ongekende tijd van 9,58 seconden. Sindsdien heeft niemand zijn prestatie kunnen verbeteren. Maar hoe snel kunnen we in theorie nog rennen? Twee wiskundigen, John Einmahl (Tilburg University) en Yi He (Universiteit van Amsterdam), doken in de cijfers en concludeerden dat de menselijke limiet akelig dicht bij de huidige records ligt.
De zoektocht naar de ultieme sprinttijd
De onderzoekers analyseerden een dataset van ruim 35.000 wedstrijdtijden, verzameld van duizenden topatleten tussen 1991 en 2023. In plaats van zich enkel te richten op persoonlijke records, bekeken ze de vijf snelste tijden per atleet. Dit leverde een preciezere schatting op van de absolute snelheidslimiet.
Hun analyse, gebaseerd op ‘heterogene extreme-waardenstatistiek’, een methode die zich richt op de uiterste prestaties binnen een populatie, moest een inschatting brengen van wat de snelst mogelijke 100 meter zou zijn. Voor mannen wordt de ultieme sprinttijd geschat op 9,56 seconden, met een conservatieve ondergrens van 9,49 seconden. Dit betekent dat de kans extreem klein is dat een atleet ooit sneller dan 9,49 seconden loopt. Bolt’s 9,58 is dus al nagenoeg de perfecte prestatie.
Bij de vrouwen ligt de geschatte ultieme sprinttijd op 10,34 seconden, met een ondergrens van 10,20 seconden. Dit suggereert dat het legendarische - en zwaar betwiste - wereldrecord van Florence Griffith-Joyner uit 1988 (10,49 seconden) nog wel te verbeteren valt.
Waarom de 100 meter?
Deze methode is binnen de atletiek vooral geschikt voor korte afstanden als de 100 meter. Dat komt doordat de resultaten daar wat 'zuiverder' zijn dan bijvoorbeeld de marathon, waar factoren als het weer of tactiek ook van invloed zijn.
Waren deze records dan perfect? Waarschijnlijk niet helemaal. Zo keek Bolt in de laatste meters van zijn race even opzij wat hem waarschijnlijk een paar honderdsten van seconden heeft gekost. De grenzen van het menselijk kunnen hebben we al bijna bereikt, maar wellicht dat technologische vooruitgang nog iets kan doen voor het wereldrecord.
Kan technologie records doen breken?
Houd in je achterhoofd dat dit maar een statistisch model. Dat houdt geen rekening met technologische vooruitgang. Denk bijvoorbeeld aan de klapschaats in het schaatsen. Gestroomlijnde pakken in het zwemmen en natuurlijk de carbonrevolutie op de marathon.
Einmahl en He benadrukken echter in hun onderzoek dat het model uitgaat van de huidige omstandigheden, zonder rekening te houden met toekomstige technologische ontwikkelingen of veranderingen in de regelgeving. Mocht een atleet ooit sneller dan 9,49 seconden lopen, dan is dat geen bewijs dat de statistiek verkeerd zat, maar eerder een teken dat er iets fundamenteels veranderd is in de sport.
Sprinten blijft spektakel
Of de records nou sneuvelen of niet. Sprinten blijft een spektakelstukje. Niet voor niets dat alle spotlights gericht zijn op de sprinters op moment dat de finale van een 100 meter begint. Ook dit weekend tijdens de EK indoor in Apeldoorn zal het spektakel worden tijdens de 60 meter. Ben jij erbij?